kleding op maat

laat jezelf zijn - zien.

Atelier Annelies Bruneel ontwerpt en maakt Belgische mode met de hand.  Laat kledij maken voor de mooiste dag van je leven, of gewoon voor elke dag. Haute couture past ook in jouw kledingkast. 

Normale emoties

Ik deed net een oefening, waarbij ik een brief vanuit een jongere versie van mezelf schreef aan de huidige Annelies. Ik hoorde die inzichtoefeningen van Teal Swan. Je weet dat ik van schrijven houd, van herhaling en vooruit naar vroeger. Die laatste quote is dan weer van Jan Rotmans.


Ik begon aan de brief zonder dat ik er vooraf over na had gedacht. De instructies had ik een paar weken geleden gehoord, die voelden vooral vaag. Ik leefde me in, in een jongere versie van mezelf. Als bij toeval gingen mijn herinneringen naar een Annelies die niet echt bezig was met wat anderen van haar dachten. 


Dit deed me inzien dat ik daar nu wel heel erg mee bezig ben. Meer dan ik eerlijk zou antwoorden, moest je me dat vragen voor ik dit nu inzag. Het was bijna of in die tijd alles qua erbij horen vanzelf ging. Ik deed toen veel in groepsverband: ik zat in een klas, de hobby's die ik deed, de vrienden uit de buurt. Alhoewel ik, terwijl ik dit schrijf toch heel kritisch naar mezelf kijk, was dit echt zo. 


Ik was deel van die klas, omdat ik in die klas zet. Dat maakte niet dat dit mijn beste vrienden waren, maar ik had wel het vertrouwen om kritisch te kunnen zijn als ik vond dat iets niet correct was, als iets niet helemaal duidelijk was of om te proberen en te testen. Het is dat gevoel, van vertrouwen in de groep en de omgeving, om de vrijheid te hebben om te proberen, dat nu frappant voor me blijkt te zijn. 


Ik moet toegeven dat ik nu het oordeel van de ander in de weegschaal leg, wat ik in die tijd - naar mijn inleven nu - niet deed. Niet dat ik steun had van mijn omgeving. Het idee dat ik de dag erna nog in dezelfde klas zat, maakte dat ik de dag erna opnieuw kon proberen. De zekerheid, omdat het zo was.


De boeiende dynamiek van openstaan voor de ander. Er is een conflict tussen mij en een ander ontstaan. Ik kies er meestal voor om de eerste emotie alleen te doorstaan of met iemand die dichtbij me staat. Zoals ik schreef in de kleermakerszit ‘opdagen’, komt daaruit een dieper inzicht in mijn waarden. Met dit inzicht in mijn achterhoofd ga ik open naar de ander toe. In het geval waar ik nu aan denk, stond de ander totaal niet open en dat deed hij door contact met me te mijden. Ik ben open en nieuwsgierig, dus ik denk: ah, dat is ook een manier om met dingen om te gaan. Wat kan ik hiervan leren? Zo leer ik het gedrag van contact mijden.  


Als ik nu terugga naar de jongere Annelies en een gelijkaardig moment zoek. Het kon me ergens wel een beetje schelen als een leerkracht minder over me dacht, maar die deed de volgende dag gewoon weer gewoon. Ik moet er ook bij stellen, dat ik zelden iets deed wat niet oké was. Het gaat over een fout antwoord geven op een vraag, mijn mening geven als ik het niet eens was met een stelling, durven vragen om feedback of meer uitleg als ik daar nood aan had. Ik kan me geen moment herinneren dat de gehele groep zwart-wit tegenover me stond en dit heel duidelijk maakte. 


Vanaf het moment dat ik een jaar ouder was kan ik me wel degelijk momenten indenken. Wellicht is dat ook de leeftijd dat de mening van de ander waarde krijgt in het bij de groep horen. Er dat de vraag ‘wat is er mis met mij, waardoor ik geen liefde en erbij verdien?’, in me sloop.   


Mijn hypothese nu is dat mijn openstaan, me de vraag deed overnemen. Ik lees net het volgende van Susan David, vrij vertaald: wanneer normale emoties opzij duwen om valse positiviteit te omarmen, verliezen we de capaciteit de skills te ontwikkelen om te kunnen functioneren in deze wereld zoals die is, niet zoals we zouden willen dat die is. 


Door gewoon positief verder te gaan, zoals ik ervaarde bij de jongere Annelies, of door de emoties opzij te duwen door het gesprek niet aan te gaan, leerde ik niet de skills die nodig zijn om in deze wereld te functioneren. Ik ben volledig verantwoordelijk voor hoe ik nu functioneer. 


Maar zo ben jij dat ook. Er was in kledingmomenten geen tijd voor de normale emoties. Wie heeft er een gesprek in de kledingwinkel over het feit dat het lastig is dat die broek niet past. Nee, met veel positiviteit brengt de verkoper een andere maat of ander model, dat je zeker wel gaat staan. Voor de spiegel gaat deze dat dan ook nog eens mooi uit de doeken doen, maar zo leerde jij niet naar je lichaam te kijken zoals het is. En de skills om het te kleden, zoals het jou emoties zou dienen krijg je op deze manier ook niet.


Dus zomaar van mezelf, jezelf of de ander verwachten dat we kunnen uitspreken waar we nood aan hebben, vragen om de steun die we nodig hebben en opkomen voor onszelf is niet evident. We hebben een wereld gemaakt waar weinig ruimte is voor de normale emoties en zo leerden we die skills niet. Ik ga nog bewuster ruimte maken voor emoties, voor mezelf en de mensen rondom me. 


Suitably yours,

Annelies



Opdagen

Relaties stoppen, omdat je niet meer komt opdagen voor de ander, niet omdat er dingen verkeerd gezegd of gedaan zijn. Dit is een quote die ik op sociale media zag passeren en waarvan ik voelde: dit is juist. 


Als ik terugkijk naar relaties die niet verder zijn ontwikkeld, is het inderdaad omdat ik - en de ander - gestopt waren met opdagen. Het is zelf bijna een regel die ik gebruik op momenten waarop ik niet goed weet wat te doen in een relatie. De ander gaat door een moeilijk moment; ik weet niet goed hoe daarmee om te gaan of ik vermoed dat het niet eenvoudig gaat zijn. Dan hou ik die relatie voor de spiegel. Is deze waar en waardevol voor me? Zo ja, dan daag ik op. 


En dit geldt ook voor mezelf. Daag ik op voor de lastige momenten? Daag ik op voor de momenten waarop ik het niet meer weet? Daag ik op voor mijn emoties? Nu had ik daar een beter inzicht in waarom dit een keuzemoment is. Een relatie bouw je stapje voor stapje op. In het begin daag ik op, omdat het fijn is. Ik daag op, omdat het me een goed gevoel geeft. Ik daag op, omdat het gevoel van verbondenheid blijft. Alhoewel ik niet weet of je hier al over verbondenheid kan spreken. De eerste reden van opdagen is heel persoonlijk. Iets trekt je aan, het voelt fijn. 


Heel geleidelijk aan, en vaak toevallig lijkend, ontstaat er een mini-moeilijkheid. De eerste keer dat het fijne gevoel niet vanzelf gaat. Het is klein, een mini-verschil in verwachtingen. Iets waarvan ik dacht dat de ander het ging doen, deed diegene niet of blijkt diegene niet te kunnen. Een mening die ik deelde, blijkt niet gedeeld. En hier komt ‘moed’ in het verhaal. De moed om op te dagen. In deze eerste mini-moeilijkheid heb ik oneindig veel opties, maar eenvoudig gesteld komt het neer op: kies ik ervoor om op te dagen voor de relatie of niet?


Om die keuze te maken is het belangrijk te evalueren of de relatie waar en waardevol voor me is. In geval van nee, dan laat je dit moment voor wat het is. Dan gaan beiden hun verhaal van de mini-moeilijkheid voor zichzelf vertellen. Dit is nu eenmaal wat onze hersenen doen: verhalen maken. Er gebeurde iets wat geen duidelijk verklaring heeft, dus gaat ieder voor zich zijn verhaal ervan maken. In deze mini-keuze om niet op te dagen, kies je er dus voor om de relatie geleidelijk aan te laten gaan. 


Stel dat je voelt dat de relatie het wel waard is om voor op te dagen, dan ga ik het gesprek aan.  Ik evalueer eerst voor mezelf wat er gebeurde in de mini-moeilijkheid. Dit is inderdaad gelijkaardig aan het verhaal dat ik mezelf ook zou vertellen als ik niet in de relatie zou investeren. Maar ik bekijk dit verhaal met de ogen van hoe kunnen we hier samen evalueren? Hoe kan ik (en de ander) hierin groeien? Waar moet ik me excuseren? Waar was ik niet in lijn met mijn waarden? Waar vind ik dat de ander over mijn grens gaat? Hier hou ik het verhaal voor de spiegel van mijn waarden en het feit dat deze relatie het mij waard is om in op te dagen. 


Ik zet de intentie op wat ik in dit moment, dat ik naar mijn verhaal luister, zie als een mogelijkheid met nog onbekende informatie over mezelf. De ander heeft ook een versie van de mini-moeilijkheid. Ik vind het belangrijk om te leren van het verhaal dat ik mezelf vertel, voordat ik het gesprek aanga. Omdat ik dan ook met de informatie over mezelf het gesprek kan binnenstappen. Misschien heb ik ergens nood aan wat ik niet duidelijk maakte; misschien is er voor mij een grens die voor de ander er niet is of misschien deed ik iets wat niet ok is. In elke omstandigheid komt het neer op communiceren, maar daarvoor moet ik eerst voelen waar ik sta. 


Vervolgens ga ik het gesprek aan. Met als doel te luisteren naar het verhaal dat de ander zich vertelt over de mini-moeilijkheid. Het gaat niet om wat juist is of fout. Het gaat hem om te weten te komen: waar heeft de ander nood aan? Is er een grens die ik of we niet zagen? Het is samen exploreren waarom dit voor beiden van ons moeilijk is. De reden dat dit in een relatie met mini-momenten begint is omdat dit niet eenvoudig is. Dus de eerste gesprekken gaan over onbenullige dingen waar je gemakkelijk zou kunnen overstappen. 


