Integreren
Ben jij ook al eens op reis geweest naar een land dat andere toiletgewoonten had dan de gewoonten die wij kennen? De vraag om mijn toiletgewoonten aan te passen deed me inzien hoeveel het vraagt om gedrag aan te passen.
Concreet werd van me verlangd dat ik het wc-papier niet in het toilet deed, maar in een losstaande vuilnisbak. Voor als je het wilt weten; de leidingen en de septische put zijn niet voorzien om wc-papier te transporteren en verwerken. Doe je dit wel, dan verstopt het toilet vrij snel. Ik heb geen toilet laten vastlopen, maar toch viel het toiletpapier vaak in de pot.
Ik had er geen enkel probleem mee om te begrijpen dat dit hier is hoe ze het doen. Het aanpassen van een gewoonte is niet evident. Eerst probeerde ik op het moment dat ik de deur van het toilet opendeed, daarop in de haken. Ik zei tegen mezelf: ‘gooi het papier in de vuilbak.’ Toch deed ik dit niet. Ik merkte op dat tussen het openen van de deur en het laten vallen van het papier mijn gedachten niet meer bij het toiletbezoek waren.
Wat op zich een interessant inzicht is. Dat ik blijkbaar herhaaldelijk niet in het hier en nu aanwezig ben. Iets wat ik in mijn leven juist wel probeer te zijn. Mijn gedachten gingen onder andere naar het schrijven van deze kleermakerszit, doordenken op dingen die ik gezien had en zo verder. Bij de volgende toiletbezoeken probeerde ik aanwezig te zijn in dit hier en nu. Ik merkte dat mijn aandacht ging naar het bekijken van het kabinetje, de deur, het papier waarop staat dat je het wc-papier in de vuilnisbak moet werpen. Ik bleef mijn oude gewoonte herhalen.
Vervolgens probeerde ik in te haken op het moment dat ik het wc-papier pakte. In een tweede poging om een gewoonte te doorbreken. Een moment waarop ik een deel van het oude patroon uitvoer, dit opmerk en benoem om vervolgens de andere weg uit te gaan. Ik nam heel bewust het wc-papier, maar de pauze die tussen het nemen en het gebruiken zat, was genoeg om mijn oude gewoonte naar boven te laten komen.
Naar de wc gaan en hoe we deze handelingen doen is misschien wel een van de eerste gewoonten die we aanleren in het leven in een maatschappij. Een oude gewoonte is heel sterk en ik weet niet of onbewust het juiste woord is, maar automatisch wel. Ik probeerde dus op iets in te haken wat op de automatische piloot verloopt. Het zoeken naar inhaakmomenten was op zich al een zoektocht. Soms focuste ik me bij het toiletbezoek op het zien van de verschillende gedragingen, om zo een inhaakmoment te vinden.
Hard zijn tegen mezelf, omdat ik het toch verkeerd deed, hielp ook niet. Ik voelde me wel schuldig, omdat ik mogelijk hun wc verstopte. Zelf heb ik er nooit de effecten van gezien, maar ik weet wat een gesukkel het is bij een wc die wél papier kan verwerken. Ik kan mij er dus wel iets bij voorstellen en ik heb er geen behoefte aan om anderen op deze manier tot last te zijn.
Wat maakt dat ik het na verloop van tijd bijna niet meer deed? Ik concludeerde en accepteerde dat deze gewoonte veranderen een niet zo eenvoudige opdracht is. Ik voelde me schuldig, ik deed iets verkeerd, wanneer ik het niet volgens deze gewoonten deed. Ik maakte van het toiletbezoek nog meer een bewust-aanwezig-zijn-moment. De drie pijlers waar ik op steunde zijn: gedachten, gevoelens en gedrag. Om nieuwe zaken te integreren is het nodig om deze drie pijlers aan te spreken.
Uiteraard wil ik het niet over wc-papier hebben hier.
De kapitalische economie gebruikt mode, en haar kenmerkende eigenschap om te veranderen, om uiteraard meer geld te verdienen. Het kapitalisme heeft geen andere doelen. Dat is wat ik lang dacht en daar dacht ik ook over na als ik op de wc zat.
Gedrag aanpassen is niet voor de hand liggend. In dit geval wilde ik het geheel. Het was me volledig duidelijk waarom en nóg was het sukkelen om tot een min of meer aanpassing te komen. Is het dan dit dat het kapitalisme gebruikt om snel geld te verdienen, terwijl gedrag aanpassen niet snel gaat?
Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw heeft het kapitalistische systeem de mode overgenomen. Mode, van het Frans, een manier waarop; elke ontwerper toont zijn manier, waarop jij je zou kunnen kleden. Dit is veranderend/geëvolueerd in ‘nu is dit in en straks niet meer. Dit moet je nu dragen en straks wordt het iets anders.’ Als je doel geld verdienen is, dan is een context die je continue aanspreekt om iets nieuws te kopen, een goudmijn.
De laatste jaren gaan die modetrends zo snel; om de zes weken. Dit is bijna hoe lang ik erover deed om mijn gewoonte aan te passen. Is het dan het opleggen van een andere gedraging? Is het dan het niet meer aanbieden van het voorafgaande? Een antwoord wat ik vaak krijg is: ‘omdat het zo goed koopt is, nemen we de nieuwe mode aan.’ Maar je kiest toch om naar de winkel of de online shop te gaan. Het is niet dat je iets interessant toevallig tegenkomt en denkt: dit gaat mijn leven beter maken.
Hoe komt het dat we die gewoonte om onze kleding aan te passen hebben en dat het aanpassen van een simpele gewoonte niet evident is. Is het idee: dit zou wel mezelf laten zien en laten zijn?
We kochten iets in de voorgaande mode, met het idee ‘dit zou het wel eens kunnen zijn.’ Die jurk waar je ergens een foto van zag verschijnen, die paste wel bij het idee van wie je kan/wil/bent. Je koopt deze. Je draagt deze een aantal keer. Om wat voor reden dan ook wordt deze geen gewoonte en vervolgens kom je toevallig één in een andere foto tegen die het wel eens zou kunnen zijn.
Het is het integreren van een kledingstuk wat niet gebeurt. We hebben het veranderen geïntegreerd, niet het zoeken naar jouw manier van jezelf te laten zien en te laten zijn.
Probeer jij net als ik om tijdens je toiletbezoek even stil te staan en te luisteren naar wie je laat zien en laat zijn? Wat kies jij om te integreren?
Suitably yours,
Annelies