Fanfare
Er is een kledingvraag waar ik al vaak over nadacht, omdat ik ‘m regelmatig krijg. Daarom wil ik deze vraag hier even tackelen. Dat ‘even tackelen’ is net de reden waarom ik er over wil schrijven, omdat het net niet zo eenvoudig op te lossen is als het zou lijken. De vraag is: waarom is er geen kleding voor vrouwen met een buikje? Veel vrouwen, soms nadat ze kinderen kregen, hebben een buikje. Net onder de navel een volume dat niet plat is.
Een aantal technische antwoorden eerst. Het is normaal om daar wat volume te hebben. Als je probleem of lastigheid ligt in het feit dat je het hebt, dan gaat geen enkel kledingstuk dat wegnemen. Dan zou ik eerder een pad op lichaamsniveau gaan bewandelen. De reden dat kleding onder andere daar niet past, is omdat we een dominant kledingmatensysteem gebruiken, wat daar geen rekening mee houdt. Ik schreef je al eerder dat kledingmaten breedtes en lengtes verbindt die geen enkele logica hebben. Ze zijn gemaakt voor de gemiddelde mens en die zou één borst hebben ;)
Ik wil je hier geen verhaal vertellen, waarin enkel mijn antwoord - kleding op maat - de oplossing is. Ik wil je de gedachtenruimte aanreiken om jouw antwoord te laten ontstaan. Dit is een pad, maar niet het wandelpad wat vooraf plat gewandeld is, waardoor duidelijk te zien is welke kant je op moet. Heb je trouwens ooit al eens een langere wandeling gemaakt? Daar staat een eenvoudig bordje aan het begin en einde. Er is geen fanfare of podium als je aankomt, wat je na dagen stappen soms zou willen. En dan is het belangrijk om dit gevoel in jezelf te erkennen en iets te doen wat voor jou voelt als dat podium.
Als ik bij mezelf op zoek ga naar een deel van mijn lichaam, wat ik minder graag verkeerd in de verf wil zetten, dan is dat mijn boezem. Als ik confectiekleding pas, is daar altijd het probleem of het compromis te maken. Ik ben blij met het lichaam dat ik heb, maar zoals ik schreef wil ik bepaalde delen niet verkeerd in de verf zetten. Daarvoor heb ik wel tal van kleding gemaakt die verkeerd zat, me niet blij maakte met wat ik in de spiegel zag en me soms boos maakte op mijn lichaam. Het pad dat ik wandelde was een zoektocht naar vorm, kleur en materiaal, waarvan ik vind dat het me laat zien en laat zijn. Ik kies ervoor om daar geen compromis te maken.
Omdat ik weet dat wanneer ik mezelf verkeerd in de verf zet, ik me niet goed voel. Op momenten dat ik me onzeker of minder voel, gaat die kleding me dan nog meer naar beneden halen. Het is niet zo dat op een minder moment kleding je er bovenop kan halen. Het is en blijft gewoon een stuk stof, maar op een dergelijk lastig moment wil ik geen zaken rondom me die de spiraal naar beneden bevestigen. Wat ik laatst wel opmerkte is het effect van mezelf de spiegel zien passeren. Doordat ik een Annelies zag die ik ken, waar ik fier op ben, haalde me dat uit de spiraal naar beneden.
Ik zou mijn volledige carrière kunnen wijden aan het uit de doeken doen van hoe het kledingsysteem ronduit ontmenselijking is. Daarmee breng ik eigenlijk geen oplossing. Ook al geloof ik in het investeren van onderzoek, tijd en energie naar wat is hier nu juist het probleem. En dat is iets wat ik vaak doe. Soms wordt dat op zich een spiraal naar beneden.
Zo vaak heb ik al op het punt gestaan om zelf een bikini of een bh te maken. Omdat ik de modellen die ik mooi vind, niet in mijn maat kan aankopen. Al jaren eindigde dit in die spiraal naar beneden met als eindpunt: ik ben het niet waardig om kleding voor te maken. Wat dus geheel het tegenovergestelde is van wat ik doe en geloof. Wat dan opzich weer een nieuwe spiraal op gang brengt van: ik ben niet waar ik voor sta. En met als eindpunt: ik ben niet goed genoeg om er in deze wereld bij te horen.
Als ik dit nu lees vraag ik me met verwondering af hoe ik vanonder die eenzame plaats in de woestijn van ‘er is iets mis met me, waardoor ik niet in de wereld pas’, kwam. Eerlijk, soms zit ik nog wel eens op die trein. Het is door deze beelden te herkennen, dat ik zie waar ik zit.
Het beeld van de trein als je op een niet dienende cadans van gedachten, gedrag en emoties beweegt. Ik twijfelde even om emoties erbij te zetten, want die zijn toch altijd waar. Maar als je op de trein naar beneden zit, dan is er een samenwerking tussen emoties, gedrag en gedachten. Soms zit ik zo hard in die cadans dat ik onbewust gedachten oproep die me naar beneden halen. Wat voor mij een herkenbaar beeld is, is de cadans van de trein. Toek - Toek - Toek, zo haal ik mezelf naar beneden.
Het beeld van de eenzame boom in de woestijn. Als ik merk dat ik dat zie… Het duurt soms even, voordat je kan zien dat je een beeld aan het maken bent. Wanneer ik het opmerk, dan weet ik: ik heb verbinding nodig. Ik moet nu iets gaan doen wat me verbindt met mij. En dat doe ik door met anderen te verbinden, die mij zien als mij, door mij te inspireren, door me te voeden met mensen die de neus in dezelfde richting hebben.
Het beeld van jezelf in de verf zetten of daar een compromis in maken. Je gedachten kennen allerlei verhaaltjes over waarom jij niet in de verf zou moeten staan. Jezelf in de verf zetten is jezelf laten zien en laten zijn. Is aanvaarden wie je bent. Daar fier op zijn en dit met de wereld delen, omdat dit in lijn ligt met je waarden. Niemand heeft als waarde ‘zichzelf verbergen.’
Het beeld van ontmenselijking klinkt luguber en eng, wat het ook is. De mens eruit halen.
Het beeld van het pad naar kleding, die jou laat zien en laat zijn.
Het beeld van een gedachtenruimte. Alsof gedachten in een ruimte hun ding zitten te doen, maar we hebben nog een lichaam erbuiten. Het is in die gedachtenruimte dat het leidingsysteem bestaat en functioneert, zoals ik al schreef over het lichaam wat erbuiten is. En vrouwen een platte buik hebben. Als je daarop let is er niemand die dit heeft, ook de mannen niet. Dus kan jij het beeld zien van wat de anderen, en de maatschappij, van een man of een vrouw hebben. Ik zie daar het beeld van een sticker die anderen op je plakken en het beeld van de gemiddelde mens. Een grappig beeld blijft beter plakken.
Het beeld dat jij in de spiegel ziet. Kan je dat zien zonder de sticker of waar de sticker soms toch plakt. Kan je zien en horen dat er allerlei zaken in de gedachtenkamer ontstaan? Kan je dat laten zijn? Geef jezelf het beeld van de fanfare en het podium, omdat je een einde van een pad bereikt hebt. Wat als jij je eigen fanfare bent?
Suitably yours,
Annelies