Maar toch weet ik dat het belangrijk is om daar in op te dagen. Omdat ik zo zeg tegen de ander: ‘jij doet er toe.’ Ik wil jouw verhaal weten. Ik vind jouw noden waardevol en iets waar ik voor wil staan in deze relatie. Doordat het zo klein is leer je dit niet-evidente gesprek te hebben en zo groeit de relatie verder en komen we dichter bij elkaar. Zo komen er ook andere moeilijke momenten. Moeilijke momenten over moeilijke onderwerpen, moeilijke momenten in moeilijke situaties, moeilijke momenten in moeilijke periodes en andere moeilijkheden. 


Als ik dichterbij kom en we zijn verschillend, dan gaan die verschillen naar boven komen. En dat levert moeilijke momenten op. Door te kiezen om op te dagen, gaan we door het moeilijke moment en wordt het iets minder moeilijk. Zo komen we dichter bij elkaar en herhaalt de cirkel zich. Waarom zou ik dit dan doen? Omdat het fijne gevoel, van in het begin, dieper en sterker wordt. Ik weet nog meer wat ik aan de ander heb. Ik ken mezelf beter in verschillende situaties met de ander. Ik kan nog meer vanuit mijn eigen waarden, waarde en waarheid opdagen. 


Mini moeilijke momenten zijn bijvoorbeeld: je hebt geen regenkleding bij je en de regensluizen gaan open. Je bent niet gekleed op de gelegenheid waar je bent. Die broek waar je je altijd goed in voelde, blijkt toch niet zo goed te zitten op dit moment. Na lang twijfelen over je outfit, denk je de gehele dag dat je de andere had moeten kiezen. Je krijgt niet het compliment op je kleding dat je had willen horen. Je deed moeite om er goed uit te zien, maar andere zien geeft je het gevoel dat je een rondlopende dweil bent. Je wou die jurk met dat vestje aan doen, maar de logistiek van het wassen en strijken krijg je niet in de planning geduwd. Je denkt dat geen enkele kleding jou ooit gaat passen. Je weet wat je wilt, maar je vindt het niet in het aanbod. 


Is deze relatie waar en heeft deze relatie waarde voor je? Dan raad ik je aan om op te dagen, vooral bij de eerste mini-moeilijkheden. Op die manier bouw je een langdurige- en ondersteunende relatie met dat kledingstuk.  


Opdagen is geïnspireerd op het boek Rising Strong van Brené Brown.


Suitably yours,


Annelies



Linnenzak


2.png



Deze keer wil ik je iets laten zien met foto’s. Dit is dezelfde jurk gedragen door één van mijn collega’s en door mijzelf. Mijn collega - de paspop - heeft iets andere maten dan ik, maar ze is de confectiemaat die het dichtste bij mij in de buurt komt. Ze is iets smaller dan ik, anders zou ze niet in de kleding passen. Haar hoogte kan ik aanpassen. 



Ik wil je het werk dat ik doe laten zien. Dit is een jurk waarvan ik vind dat ze me in mijn waarde zet. De kleur is ‘mijn blauw’; de kleur waar ik me thuis in voel. Het materiaal is linnen, waarin ik ben opgegroeid en een rijk materiaal, dat ik graag draag. Ik ben iemand die het snel warm heeft als ik beweeg. Ik ga graag wandelen (om na te denken), ik verplaats me met de fiets en al werk ik een dag thuis dan doe ik nog veel trappen en gekke dansjes. Dus doordat ik veel beweeg en het snel warm krijg wanneer ik beweeg, heb ik stoffen nodig die de warmte van me af laten gaan. Dat is wat linnen doet. Het houdt je fris door zijn vochtregulerende eigenschappen. Als je lichaam het warm heeft, geeft het vocht af. Het is doordat dit rondom je blijft hangen dat je het warm blijft hebben. Dus linnen doet voor mij goed werk, want het voert het vocht af. 



Verder vind ik de natuurlijke val en beweging van de stof aangenaam. Het beweegt zacht, maar niet overdreven, mee met het lichaam. Je zou op basis van de foto met de paspop kunnen zeggen: ‘dit is gewoon een linnen rechte jurk.’ Een linnen zak, zoals sommigen dit neerbuigend zouden beschrijven. Linnen werd vroeger inderdaad ook voor zakken gebruikt. Materialen kunnen meerdere functies hebben. Linnen heeft een rustiek karakter, maar ook een rijkelijk licht blinkende kant. 



Dit lijkt een rechte klassieke jurk met korte mouwen. A little blue dress. Het concept van een little black dress is dat je die jurk gemakkelijk op veel momenten kunt dragen. En dit is het geval met dit model voor mij. Ik ga hierin wandelen, fietsen, klanten ontmoeten, boodschappen doen en naar opgeklede gelegenheden in de winter en niet te warme zomer. En dit kan met dezelfde accessoires, schoenen, jas en juwelen. 



Soms vind ik het fijn om net iets meer juwelen de jurk op te kleden. Stel dat ik naar iets heel aangekleed moet dan doe ik mijn trucje. Ik heb schoenen, een mooie halsketting die ik ook als armband draag en een handtas die eigenlijk mijn portefeuille is in hetzelfde kleur. Toevallig heb ik deze allemaal tweedehands gevonden. In het groen, wat je ziet wanneer de eerste zon schijnt op het gras nadat het gesneeuwd heeft. De combinatie van frisgroen met okergeel erin, en als ik deze drie bij die jurk of een andere outfit aan trek ben ik onmiddellijk opgekleed. 



Maar ik maakte de twee foto’s om je te laten zien wat de juiste vorm met je kan doen. Ik voel me goed in die jurk, omdat het me in mijn waarde zet. Het laat zien wat ik fijn en de moeite vind om te laten zien. Het laat zijn wat ik niet wil laten zien. En het legt subtiel een accent op de plaatsen, die ik daardoor laat zien. Ik vertaal het even voor je: ik laat mijn benen zien, ik vind dat fijn en ook heel praktisch. Ik heb niet de behoefte om mijn borsten in de kijker te zetten, dus deze laat ik zijn door ze niet te laten zien. Subtiel leg ik het accent op mijn heup en in mijn taille.  



Dit doe ik op twee verschillende manieren. Ik schreef al dat linnen subtiel en zacht mee beweegt. De vorm van de jurk legt geen accent in de taille, dat zie je bij de paspop. Maar deze doet dit wel subtiel als ik die draag, omdat de jurk uiteraard op mijn maten gemaakt is. De jurk sluit zacht aan op mijn heup, zonder een hard contrast te geven. Het lijkt een rechte jurk, maar die heeft op de plaats van mijn heup de exacte breedte zodat het aansluit op mijn heup, maar ik kan ook bewegen. Dit maakt dat het volume daarboven vrij kan bewegen en dat ik door de val van de stof mijn taille subtiel laat zien. Als ik me draai of beweeg zie je de elegante taille die ik heb.  



Dit is wat mij gelukkig maakt aan kleding maken en denken. Iemand, in dit geval mezelf, in zijn waarde zetten. 



Suitably yours,

Annelies




Haar zien.

Haar zien triggered me. Haar aanwezigheid toen, laat me tot nu dingen zien en zijn. Ik zag in haar mezelf terug. De Annelies van jaar geleden. Pff, dat is confronterend om naast je oude zelf te zitten. Ik kon me nog goed in de jongere Annelies inleven. Wellicht zat daar wel een verkleurde filter op, maar ik herinnerde me nog hoe ik dacht, voelde en deed. Omdat ik dat in haar zag. 


Hoe hard ik toen op zoek was naar erbij horen. Gezien en gehoord worden omwille van wie ik ben. Maar omdat ik nog jong was, was het zoeken naar wie ik ben er ook nog een deel van. Ik zag een eenzaam iemand die er zo van overtuigd was dat je overgeven aan ‘de anderen en de wereld’ de manier was om erbij te horen. Ik keek, vergeleek en inspireerde me op anderen om te zien hoe je dat doet leven. Ik gebruikte mijn nieuwsgierigheid toen om te leren van anderen. Ik had het gevoel dat ik niets wist, weinig kon en gevoelens me verwarden. Dit is hoe ik het nu zie. 


Toen keek ik met een geheel open blik naar de wereld. Waar ik in mijn tijd alleen dan vaak over nadacht. Wat is daar nu gezegd, wat is daar gebeurd, wat was het gevoel dat daar leefde? Ik was buigzaam en flexibel. Ik deed niets waar ik me nu voor schaam of waar ik mij niet meer mee kan verbinden. Dat was het gekke aan haar zien. Ik kon me totaal inleven in de jonge Annelies. 


Ik vroeg me af: wat zou ik haar, maar vooral de jonge Annelies, kunnen vertellen, geven of laten ervaren, zodat ze deze weg niet of anders zou moeten afleggen. Wat miste de jonge Annelies? Wat zou ik kunnen doen voor anderen die in een gelijkaardige situatie zitten. Doordat ik naast de jongere Annelies zat, kon ik me ook glashelder inleven in hoe die zou reageren. Deze blog zou ze niet lezen. De manier hoe ik hier dingen uit de doeken doe, daar zou ze te flexibel naar toe buigen. 


Mijn verlangen naar verbinding, gecombineerd met mijn nieuwsgierigheid naar de ander én de wereld, sneeuwde de weg naar mijn verbinding onder. Na een eerste periode waarin de jongere ik openstond voor de andere en daardoor onlogica en teleurstelling leerde kennen. Huh? Deze persoon zegt toch zo te zijn, maar het gedrag zie ik als anders. Mijn openheid maakte dat ik geloofde wat de anderen zeiden. Als dit niet zo bleek te zijn, verafschuwde ik mijn openheid. Daarnaast gebruikte ik mijn nieuwsgierigheid om alles wat de anderen doen, voelen en denken op te vangen. Deze kennis en kunde, die ik daardoor opdeed, leverde me nog niet het gevoel van erbij horen op. Dus ik vervloekte mijn nieuwsgierigheid. 


