Emotie als ingang.
Ik was ervan overtuigd dat mijn waarneming neutraal is en dat het verhaal dat ik ervan maak mijn waarheid/verzinsel is. Nu schrijft Jinpa Thupten dat het verhaal in je gedachten zeer bepalend is voor je waarneming. Als met een soort van bril zie je hoe je zelf de verhalen en aannames bewijst. Ik weet natuurlijk ook wel dat ik niet alles in deze wereld kan waarnemen, dus dat er een selectie is. Maar dat deze zo sterk door je emoties bepaald wordt had ik nog niet zo duidelijk ervaren en dat net die emoties ook de ingang zijn om richting te geven.
Er was een kind in de groep dat ik niet begreep als hij iets zei. Na verschillende pogingen van nieuwsgierigheid kwam ik er achter dat hij vaak in het Frans communiceerde en totaal buiten het gesprek dingen zei. Op de vraag wat de kinderen opviel in de natuur antwoordde hij pasta en pizza. Wanneer ik doorvroeg naar waar hij die had gezien, herhaalde hij die drie woorden.
Na de nieuwsgierigheid kwam de ergernis naar dat gedrag toe. Het blokkeerde het groepsgesprek, niemand begreep er iets van. Hij zelf leek ook niets te hebben aan zijn bijdrage. Ik vind het belangrijk dat elk kind kan ontwikkelen in zichzelf laten zien en laten zijn, dus gaf ik hem op zijn beurt het woord. Maar het was niet altijd evident om de groepsdynamiek en zijn individuele noden samen te laten lopen.
Na een aantal dagen sprak ik zijn mama er op aan. Ik benoemde concreet waar ik lastigheden mee ondervond. Ik kan hem niet verstaan, zijn articulatie maakt dat ik het niet versta en zijn antwoorden zijn niet een respons op de vraag. Ik deed wat ik kon, maar zijn moeder is verantwoordelijk voor hem. Meer dan dit duidelijk met focus op het gedrag benoemen wat het probleem is, kan ik niet doen. Ik verwacht van kinderen van die leeftijd dat ze kunnen articuleren en min of meer bij het onderwerp van de vraag blijven. Dat hij dat niet deed, gaf ik aan de moeder mee.
Geleidelijk aan merkte ik dat ik hem beter verstond, zowel individueel als in de groep. Dat de anderen ook op hem inpikten. Dat er communicatie ontstond tussen hem en mij, hem en de anderen en de groep. Ik moest niet meer mijn nieuwsgierigheid passeren om met hem in interactie te gaan.
De reden dat ik de moeder had aangesproken over zijn gedrag is, omdat je als moeder niet weet hoe een je kind zich in een groepscontext gedraagt als je er niet bent en omdat ik het belangrijk vind dat hij zichzelf kan laten zien en laten zijn. Voor mij stond zijn communicatie dit in de weg. Doordat ik het deelde met de moeder, liet me dat ook een ander deel van de interactie zien. Ik had verwachtingen en doordat die zich keer op keer niet inlossen, had ik ergernis.
Bewust koos ik ervoor om deze niet aan het kind in kwestie te geven, maar energetisch deed ik dat toch. Vandaar ook dat ik de moeder erover aansprak. Ik had in dat gesprek de verantwoordelijkheid bij haar gelegd. Het is aan haar om met wat ik geef als feedback iets te doen. Blijkbaar was dat uitspreken tegen de haar, voldoende voor mij om weer neutraal naar het kind te kijken.
Het was mijn emotie van frustratie en ergernis dat mijn gedachten van verantwoordelijkheid (communiceren is deel van dit lesgebeuren) aanwakkerde om te zien wat er spaak loopt in de interactie met hem. Het was de moed om in mijn waarden te staan die me aanmoedigde om de bevindingen te delen met de moeder. Door dat te doen liet ik het zijn. Dit was hoe hij zich hier en nu liet zien en het is aan mij om dat te laten zijn.
Ik merkte, voordat ik de moeder aansprak, dat ik kritisch werd over dat kind tegen collega’s. Een stuk vanuit de vraag ‘hoe ga jij daar mee om?’ maar als ik er nu eerlijk naar kijk, vooral omdat het me frustreerde en ergerde. Het is niet evident om bij kinderen van die leeftijd een groepsgesprek en dynamiek te maken, en als er dan een is die omwille van onkunde dit totaal overhoop haalt, kan ik geheel opnieuw beginnen.
Mijn frustratie was terecht, maar door het kritisch zijn merkte ik op dat er iets voor mij moest veranderen. Ik wou niet vanuit die emotie voor een groep staan, want dat verandert mijn waarheid en mijn verhaal wat dan opzich weer mijn waarneming kleurt. Wat als dit kind de kleding is die nu in de winkels hangt? Wat als ik uit die kritiek stap, waarvan mijn frustratie en ergernis de basis is? Wat als ik gewoon laat zien en laat zijn dat is wat zij doen, zeggen en me laten ervaren en dat is hun verantwoordelijkheid? Wat als je emoties als ingang gebruikt?
Suitably yours,
Annelies