castussen? ;)
Ik ben afgelopen zondag bloemen gaan kopen op de Zuidmarkt. Je vindt er enkel op zondag (bloemen)kramen. Het heeft dus weinig zin om daar op een andere dag bloemen te zoeken. Ik hou van mijn tuin en er in werken. Een amateur met grote dromen, zeg maar. Ik realiseer ook mijn eigen dromen. Het is net groot genoeg dat ik er groene ideeën kan verwezenlijken en klein genoeg zodat ik er ook van kan genieten.
De utopie is dat wanneer ik in mijn tuinstoel zit, ik me in een boeket waan of in een schilderij van Monet, inclusief moestuin. Gelukkig heb ik veel fantasie, creativiteit en ben ik met weinig tevreden. De moestuin is al geëvolueerd naar een, voornamelijk zichzelf onderhoudende, kleine aardbeikwekerij. Ik werk nog aan het Monet-gevoel. Maar de zuidelijke ligging en het feit dat ik meer terras heb dan tuin, dus een groot deel planten in potten, maakt het een extra uitdaging. In de zomer, die elk jaar vroeger begint, of het moment dat het vaker warm is dan het regent, geef ik zowel ‘s morgens al ‘s avonds de planten water.
Nu zat ik al een maand met een half verdorde tuin, die ik dus twee keer per dag water gaf.
Zondag haalde ik een deel van de verdroogde takken en planten weg en ging ik dus ook naar de markt. Daar sprak ik met twee bloemenkwekers. Zelfs aan hun “goeiemorgen” in het Frans, kan je horen dat ze oorspronkelijk Nederlandstalig zijn. In mijn eerste taal kan ik toch net iets beter het antwoord van een vakman verstaan.
Die bloemenverkopers op de markt zijn ook effectief de kwekers. Dus zij weten hoe ik de planten die ik net koos moet onderhouden. Ik vroeg hun advies over welke platen ik best kocht, gezien de omstandigheden van mijn tuin. Uit hun selectie koos ik de blauwe. Blue is the warmest colour. Cactussen? ;) En toen vroeg de verkoper: “maar hoe geef je de planten water?” “Met de tuinslang.” Hahaha, dat was een grappig momentje. Toen gaf hij me dé tip. Zorg dat je planten een paar dagen in goed natte grond staan, zo maken ze goed wortels aan, en komen ze er wel weer door.
Ik kan echt genieten van ambachtsmensen die hun verkoop doen. Hun Frans is niet “impeccable”, maar hun vakkennis wel. En deze delen ze gewoon lang hun neus weg, dat is normaal. Dit is werken op mensenmaat. Zonder oordelen, vanuit hun vakkennis gaven ze me advies. Met plezier betaalde ik hun werk en met extra aandacht geef ik de planten water.
Ja, hier ben ik weer met mijn menselijkheid, maatwerk, je kennen en kunnen geven als ambachtsmens. Ik wil het over iets anders hebben. Een tijd geleden schreef ik de blog met als titel: “Ik ging naar de bakker, ik had bloemen nodig, die had enkel bloem.”
Deze keer ging ik naar het plantenkraam, ik had planten en advies nodig. Nu heb ik een tuin die richting mijn utopie groeit. Uiteraard is dit zo logisch: als je vragen over planten hebt dat je dit aan iemand die planten verkoopt vraagt. En toch heeft het vijf jaar geduurd voor ik dit antwoord, waar ik echt naar opzoek was, vond.
In die vijf jaar heb ik mijn tuin leren kennen. De omstandigheden, het weer, de ligging, door aandachtig te zijn en mijn ervaring. Ik heb ook mezelf leren kennen in mijn tuinieren. Hoe veel tijd steek ik echt in de tuin? Wat doe ik spontaan? Wat vind ik belangrijk? Ik leerde planten en bloemen kennen die ik mooi vind, en vooral dat ik het fijn vind als die langere tijd in bloei staan. Bloemen van een paar dagen zijn mijn ding niet. Advies vragen aan anderen, dit proberen uitvoeren. Dromen, proberen, concluderen dat dit nog niet is waar ik naartoe wil. Maar zo wel mijn vraag concretiseren, zodat ik gewoon het antwoord krijg waar ik nood aan heb.
Ik zoek graag naar dingen binnen mijn eigen leven die me doen herinneren aan hoe ik mijn garderobe liet ontstaan. Mijn levenslange garderobe is een geheel van kleine dagelijkse, bijna belachelijke, stapjes. Wat ik in die vijf jaar met mijn tuin heb gedaan, is wat ik vroeger dagelijks deed met mijn garderobe. Nu draag ik daar de vruchten van: ik ben eigenlijk niet zo bezig met hoe jij of ik eruit zien.
Ik herhaal wat ik schreef over hoe ik mijn tuin en mijn tuinleven leerde kennen, maar dan met kleding. In vijf jaar leerde ik mijn garderobe kennen: de omstandigheden waarin ik welke delen van mijn garderobe gebruik, de impact van het weer op mijn garderobe, rotatie van de kledingstukken in mijn garderobe. Door aandachtig te zijn en mijn ervaring heb ik bepaalde kanten van mijn garderobe, en van mezelf beter leren kennen. Hoeveel tijd steek ik echt in mijn garderobe? Wat doe ik spontaan? Wat vind ik belangrijk? De vormen, kleuren, snit, silhouetten en materialen leren kennen die ik mooi vind. Wil ik vaak hetzelfde of heb ik nood aan variatie? Tijdelijke, opvallende dingen zijn niet mijn ding. Raad en advies aan anderen vragen, dingen uitproberen. Dromen (eigenlijk is dit ontwerpen), proberen, concluderen dat het dit nog niet is waar ik naartoe wil. Duidelijker krijgen wat mijn ideale wereld echt is. Als het dit niet is, zou het dan dat kunnen zijn? Mijn levenslange garderobe wordt concreet doordat ik antwoorden krijg op de vragen die ik mezelf stel.
Suitably yours,
Annelies