Hoe had ik die Annelies kunnen duidelijk maken, dat het net door het aanvaarden en gebruiken van die openheid en nieuwsgierigheid is, dat erbij horen kan ontstaan. Ik wou toen bepaalde delen van mezelf wegstoppen en dan zou ik erbij horen. Dus ik verborg mijn openheid en nieuwsgierigheid een beetje; ik was daar niet zo goed in. Er was van alles aan me dat maakte dat ik geen liefde en verbinding waardig was. Nu kan ik zien dat door dat te denken, ik me zo ook gedroeg en dat anderen dan ook zo met me omgingen. 


Ik geloofde de verhalen die ik zelf maakte op basis van die twee eigenschappen. Dit was de gouden graal waarvan ik geloofde dat dat was hoe je moest leven. Al mijn energie ging naar het zoeken en ontleden van de delen van mij die niet pasten in dat idee. Ik had het vaststaande idee dat liefde de struggle was tussen wat ik nu benoem als wie ik ben en het idee wie ik moet zijn. Dus ik moest vechten, werken en tonen dat ik liefde waard was door mezelf te verloochenen. Nu kan ik eenvoudig zien dat het de keuze is om te focussen op in de wereld stappen en kijken naar wat maakt dat ik liefde en erbij horen waardig ben, in plaats van het tegenovergestelde: zoeken naar wat is er mis met mij. 


Alle kleine details in hoe ze daar zat maakten dat ik dit terugvoelde in mezelf. Ik weet dat iedereen zijn eigen pad moet gaan. En ik ben blij met wat ik me liet leren. Maar hoe kunnen we anderen de ruimte geven om zichzelf te laten zien en te laten zijn. 


Suitably yours,

Annelies



De intelligentie van het water

Ik schreef in voorgaande kleermakerszit dat ik bleef tollen over dat artikel waar ik integreren uit de doeken doe. En dat er meerdere punten waren. Blijkbaar had ik een gehele kleermakerszit nodig om het eerste punt uit de doeken te doen. Een andere vraag die ik mijzelf blijf stellen: ‘is het moeilijk omdat ik zeg dat het zo is of is dit een gevoel wat ik er wil op plakken?’


Ik schrijf in de kleermakerszit dat het moeilijk is om een heel oude gewoonte aan te passen. Ik maak de conclusie dat het moeilijk is, omdat het lang duurt en ik er uiteindelijk maar gedeeltelijk in slaag. Is dit de manier waarop ik die aanpassing wil beoordelen? Is het resultaat en de snelheid de manier waarop ik de aanpassing wil beoordelen? Het feit dat ik de vraag stel is al genoeg om te concluderen dat het antwoord ‘nee’ is. Ik wil blijkbaar als een grondige strom alles veranderen. 


Terwijl het eerder gaat als intelligentie van water. Golven die komen en gaan. Dit zie je trouwens niet vanuit de lucht. Ik merkte op dat je die beweging van golven niet ziet vanuit de lucht, dat je de permanente schuimkop van de breking van de golf ziet. In tegenstelling tot wanneer je in de zee speelt met de golf en elke keer wacht op de breking. Als je kijk naar hoe water een landschap uitgraaft, beeldhouwt en vormgeeft door gewoon keer op keer te passeren. Dan zie je de kracht van water. En daar leid ik de intelligentie van water van af. 


Water neemt het eenvoudigste weg. Als element zijn de eigenschappen weinig krachtig: doorzichtig, extreem flexibel, neemt andere eigenschappen over. Wil dit dan zeggen dat het beeld van zijn zoals water, dat je karakterloos bent? Eigenlijk niet. Maar toch merk ik dat het stille verzet geleidelijk aan iets in een eenvoudigere richting. Mouleren en flexibel zijn naar iets zijn geen eigenschappen waar ik laaiend over wordt.  


Het gehele idee van verandering is moeilijk; het komt voor een stuk voort uit het feit dat we kijken naar het resultaat. Mijn doel is de wereld een plaats laten zijn waar iedereen zichzelf kan laten zien en laten zijn door mezelf te laten zien. Ik weet dat ik dit niet ga bereiken als ik focus op letterlijk ‘de wereld.’ Het helpt me om dit te groot te verbeelden, omdat ik een klein stapje niet genoeg vind. Stel dat ik zou zeggen dat ik me beperk tot mijn wereld of de mensen dicht bij mij. Het feit is dat alles met elkaar verbonden is en dat ik zie dat het groter geheel dit nodig heeft. 


Ik zou alles wat ik wel, en niet, doe kunnen afwegen tegen het feit van het wel of niet bereiken van bovenstaand doel. Dit zou betekenen dat ik de gehele tijd moet leven met het feit dat er meer te doen is dan wat ik al deed én het zou me verantwoordelijk maken. Het gedrag, de gedachten en de gevoelens van anderen heb ik weinig tot niets mee te maken. Ik ben wel verantwoordelijk voor hoe ik de anderen hun leven aanraak en daar probeer ik vanuit mijn doel naar te denken, voelen en handelen. 


Je hersenen vertellen je wat zij denken wat je wilt horen. Dus als ik mezelf de gehele tijd vertel dit is moeilijk, dit is lastig, dan gaan mijn hersenen bij een situatie uitkijken of dit niet te moeilijk of te lastig is. Maar wat kan ik mijn hersenen dan vertellen om de waarden waar ik naar wil leven te concretiseren? 


Het eerste waar ik nu aan denk is: helder krijgen wat je wilt. Dit opschrijven en je afvragen: is dit duidelijk genoeg? Dit was in het geval van de toiletgewoonten duidelijk. Vervolgens zoeken naar het juiste moment om in te haken. Dit bleek bij een oude gewoonte geen evidentie. Het is niet altijd het begin, waar je de trein van richting kunt veranderen. Het is zoeken naar waar zit de wissel. Zoals ik hierboven beschrijf, in de context van een menselijke wereld maken, hoe raak ik anderen hun leven aan. Dit is de wissel, het moment dat je kunt inhaken in je gedachtenstroom. Gedachten maken je gevoelens en deze bepalen je gedrag. Vandaar dat het belangrijk is om een moment om in te haken te vinden, daar start de beweging. 


En vervolgens vertrouw je op de kracht van de intelligentie van het water. Je weet waar je naartoe wilt. Je nam de tijd om de wissel te zoeken. En neem je de kleine stapjes, soms te belachelijk om over na te denken, in de richting die je wilt volgen. En let op je hersenen: geef hen de voedingsstoffen die nodig zijn om jouw doel te bereiken. Iets groots bestaat uit vele kleine deeltjes die in dezelfde richting bewegen. En ik probeer de woorden ‘moeilijk’ en ‘lastig’ te zien als rode vlaggen, die mijn hersenen de foute ondersteuning bieden. 


Suitably yours,

Annelies 



Dé mensen

Ik schreef gisteren de kleermakerszit over integreren en er zijn een aantal dingen die blijven tollen in mijn hoofd. Ik schrijf en deel elke keer wat ik op dat moment weet en nu merk ik dat ik blijf denken aan wat ik schreef. 


Een eerste punt wat ik wil delen: legde ik niet te veel verantwoordelijkheid bij het kapitalistische systeem? Na de tweede wereldoorlog is het idee van een betere wereld voor iedereen bereikbaar maken een drijfveer. In de oorlog leerden we op een snelle manier technologische ontwikkelingen op punt stellen, zo ook kleding maken. Mede door voorafgaande industrialisatie is het in de tweede wereldoorlog mogelijk om kledingfabrieken te hebben waar de uniformen sneller en goedkoper geproduceerd worden. Na een aantal jaren terug op ons effen komen en economisch te groeien zijn we als maatschappij in de jaren ‘50 klaar voor de nieuwe wereld. Neem de wereldtentoonstelling van expo 58: een betere wereld voor de mensheid. Zetten we techniek in om iedereen een betere wereld te laten ervaren? Er is geld en motivatie om het voor iedereen toegankelijk te maken. Dit doen we door grootse industriële technieken; zo komt de kleding die klaar is om te dragen bij de mensen.  


De kleding wordt gemaakt voor een betere wereld voor de mensen. Lees goed dé mensen. In de jaren ‘60 is dit economisch rendabel. Als we kijken naar de snit en het patroon van die mode, zien we heel eenvoudige vormen. Als geometrische vormen staat de kleding rondom de drager. De focus ligt op de nieuwe technologische stoffen en kleuren. In die geest van ‘het creëren van de betere wereld’, is er geen ruimte voor individuele maten. Kleding in dergelijke vormen past voor de meeste mensen. Een getailleerde jurk is enkel voor een persoon op maat getailleerd. Ieder lichaam is anders, maar op dat moment is de bouw aan een betere wereld de grote drijfveer. Het is hier dat het algemene maatschappelijke geloof in een betere mensheid, het begin is van mode voor dé mensen. 


Gestimuleerd door het idee dat iedereen deel is van de betere wereld, maakt mode toegankelijk. In de jaren ‘70 veranderen de stoffen, tegenover de stevige stoffen van de jaren ‘60 worden deze nu soepel en met meer kleur. De geometrische vormen worden langer, maar het principe blijft een variatie op kleding waar iedereen in past met een basis maatsysteem. In de jaren tachtig zien we dat de vormelijkheid creatiever wordt. Het volume zit in de schouders en met een riem in de taille geven we het geheel toch nog een accent. Mede door media en films krijgt dit silhouet de invulling van iemand die in zijn kracht staat. Vanaf de jaren ‘90 zijn de technologieën op punt om flexibele en lichaamsvolgende stoffen te verwerken. Hier zien we aansluitende kleding, omdat de stof dit kan. In de jaren ‘00 zien we losse kleding in lagen over elkaar als oplossing om iedereen te kleden. De fabrieken zijn op hun technische top qua kunnen, dus ze moeten continu produceren. Vervolgens veranderen we de kleuren, de vormen en de materialen snel. Dit blijkt vooral voor jongeren te werken. Later gaan we deze druk van verandering op de iets volwassener mensen toepassen, in de jaren 10. We krijgen een razend snelle opvolging en verandering van trends en tendensen. Maar als je er dichter naar kijkt zijn het herhalingen en recombinaties van reeds bestaande modes. 


We leven nu in een tijd waar angst, beschuldigen en onverbondenheid de karakteristieken zijn.  De angst om er niet bij te horen. De angst om niet in het geheel te passen. De angst om niet aanvaard te worden. De angst om de mens wie je bent te laten zien en te laten zijn. 


De kledingindustrie is door de evolutie, die ik hierboven beschrijf, zo met trends bezig dat je er niet onderuit kunt. Stel ik wil een eenvoudig wit hemd kopen. Ik neem dit als voorbeeld, omdat dit al honderden jaren deel is van het kledingassortiment, zowel bij mannen als bij vrouwen. Ik geef je de garantie dat als je nu een hemd koopt, dit binnen enkele jaren niet meer in de mode is. Nu zou je kunnen zeggen: ‘dit kan me geen bal schelen.’ Als je geluk hebt kocht je er één die de kwaliteit kan behouden, wat bij de snelle mode niet het geval is. Ik ben ervan overtuigd dat dit hemd na enkele jaren niet meer ‘jou’ is. 


Een kledingstuk dat ‘jou’ is bedoel ik dat het jou laat zien en laat zijn. Dat het jou herhaaldelijk en langdurig ondersteunt. Dat het deel uitmaakt van je dagelijkse leven, deel van wie je bent. Ik ben ervan overtuigd dat het dit niet gaat doen, ook al denk je er keihard over na wanneer je het koopt. En maakt de prijs dat je jezelf verplicht om dit te laten zien en zijn wie je bent voor jaren? Waarom kan ik dit zo stellig denken? Omdat we in een cultuur leven van: wat is er mis met mij dat ik geen liefde en erbij horen waardig ben? 


We zijn continu op zoek naar wat maakt dat ik, of de ander, of die groep, het niet waardig is om erbij te horen. Dit uit zich in de angst, beschuldigingen en onverbondenheid waar ik eerder over schreef. Dit zoeken naar wat is een andere kant van de drijfveer van een betere wereld voor dé mensen. De kledingindustrie is vanuit maatschappelijke ondersteunende intenties zich gaan ontwikkelen tot de mode die we nu kennen. 


Deze is doorspekt van het idee dat we aan dé mensen denken, niet het individu. De vraag waar ik mee worstel, tijdens het schrijven van de voorgaande kleermakerszit is: legde ik hier niet de veel verantwoordelijkheid? Is het niet onze eigen verantwoordelijkheid om kleding ons te laten zien en te laten zijn, in de plaats van het geloof in een betere wereld? En dat wil zeggen dat we de vraag moeten omdraaien: wat is aan mij, de ander of die groep dat maakt dat ik liefde en erbij horen waard ben?


Suitably yours,

Annelies



Integreren

Ben jij ook al eens op reis geweest naar een land dat andere toiletgewoonten had dan de gewoonten die wij kennen? De vraag om mijn toiletgewoonten aan te passen deed me inzien hoeveel het vraagt om gedrag aan te passen. 


Concreet werd van me verlangd dat ik het wc-papier niet in het toilet deed, maar in een losstaande vuilnisbak. Voor als je het wilt weten; de leidingen en de septische put zijn niet voorzien om wc-papier te transporteren en verwerken. Doe je dit wel, dan verstopt het toilet vrij snel. Ik heb geen toilet laten vastlopen, maar toch viel het toiletpapier vaak in de pot. 


Ik had er geen enkel probleem mee om te begrijpen dat dit hier is hoe ze het doen. Het aanpassen van een gewoonte is niet evident. Eerst probeerde ik op het moment dat ik de deur van het toilet opendeed, daarop in de haken. Ik zei tegen mezelf: ‘gooi het papier in de vuilbak.’ Toch deed ik dit niet. Ik merkte op dat tussen het openen van de deur en het laten vallen van het papier mijn gedachten niet meer bij het toiletbezoek waren. 


Wat op zich een interessant inzicht is. Dat ik blijkbaar herhaaldelijk niet in het hier en nu aanwezig ben. Iets wat ik in mijn leven juist wel probeer te zijn. Mijn gedachten gingen onder andere naar het schrijven van deze kleermakerszit, doordenken op dingen die ik gezien had en zo verder. Bij de volgende toiletbezoeken probeerde ik aanwezig te zijn in dit hier en nu. Ik merkte dat mijn aandacht ging naar het bekijken van het kabinetje, de deur, het papier waarop staat dat je het wc-papier in de vuilnisbak moet werpen. Ik bleef mijn oude gewoonte herhalen. 


Vervolgens probeerde ik in te haken op het moment dat ik het wc-papier pakte. In een tweede poging om een gewoonte te doorbreken. Een moment waarop ik een deel van het oude patroon uitvoer, dit opmerk en benoem om vervolgens de andere weg uit te gaan. Ik nam heel bewust het wc-papier, maar de pauze die tussen het nemen en het gebruiken zat, was genoeg om mijn oude gewoonte naar boven te laten komen. 


Naar de wc gaan en hoe we deze handelingen doen is misschien wel een van de eerste gewoonten die we aanleren in het leven in een maatschappij. Een oude gewoonte is heel sterk en ik weet niet of onbewust het juiste woord is, maar automatisch wel. Ik probeerde dus op iets in te haken wat op de automatische piloot verloopt. Het zoeken naar inhaakmomenten was op zich al een zoektocht. Soms focuste ik me bij het toiletbezoek op het zien van de verschillende gedragingen, om zo een inhaakmoment te vinden. 


Hard zijn tegen mezelf, omdat ik het toch verkeerd deed, hielp ook niet. Ik voelde me wel schuldig, omdat ik mogelijk hun wc verstopte. Zelf heb ik er nooit de effecten van gezien, maar ik weet wat een gesukkel het is bij een wc die wél papier kan verwerken. Ik kan mij er dus wel iets bij voorstellen en ik heb er geen behoefte aan om anderen op deze manier tot last te zijn. 


Wat maakt dat ik het na verloop van tijd bijna niet meer deed? Ik concludeerde en accepteerde dat deze gewoonte veranderen een niet zo eenvoudige opdracht is. Ik voelde me schuldig, ik deed iets verkeerd, wanneer ik het niet volgens deze gewoonten deed. Ik maakte van het toiletbezoek nog meer een bewust-aanwezig-zijn-moment. De drie pijlers waar ik op steunde zijn: gedachten, gevoelens en gedrag. Om nieuwe zaken te integreren is het nodig om deze drie pijlers aan te spreken. 


Uiteraard wil ik het niet over wc-papier hebben hier. 


De kapitalische economie gebruikt mode, en haar kenmerkende eigenschap om te veranderen, om uiteraard meer geld te verdienen. Het kapitalisme heeft geen andere doelen. Dat is wat ik lang dacht en daar dacht ik ook over na als ik op de wc zat. 


Gedrag aanpassen is niet voor de hand liggend. In dit geval wilde ik het geheel. Het was me volledig duidelijk waarom en nóg was het sukkelen om tot een min of meer aanpassing te komen. Is het dan dit dat het kapitalisme gebruikt om snel geld te verdienen, terwijl gedrag aanpassen niet snel gaat? 


Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw heeft het kapitalistische systeem de mode overgenomen. Mode, van het Frans, een manier waarop; elke ontwerper toont zijn manier, waarop jij je zou kunnen kleden. Dit is veranderend/geëvolueerd in ‘nu is dit in en straks niet meer. Dit moet je nu dragen en straks wordt het iets anders.’ Als je doel geld verdienen is, dan is een context die je continue aanspreekt om iets nieuws te kopen, een goudmijn. 


De laatste jaren gaan die modetrends zo snel; om de zes weken. Dit is bijna hoe lang ik erover deed om mijn gewoonte aan te passen. Is het dan het opleggen van een andere gedraging? Is het dan het niet meer aanbieden van het voorafgaande? Een antwoord wat ik vaak krijg is: ‘omdat het zo goed koopt is, nemen we de nieuwe mode aan.’ Maar je kiest toch om naar de winkel of de online shop te gaan. Het is niet dat je iets interessant toevallig tegenkomt en denkt: dit gaat mijn leven beter maken. 


Hoe komt het dat we die gewoonte om onze kleding aan te passen hebben en dat het aanpassen van een simpele gewoonte niet evident is. Is het idee: dit zou wel mezelf laten zien en laten zijn?  


We kochten iets in de voorgaande mode, met het idee ‘dit zou het wel eens kunnen zijn.’ Die jurk waar je ergens een foto van zag verschijnen, die paste wel bij het idee van wie je kan/wil/bent. Je koopt deze. Je draagt deze een aantal keer. Om wat voor reden dan ook wordt deze geen gewoonte en vervolgens kom je toevallig één in een andere foto tegen die het wel eens zou kunnen zijn. 


Het is het integreren van een kledingstuk wat niet gebeurt. We hebben het veranderen geïntegreerd, niet het zoeken naar jouw manier van jezelf te laten zien en te laten zijn. 

Probeer jij net als ik om tijdens je toiletbezoek even stil te staan en te luisteren naar wie je laat zien en laat zijn? Wat kies jij om te integreren? 


Suitably yours,

Annelies



spagaat.

Een idee dat al even in mijn hoofd ronddoolt is: een ode aan de onvriendelijkheid. Normaal geef ik vooraf, in mijn mijmering, geen titel aan de kleermakerszit. Ik denk dat dit idee al maanden aan mijn arm trekt. Gisteren bracht mijn nieuwsgierigheid me bij twee inzichten van verandering. 


Het eerste idee was dat verandering ontstaat in de spagaat tussen schijnbare tegenstellingen. Het is meer de bekwaamheid bij de tegenstelling te horen en die te zien als schijnbare tegenstellingen. Het is een aanleerbare eigenschap maar, en dat was de insteek in het gesprek, een nogal moeilijke om onder de knie te krijgen. Onder andere omdat we graag een eenvoudig wereldbeeld hebben met vakjes en zwart-wit denken. De persoon in het interview zei dat door van jongs af aan niet in hokjes te passen, hij die bekwaamheid trainde. 


Het tweede idee is dat verandering enkel werkt als je je leven echt wilt verbeteren. Je kunt het niet een klein beetje doen. Ik schreef al eerder over dit concept, dat ik zie als de basis van groei: verandering is niet iets wat je floeperdewoep doet. Het idee dat we gewoon ons leven blijven leiden/lijden en dat we in de extra tijd even kleine dingen gaan veranderen. Ik geloof dat de noodzaak om te veranderen nodig is om de gekende paden los te laten en tijd te nemen om nieuwe manieren en structuren te bouwen en laten ontstaan. 


We kopen belachelijk veel meer kleding en andere dingen dan pakweg vijftig jaar geleden. De wereld van toen met deze van nu vergelijken is zoeken naar wat nog de gelijkaardige punten zijn.  We zijn als maatschappij, mens en wereld gigantisch veranderd. Hadden we daar met z’n allen voor gekozen? Je kan toch alleen veranderen als je de noodzaak sterk voelt. Zelfs als we twaalf jaar terugkijken zie ik grote veranderingen. Ik schreef toen mijn scriptie over de mode-maatschappij. Ik merkte toen, nog zoekende in mijn schrijven, het einde van dé modeontwerpers en de maatschappij die de mode totaal overnam. 


Hier liggen dus twee schijnbare tegenstellingen. En daar hou ik van. Ik paste als kind ook in geen enkel vakje. Dus enerzijds is verandering een bewuste keuze. En het vraagt een training in spagaat staan tussen verschillende schijnbare tegenstellingen. En anderzijds zijn we totaal veranderd. Laten we dit even nader bekijken met de onderdelen die ik nu zie. Laten we de lijnen zoeken als een spaghetti-spagaat. 


Wat ik nu nog gebruik van mijn scriptie, in de lessen kostuumgeschiedenis, is het einde van dé modeontwerpers. Kostuumgeschiedenis is een lijn die door maatschappelijke verandering in macht zich aanpast. Dus waar begin ik? Ruw gesteld stopt de inspiratie en macht van dé ontwerpers rond 2010. En de macht gaat naar de commerciële mode. Simpel gesteld: wie aan de macht is bepaalt de mode. Dit is een vloeiende beweging: de datum die ik nu geef is een moment wat symbool staat voor die verandering. 


Het is een samenwerking tussen Lady Gaga en Alexander Mcqueen. Zij draagt in haar videoclip ‘Bad Romance’ kleding uit zijn modeshow en op het einde van zijn show wordt haar muziek gebruikt. Er was al een beweging van superstermodellen enkele jaren in ontwikkeling. Denk aan Kate Moss, Claudia Schiffer, Naomi Campbell, Cindy Crawford en anderen. Het feit dat een supermodel op de catwalk verscheen, werd soms al belangrijker dan de kleding. De verandering waar ik het hier over heb is een eerder gelijkwaardige ontwikkeling tussen de popster en de ontwerper. Dit opent de deur naar de commerciële mode. De mode-industrie ziet veel geld binnenkomen door waardige samenwerkingen tussen merk en bekende personen, maar het werk van dé ontwerpers is niet wat goed verkoopt maar de eenvoudige, commerciële stuks. Ik vermoed dat er weinig fans van Lady Gaga de kleding van Alexander Mcqueen kochten. Ik vind zijn werk inspirerend, maar niet draagbaar. Deze evaluatie beweegt verder richting de influencers mode; de huidige periode. Weg van dé ontwerper als inspiratie.  


Het lijkt me dat de samenwerking tussen de popster en de ontwerper is ontstaan vanuit een win-win idee. Modeshows werden alsmaar megalomaner. Er moesten bekende modellen zijn, nieuwe muziek, verbluffende scenografie en uiteraard de kleding moet vernieuwend zijn. Om in de wereld van de muziek op te vallen had je gelijkaardige eisen. Beiden kunnen elkaar helpen en zo ook elkaar publiekelijk bereiken. Ik vermoed dat niemand van het modehuis achter de ontwerper de gevolgen had kunnen zien aankomen. Dat hij een soort costumière werd voor haar werk. Kleding is dienende voor het verhaal en is niet het verbeelden van de ontwerper zijn wereld.


We zien een verschuiving in de macht van modeshows en kenners naar de macht van de cijfers. Wat verkoopt gaan we maken. Hoe kunnen we het zo maken dat mensen dingen kopen? De eigenschappen van de periode van dé ontwerpers zijn: elke ontwerper zet in op het ontwikkelen van een eigen beeldtaal, de focus ligt op tijdloze ontwerpen, de ontwerper laat zijn universum zien en zijn, er is een naast elkaar staande collegialiteit. In dit nieuwe commerciële mode tijdperk zijn de kenmerken: de focus ligt in het zoeken naar voor iedereen geldende trends en tendensen, doordat de focus op verkoop ligt moet er snel veranderd worden. Merken en winkels willen zoveel mogelijk klanten bereiken door een niet té uitgesproken stijl en sfeer en er is een harde concurrentie op prijs, snelheid en bereikbaarheid. 


Om terug te komen op de twee onderdelen van verandering: dit zijn toch grote veranderingen die wij als (mode)maatschappij meemaakten. Of is dit geen schijnbare tegenstelling? Als je dit nu eens bekijkt vanuit de ogen van iemand die niet wakker ligt van mode. Of je nu ontwerpers volgt of commerciële mode, dan heeft de commerciële mode meer voordelen. Het is minder uitgesproken, iedereen draag het ongeveer hetzelfde, je hoeft niet te kiezen en de prijs is ook een voordeel. 


Ik word hier niet zo vrolijk van. Ik zou willen oproepen tot onvriendelijkheid. Ik hoop dat je net als mij kunt zien dat macht en geld de reden is dat we de maatschappij, de mensen en de aardbol kapot maken. Of is dit een eenvoudig wereldbeeld? Maak ik hier nu even een zwart-wit opstelling van een complexer geven? Zit niet onder al deze verandering het idee dat het leven gemakkelijk moet zijn? Dat is in spagaat staan niet. 


Suitably yours,

Annelies

Moeten en willen

Deze binnenkopper kent u ook: doe dingen vanuit willen, niet omdat je ze moet. Hoe ik het lang toepaste was: ik wil dit graag af hebben voor de middag, ik wil mijn administratie in orde maken, ik wil dat dit vlot gebeurd. Door mijn planning en to-dolijstje meer als een wil-lijstje te beschouwen, merkte ik toch een aantal ingrijpende verschillen op. 


Ik ben rustiger. Er is geen haastige druk die achter me aan loopt, wat een deel van mij is. Door die rust werk ik geconcentreerder en is het resultaat beter. Ik kies ervoor om bewust aanwezig te zijn bij de taak waarvan ik kies om ‘m te doen. Ik begin met de vragen ‘wat is dit, hier en nu?’ Vervolgens merkte ik dat ik het aangenamer en leuker vind; wat de twee bovenstaande veranderingen versterkte. Ik gebruik die techniek ook om dingen gedaan te krijgen die me minder warm maken. Door te zeggen: ‘ik wil mijn administratie gedaan hebben.’ Meestal maakte ik het concreet, bijvoorbeeld: deze vijf dingen wil ik afronden. Er zijn mensen bij wie afvinken werkt, maar bij mij niet. Het doet me niet veel en een taak is vaak groter dan een afvinkbare to do.


De vuilbak buiten zetten, dat is ineens gedaan. Maar een mail schrijf je om een antwoord te krijgen, dus volgt daar weer een andere to do op. Anderzijds maakt de ik-wil-benadering ook dat als het niet loopt zoals gepland, door wat dan ook, dat ik gemakkelijker kan schuiven. Ik wou dit graag afronden, maar dit is niet het geval. Dus wanneer kan ik hier verder aan werken? In plaats van de frustratie van dit is niet hoe het moet. 


Ik ben nu bezig om mijn diepere wensen en verlangens uit te schrijven. In mijn dagboek neem ik de tijd om verschillende domeinen in het leven tegen het licht te houden. Waar sta ik, waar wil ik naartoe en wat is de volgende stap. Vroeger deed ik deze oefening ook, maar nu is er iets anders. Ik doe deze samen met anderen, mensen die dicht bij me staan, en ik neem er bewust en door praktische redenen meer tijd voor. Ik spreek met anderen af om dit te schrijven en aan elkaar voor te lezen, dus dan heb je tijd om na te denken tot de volgende afspraak. 


Wat ik merkte is dat het niet zo duidelijk zwart-wit is. Hoe fijn en gemakkelijk dat ook zou zijn. We veranderen de woorden en we voelen en gedragen ons anders. Sommige dingen die ik wil zijn geïntegreerde moetjes. Sommige moetjes zijn geïntegreerde willetjes. 


Vertragen, mijmeren en nadenken zijn als sinds lange tijd mijn trouwe vrienden. Tijd alleen om deze uit te voeren, doet me goed. Dus wil ik in mijn planning daar tijd voor maken. Het voelt zelfs bijna alsof het moet. In periodes dat ik het immens druk heb, ga ik nog steeds tijd maken om te wandelen. Als is maar meer tijd plan om op de afspraak te geraken, zodat ik kan mijmeren. Maar net zo als alles in het leven, zijn dingen dienend en niet dienend.  


Dat mijmeren dient me enorm; waar denk je dat mijn kleding-denken vandaan komt. Het geeft me ook de tijd om alle kanten te bekijken en de menselijkheid van de ander te respecteren. Ik besteed een groot deel van mijn mijmeren aan compassie voor anderen. In het moment met de ander luister ik aandachtig. Tijdens mijn mijmeren speel ik dit in mijn hoofd herhaaldelijk af. Om te horen hoe de andere het zegt en wat zegt die nu juist om vervolgens te ontdekken, zoeken, onderzoeken en voelen: hoe wil ik daar nu tegenover staan? 


Dit heb ik in de tweede lockdown uiteraard ook gedaan. Er was een situatie die extra aandacht vroeg. Ik wou deze professioneel aanpakken, als het mis ging dan hing daar wel een prijskaartje aan. Ik wou niet over mijn heen laten walsen en ik had recht op deze kans. Kortom, ik wou dit gewoon. Het was belangrijk voor me, dus gaf ik er tijd en aandacht aan. 


Wuppa, hij belt boos en brullend dat het niet ok is dat we de huur niet betalen en dat onze kleding nog in de winkel staat tijdens deze lockdown. Ik voelde dat hier meer onder zat. Iedere keer dat er contact was met hen namen we, de twee andere ontwerpers en ik, de tijd om naar elkaar te luisteren. Om vanuit de verschillende perspectieven en noden een professioneel antwoord te formuleren. 


Herhaaldelijk schreven of communiceerden we een antwoord, waarvoor we zowel onze professionele- als persoonlijke go gaven. Onder ons was er ruimte en tijd om verschillen in ervaring, mening en visie te delen. Zo kwamen we elke keer tot een voorstel waar we alle drie achter stonden. Ik vind het heel belangrijk om in samenwerkingen elk mens zijn individualiteit ruimte en zo ook veiligheid te geven. Heel herhaaldelijk mijmerde ik uren over hoe ik dit zou kunnen aanpakken. Ik bestudeerde opnieuw mijn inspiratiebronnen om concreet te maken wat ik wou. Op een menselijke manier lastigheden recht in de ogen kijken om er allen beter van te worden. 


Het huurcontract van de winkel is verbroken door de verhuurder. Hij had niet in het contract gelezen dat we geen huur moesten betalen tijdens een lockdown. Om terug te komen op de moetjes en de willetjes; ik denk dat ik mijn intuïtie moet volgen. Ik voelde al sinds het begin: hier zit iets meer onder. 


Sommige dingen die ik wil zijn geïntegreerde moetjes: een hele maand heb ik tijd en energie gestopt in het menselijk- en professioneel behandelen van iemand die een contract tekent zonder het te lezen. Dit wou ik, maar dit is een geïntegreerd moetje: je moet altijd blijven uitgaan van het feit dat de meeste mensen deugen. Het moetje zit in het ‘altijd blijven.’ Dit is niet evident om dit moetje in mezelf te ontdekken. Op een degelijke manier omgaan met een contract is zelf niet onprofessioneel meer, maar respectloos. Het is aan mij om mijn wil, kwetsbaarheid, mijn menselijkheid te beschermen. Ik wil blijven geloven dat de meeste mensen deugen, maar daarom is het beter om me te verwijderen van mensen die dit geloof aan diggelen slaan. 


Sommige moetjes zijn geïntegreerde willetjes: ik moet van mezelf professioneel zijn en dan bedoel ik in de niet-werkcontext. In dit verhaal maakte dat ik niet de vraag stelde: ik begrijp het niet, wat is er nu ineens aan de hand? Het is begrijpelijk dat als hij onmiddellijk boos en brullend opbelt dat rustig blijven en vragen ‘wat is er aan de hand’ een onnatuurlijke reactie is. Maar je kan altijd terugkomen op een gesprek. Ik merk dat mijn moetje is wat ik zie als correct en professioneel: ik moet ervan uitgaan dat de ander ook professioneel en correct handelen als doel heeft. En dit is een wens van me: ik wil zó graag een menselijke samenleving, waar we empatisch en barmhartig met elkaar omgaan. Dat ik de eerdere signalen met mijn wil weg waste. 


Dus wil je die kleding kopen of dragen of moet je dat? 


Suitably yours,

Annelies



Het volg-patroon

 

Kan jij het volgende voorstellen? Een blauwe jas, die je bijna het gehele jaar door kan dragen. Hij is geschikt voor zowel opgeklede momenten als dagelijks gebruik. Als bij toeval past deze jas bij de meeste van je schoenen, tassen en andere kledingstukken. Deze jas maakt je outfit altijd af en toont jou. Je voelt je goed in dit vest. Het zet jou in je waarde en je voelt je waarde als je deze draagt. Kun jij je dit voorstellen?


Ik hoop uit de grond van mijn hart dat je dit kunt voorstellen. Niet omdat je dezelfde passie als ik zou moeten hebben, maar omdat verbeelding is wat we nodig hebben als mens (in deze wereld.) Wellicht ben je bekend met de Einstein-quote: verbeelding is belangrijker dan kennis. Het tweede deel zegt: verbeelding omsluit de wereld. Hoe ik dit ervaar is alsof verbeelding het samengaan van zelfliefde en verstandelijk vermogen is. 


Als ik iets uitleg, als kleding denker, dan merk ik dat het feit dat de ander dit verstaat komt dankzij twee elementen. Het eerste kennen we allemaal: verstandelijk vermogen. Om bovenstaande omschreven jas te begrijpen moet je in je leven bepaalde concepten begrepen hebben. Zoals kleuren, verschillende sociale contexten, welke kleding je bij welk weer draagt, enz. Dit leren we als kind, en later, door anderen na te doen. Ik had daar als kind een hekel aan; als anderen me na deden. En nu heb ik het daar nog steeds moeilijk mee, omdat het je eigen authentieke zijn ontkent. 


Het is misschien een kinderlijke redenering, maar puur anderen nadoen laat niets van jezelf zien en zo ook niet zijn. Het tweede deel van verbeelding is zelfliefde of zelfvertrouwen of bewust zijn van jezelf. Waar het vaak spaak loopt in het elkaar verstaan, is in dit tweede deel merk ik. Je moet vertrouwen in jezelf. Dat de informatie, die je krijgt, gekoppeld mag worden met de kennis die je hebt. Ik gaf onlangs een workshop aan anderstalige kinderen; sommigen van hen waren nog maar twee maand in België. Daar zag ik dat een wankel vertrouwen in kennis, leidt naar elkaar nadoen. Doordat deze kinderen de taal nog niet vlot machtig zijn, gebruikten ze het ‘na-doe-patroon.’ 


Mijn doel is verbeelding stimuleren, dus ook in die workshop. Hoe geef je iemand de veiligheid om in zijn eigen kennis te vertrouwen, zodat er verbeelding ontstaat voor die persoon. Hoe gaan we als mens van het volg-patroon, waardoor we leerden wat we nu kennen, naar het laten-zien-en-laten-zijn-patroon. Ik gebruik patroon hier in de mentale betekenis: een geheel van gedachten, gedrag en gevoelens dat zich samen herhaalt. 


Zijn er andere domeinen in het leven waar we deze volg-patronen gemakkelijker achterwege laten dan in kleding? Hoeveel van ons dagelijks leven, is gelijkaardig aan dat van de omgeving waarin we opgroeiden? Werken we zoals we het leerden in onze studies of kopiëren we onze collega’s? Creëren we relaties zoals we anderen dit hebben zien doen, aangezien ik als kind al een hekel had aan nadoen. Dit geeft me nogal wat ervaring in een relatie met mijzelf opbouwen. 


Dit wil ik gebruiken om jou te helpen verbeelden. Niet enkel, omdat het leuk is in het gras te liggen en allerlei onbestaande wezens in de wolken te zien. Verbeelding zet je in de wereld. Verbeelding laat je zien en laat je zijn. In onze wereld is controle een belangrijke deugd. Kennis en verstandelijk vermogen geven ons een vals gevoel van controle. Het zelf(liefde) deel staat in verbinding met overgave. Vertrouwen dat we voldoende kennis hebben om die jas te kunnen verbeelden. Geloven dat wat jij verbeeld is wat ik je vraag om te verbeelden. Zolang het verbeelding is kan ik dat op geen enkele manier controleren. 


Verbeelding is vertrouwen in jezelf, op je kennis, op het feit dat je kennis je zal vertellen waar je meer over te weten zou willen komen. De wereld van het verstandelijke vermogen is gevuld met goed of fout, het systeem volgen. Er is passen en controle via kennis. Dit bracht ons veel als maatschappij, maar ik weet dat de meeste dingen die ik dagelijks gebruik, bedacht en gemaakt zijn door mensen die het volg-patroon achter zich lieten. 


Wat gebeurde er in jou toen je de omschrijving van de jas las? Opschrijven kan helpen om de gedachten, gevoelens en het gedrag neutraal en mild te bekijken. Het is wat het is. Nu hebben we een vertrekpunt en een doel. Laten we er samen naar navigeren. Op naar het ‘laten-zien-en-laten-zijn-patroon.’


Suitably yours,

Annelies



Sukkelen met menszijn.

Als je geregeld mij kleermakerszit leest weet je dat dit de basisvraag is: waarom blijven we kleding kopen die ons niet staat, die we niet mooi vinden en waarvan we weten dat ze gemaakt zijn in mensonwaardige en klimaat destructieve methoden. Het antwoord is: omdat we niet menselijk omgaan met onze eigen menselijkheid, of anders gezegd, omdat we niet aanvaarden dat we menszijn.


Dit is gemakkelijk om dit even in te tikken, maar elke keer opnieuw voelt het ongelofelijk tegendraads om je eigen menszijn te laten zijn. Meestal gaat het zo: er gebeurt iets en in de perfecte -niet menselijke- wereld is het duidelijk hoe dit vervolgd moet worden. Een telefoon moet beantwoord worden, een mail met een vraag stuur je terug met het antwoord, iemand die om hulp vraagt; help je. Deze universele waarheden kent iedereen. 


Maar ik merkte vandaag dat deze drie bovenstaande dingen niet zo perfect verliepen. Het deel dat ik zou moeten doen, deed ik niet. De wereld vergaat niet door het niet opnemen van een telefoon, een e mail onbeantwoord te laten of niet uit te reiken wanneer het gevraagd wordt.  Maar dit zijn wel voorbeelden, waarin ik denk dat jij je kunt herkennen. Het sukkelen is het bewijs dat ik mens ben. 


Ik beantwoordde de telefoon niet, omdat dit gaat over een document dat ik moet afwerken. Er is geen concrete datum tegen wanneer het af moet. Er is grafisch iets wat ik niet onmiddellijk kan oplossen, dus ik heb tijd nodig om dit uit te zoeken of om te aanvaarden dat ik het niet vind. Daarna kan ik het naar de beller doorsturen. Door de nieuwe lockdown gaat mijn leven trager en was er ruimte voor vermoeidheid, waardoor dit taakje nog niet gedaan was. Er waren simpelweg andere prioriteiten.


Ik heb net ontdekt dat als ik mijn hoofdtelefoon in mijn telefoon laat zitten, dat ik niet hoor dat iemand me belt. Ik deze vreemde tijden, maar ook al daarvoor, vind ik het belangrijk om zelf te kiezen waar ik op focus. Een piepje van mijn telefoon kan me uit mijn flow halen en neemt de focus weg. Ik werk alleen in mijn atelier, thuis, dus ik ben de baas over mijn energie. Als ik iets niet doe, is het niet gedaan. Soms heb ik nood aan rustig aan doen en soms moet er veel gebeuren, maar ík kies waar ik de focus op leg. 


Ik haalde er even een boek bij om mijn verhaal te ondersteunen met een voorbeeld. Deze pagina sloeg ik open: ‘Leidinggevenden moeten ofwel een redelijke hoeveelheid tijd investeren in aandacht voor angsten en gevoelens, ofwel verspillen ze een onredelijke hoeveelheid tijd aan pogingen om ineffectief- en onproductief gedrag te managen.’ (Brené Brown in ‘Durf te leiden’) Een leidinggevende is iemand die geeft om de anderen, die investeert in zichzelf én de ander om te groeien. 


Het telefoontje was om te horen hoe het zit met het document, waar geen tijdsdruk op staat. Daardoor koos ik een andere focus voor deze dagen. Ik ben mijn eigen baas dus had ik deze beslissing niet gecommuniceerd. Om terug te komen op de quote over aandacht voor angsten en gevoelens: ik maak in het contact met anderen het grootste deel van mijn tijd ruimte vrij voor het voelen en de intuïtie. Dit is een ruimte die ik bewust creëer als we echt bij elkaar zijn, een focus waar ik dan voor kies. Als ik alleen werk, focus ik op andere zaken. Ik heb al vaker in mijn leven dit mooie compliment mogen horen: ‘zoals jij mij ziet heb ik nog niet vaak gevoeld.’ Als ik met een mens in contact kom, kies ik ervoor om te bouwen aan de menselijke maatschappij; waar ik in geloof. Bewust focus ik op het menszijn, laten zien en laten zijn van mezelf en de ander. Hoe dit voelt? Maak een afspraak!


Via de telefoon, of andere technologie, kan dit menselijk contact ontstaan, maar er is iets waarom ik dit niet graag heb. Ik heb geen idee waarom. Wat ik mezelf hoor zeggen is: het is maar kort, het vraag veel energie, ik zie en ervaar de ander niet. Ik ben gewoon iemand die functioneert met echt contact. Wat in deze lockdown en technologie tijd niet geheel past, in de universele waarheden. 


De sukkel waar ik dus in zit is: ik wil verbinden en leiding geven aan de mensen met wie ik werk. Maar ik ben een mens en kan dit enkel in het echt. Bij klanten zeg ik dit ook: mij moet je in het echt te pakken krijgen. Maar ik voel me niet goed genoeg, omdat ik een telefoontje niet beantwoord. Jezelf laten zien en jezelf laten zijn is een dagelijkse balans om bij jezelf te blijven horen en zo ook in deze menselijke maatschappij.  



Suitably yours,

Annelies 



dinsdag lockdown 2

Vandaag had ik normaal de winkel open gedaan. Om de maatschappij te beschermen tegen een virus, waarvan ik denk dat dit een moeilijke opgave is, kregen we de opdracht om de modegalerie te sluiten.  Zaterdag was ik daar, in mijn gedachten wellicht de laatste keer. De winkel in deze vorm stopt sowieso eind december. Ik nam de tijd om het verlies en verdriet onder ogen te zien.  


Om de een of andere reden geeft het echt onder ogen zien van de pure waarheid me een stevig gevoel in mijn zijn. En dat tweede is een aangename berusting in het is wat het is. Zaterdag sloot ik de winkel met een goed gevoel. Ik vertrouw en geef me over aan wat er op mijn pad komt. De afgelopen twee dagen nam ik weekend en eerde ik de overleden mensen waar ik om gaf.  


Nu, dinsdag, is er een koor van stemmen in mijn hoofd. Je hebt al zo vaak op beurzen, galerijen en andere plaatsen je verhaal verteld. Tot nu toe leverde dat niet veel op, is het geen tijd om ermee te stoppen?  Neem deze tijd om te rusten, er komen wel nieuwe ideeën voort uit rust en mijmeren. Misschien willen de meeste mensen niet in de spiegel kijken. Dit is een verhaal van de lange adem. Ik ben hier al sinds mijn zesde mee bezig, dus geef anderen de tijd om hun ritme te vinden. Het heeft allemaal geen zin, de klant kiest stront in een blinkende verpakking. Misschien is je werk gewoon niet goed genoeg. Ja, het is lastig dat anderen je zonder verwijzing kopiëren en met de winst lopen. De grote massa kwam de winkel niet binnen, maar de meeste waren aangetrokken tot mijn kleuren, vormen en materialen. Niet iedereen begrijpt dat de gangbare prijs voor kleding, een prijs is die de (mode)wereld stuk maakt. Met altijd vriendelijk te zijn verkoop je niet. 


Ik staar een beetje naar deze zinnen. Wat zit daar onder Annelies? Ik ben anders, ik pas niet in deze wereld. Ik heb weinig tot geen controle over hoe ik me voel. Hoe anderen zich gedragen, voelen en denken, daar heb ik invloed op. Als ik anderen inspireer, informeer en stimuleer om anders naar de (mode)wereld te kijken, dan kan ik mijn werk verkopen. Als ik enkel met mijn verhaal bezig ben heb ik geen inkomen, maar het gevoel van zaterdag is daar ook. Ik kan lastige dingen en moeilijke gevoelens aan; ik kan deze ruimte geven en ik heb er zelf een systeem voor. 


Laat jezelf zien en laat jezelf zijn. Ja, het is mijn geloof. 


Het voelt ongemakkelijk om de derde alinea van deze tekst te delen, maar ik weet dat dit schrijven en het delen me laat zien. In de eerste instantie aan mezelf en voor mezelf. Ik moet toegeven dat ik opnieuw aan het twijfelen ben over het delen. Deze lockdown kan je gebruiken om jezelf naar beneden te halen en je af te sluiten van de ander. Maar dat is niet het doel van de lockdown; dat is om het virus af te zwakken. 


Ik voel me comfortabel genoeg om je te vertellen dat het leven niet gemakkelijk, snel en leuk is. En ik merk, weet en ervaar dat de meesten van ons sukkelen met wat in de vierde alinea staat. Nu lijkt dit zo alsof ik dit hier even snel neerpen, maar door eerst te luisteren en op te schrijven wat dit koor me vertelt en er vervolgens naar te kijken... Ja, het is lastig om daar naar te kijken. En het schiet herhaaldelijk door mijn hoofd om dit niet te delen. Door deze gedachte, gevoelens, gedachten-gevoelens te laten zien aan mezelf. Kon ik zien wat daaronder zat. 


Ik herlas de vierde alinea met voor elke zin: Ik aanvaard radicaal. Dit komt van Tara Brack. Deze hele oefening is geïnspireerd op ‘Welcome the Unwelcome’ van Pema Chördön. De kanten van jezelf laten zien die je niet zou willen zien, maakt dat je ze kan laten zijn.  


Waarom schrijf ik dan deze kleermakerszit? Ik merkte als sinds ik vrij jong was, dat ik die concepten als radiaal aanvaarden, openstaan voor wat je zou willen en wegduwen me dingen leerden. Die processen vragen energie en tijd, maar ik vind ze niet onoverkomelijk, omdat ze me dingen brengen die ik anders niet had kunnen zien en zijn. Daarnaast merk ik dat ik het talent heb om deze te verwoorden met de mengeling van eigen ervaring en theoretische ondersteuning. 


Mijn kerntalenten ontdekken is een ware columbus-reis, omdat dingen die zo evident voor me zijn, evident zijn. Het was in de reactie van anderen, en in de onkunde van anderen, om emoties en patronen te verwoorden, zodat ik geleidelijk aan mijn talent begon te zien. Ik weet dat ik als kind wachtte tot ik groot was om te kunnen zeggen wat ik dacht. Gelukkig was ik op mijn twaalfde bijna één meter tachtig. De dingen die ik zei werden weggezet of -geduwt als anders, raar en je past hier niet. 


De wereld waar ik in opgroeide, daar was geen aandacht en ruimte voor emoties. Ademen, mijmeren en creatief bezig zijn, zo gaf ik emoties en gevoelens een plaats. Maar omdat mijn gedrag werd weggezet als raar en anders, liet ik het idee toe dat gevoelens en gedachten je zomaar komen overrompelen. Nadat ik terugkwam van een moment alleen, met het ademen, mijmeren en creëren, had de wereld me wel graag. Nu lach je weer, dat zie ik graag. Bepaalde delen van mezelf mochten er blijkbaar zijn en anderen waren niet gewenst. Zo kon ik anderen dus ook op afstand houden. 


Als mijn gedrag dan een invloed heeft op anderen, dan kan ik ze inspireren, stimuleren en informeren. Wie ik ben of wie ik was werd zo voor een groot stuk bepaald door hoe anderen me ervaren. Dus focussen op mij, het ademen, mijmeren en creëren, gaat me geen plaats in deze wereld geven. 


Om nu terug te komen op waarom ik dit schrijf. Omdat deze gedachten in je opnemen is wat de maatschappij in de weg staat om te evolueren naar de samenleving die we kunnen zijn. Als je even verder terugkijkt, naar een oudere kleermakerszit, dan vertel ik dat ik geloof in een menselijke samenleving. Om daarnaartoe te bewegen hebben we vele kleine stapjes nodig, die ons daar gaan brengen. De mens die je bent, zijn en ervaren als waardevol is essentieel. 


Om te evolueren naar een menselijke samenleving, moeten we onder ogen zien hoe we, ieder voor zich, nu met menselijkheid omgaan. 


Suitably yours,

Annelies



De uitdaging.

Het is nu eenmaal zo dat ik een kledinggalerij heb geopend in een moeilijke tijd. Dus dat maakt het niet evident om mijn werk te laten zien. Ik leerde in het leven dat hoe je naar de dingen kijkt het grootste deel is van wat je ziet. 


Ik zou ook het woord uitdagende- of verrassende tijd kunnen gebruiken, waardoor het ineens een uitdaging wordt om mijn werk te laten zien of verrassend is om mijn werk te laten zijn. Risico’s nemen, je emotioneel open stellen en handelen ook al is het onzeker; dat is voor mij ondernemen. 


Eigenlijk is deze tekst iets waar je diepere zaken over jezelf in kan zien. Wat je denkt bij de woorden die ik schrijf, vertellen jou onbewust een verhaal. Als je de woorden risico nemen, je emotioneel openstellen of handelen ook al is het onzeker, even op je in laat werken... Ik zou je aanraden om op te schrijven wat je denkt bij deze woorden, voordat ik je verder neem in dit verhaal. Schrijven, of op een andere manier uiting geven aan wat iets met je doet, laat je zien hoe je onbewust naar dingen kijkt. 


Het is zo dat ik ontdekte dat gebeurtenissen als moeilijk beschouwen, het ook effectief moeilijk maakt. Als ik het zo ervaar, dan schrijf ik ook op dat het moeilijk is. Ik probeer zo duidelijk mogelijk te beschrijven wat er lastig is. Dus ik raad je aan om zo duidelijk mogelijk te schrijven wat je bij de woorden die ik aanhaalde denkt, voelt en ervaart. Het kan inderdaad zijn dat deze woorden je meenemen naar een andere ervaring. En wat moet je met dit schrijfsel? Op dit moment is het opschrijven voldoende. 


Ik geloof in een menselijke samenleving. Een plaats waar we samen leven op mensenmaat. Iedereen zijn authenticiteit is gelijkwaardig. We zijn elk een puzzelstukje. Samen bestaat in het zien dat de afzonderlijke puzzelstukjes door elkaar aan te raken de puzzel maken. Daarom is het belangrijk om je authenticiteit te onderzoeken. Kleding kan je daarin ondersteunen. 


De uitdaging waar ik voor sta is dat ik je wil laten ervaren dat kleding jezelf laat zien en zijn. Daarvoor opende ik een kleding galerij, op zich al een uitdaging. Omdat het persoonlijk is, kleding, wil ik graag met klanten in persoon contact hebben. Het gaat voor mij over jou (laten zien en zijn). Ik wil graag met jou een gesprek aangaan over kleding en hoe deze jou kan ondersteunen. 


Het echte contact is uitdagender gemaakt. Ik had de neiging om moeilijk te schrijven. Een mondmasker, anderhalvemeteren en je handen regelmatig ontsmetten maken dit een uitdaging. Maar laat ons dit niet zijn. Ik kies ervoor om de uitdaging aan te gaan en een manier te zoeken. Je kunt er ook voor kiezen om het moeilijk te benoemen. 


Je kunt persoonlijk in de kledinggalerij langskomen, op afspraak, dan zijn er geen anderen aanwezig. Ik houd de deur open voor frisse lucht, we dragen beiden een mondmasker en houden zoveel mogelijk afstand. Een nadeel hierbij is dat je de eigen garderobe niet bij je hebt, maar je kan wel in volle glorie mijn garderobe - mijn oeuvre - ontdekken, bekijken en voelen. 


We maken een afspraak voor een videocall, waarin ik je mijn garderobe en mijn oeuvre online laat zien. Zo houden we zeker voldoende afstand. Een nadeel hierbij is dat je de kleding niet kan voelen, maar jij hebt daar wel je eigen garderobe bij je. 


Ik zend je de geschreven versie van mijn garderobe; mijn oeuvre. Dit kan zowel digitaal als op papier. Zo kun je rustig lezen en noteren wat de woorden en kleding met je doen. 


De eerste lockdown was voor mij een schrijf- en afwerkmoment. Vertragen om na te denken en vervolgens beter te gaan handelen. Het tonen van mijn Garderobe, mijn oeuvre, is uitgewerkt in die periode. Door even stil te staan bij wat, hoe en waarom, kwam dit oudere idee terug naar boven. 


Mijn garderobe, mijn oeuvre, is letterlijk mijn eigen kleerkast. Er zitten kledingstukken bij die ik al langer dan tien jaar draag. Dit is mijn onderzoek naar ‘hoe kan kleding mijn leven ondersteunen?’ Dit is ook een blauwdruk van hoe ik mezelf laat zien en laat zijn. 


Laat kleding, je leven, iets zijn dat jezelf laat zien en laat zijn. Laten we daarvoor in gesprek gaan, laat je me weten in welke vorm jij je goed voelt?


Suitably yours,

Annelies 



Geef je waardevolle tijd, energie en geld aan mensen die je waarde laten gelden. 



Ik weet vooral hoe het zou moeten voelen

Ik volg al even het nieuws niet meer, maar de algoritmes van sociale media geven me toch de zaken waar ik naar kijk, wil kijken of ga kijken. Zo kwam er een stukje naar voren, waarin ze bespraken dat mannen een jurk dragen op de catwalk. Het was een interessant stuk. Ze focusten vooral op mannelijke- en vrouwelijke kleding. Ik dacht daar verder over na. De mannen in de video waren kleurrijker gekleed dan de vrouw. Ze zaten aan een tafel, dus ik kon enkel hun bovenstuk zien. Zij droeg een salie kleurige zijden blouse. Hij, de interviewer, droeg een wit hemd en een blauwe blazer. Hij, de expert, droeg een fel blauwe top met ruches. 


Wellicht zijn er nu al een aantal lezers die zich niet zo veel kunnen voorstellen bij de omschrijvingen. Daarom maken we in deze wereld categorieën of hokjes. De top die de expert droeg zou dan volgens de niet kenners onder vrouwelijk vallen. Ik vermoed dat ik nooit iets dergelijks ga dragen of maken. De combinatie van een felle kleur, met opvallende details geeft mij een verkleed gevoel. Ik vond het fijn om te zien dat hij zich er zichzelf in voelde. Sommige mensen houden van veel details en ornamenten en anderen minder. 


De andere man, de interviewer, die dan kleding droeg die in deze maatschappij als mannelijk benoemd zou worden, dat is ongeveer wat ik draag. Een donkerblauwe blazer met een witte blouse. Ongeveer een jaar geleden deed ik mee als de manager in een kinder-tv reeks. Wat ik je zojuist omschreef droeg ik daar. Dat droeg ik, omdat ik dit een goede outfit vind om op tv te komen en omdat dit ook was wat ik effectief die dag aan had. De reden dat ik meedeed in die reeks was omdat ik het niet vond kunnen dat de managers allemaal mannen waren. Dit was pas een uur voor we die scène draaiden dat het me opviel, vandaar dat ik dus droeg wat ik aanhad. 


Momenteel werk ik aan een bestelling in salie-groen grijs voor een man; de kleur die de vrouw aan de tafel droeg. Zijn kostuum is uitgevoerd in linnen en katoen. Een fijne zijden blouse; is dit nu per se vrouwelijk? Ik kwam onlangs een tekst van vier jaar geleden tegen: ‘vrouw zijn gaat niet over shoppen en lippenstift denk ik. Want anders zou ik geen vrouw zijn, niet dat ik weet hoe dit voelt. Ik weet vooral hoe het zou moeten voelen.’


Deze vraag komt wel vaker naar voren in kleermakerszit, maar minder in mijn hoofd de laatste tijd. Door de discussie over de jurken, merkte ik een tweetal dingen op die ik doe: wat als we kleding, of anderen dingen die we zien, proberen te benoemen zoals we ze zien? Oké, niet iedereen is een kleermaker, maar ik denk dat het belangrijk is om wat je ziet en hoe je dit categoriseert probeert te scheiden. Mannelijke kleding en vrouwelijke kleding bestaat eigenlijk niet. Het is wel zo dat jurken in onze maatschappij voor het grootste deel door vrouwen gedragen worden.  


Verder stel ik ook nog voor om die man-vrouw opsplitsing te zien als een kenmerk dat we niet in het moment aanwezig zijn. Waarom heeft ons hoofd nood aan categoriseren? Omdat er teveel info is die niet verwerkt kan worden. Als je een grote taak voor je hebt, deel je die op in segmenten. De grote hoeveelheid aan informatie is hier dat iedereen uniek is en dat we meer mensen tegenkomen dan we kunnen leren kennen. Dus zoeken we naar uiterlijke, wat we het eerste kunnen zien, elementen om te beslissen of we in een persoon investeren. Dus ik stel voor dat als de man-vrouw tegenstelling zich voordoet, dat we even ademen. Zo landen we terug in ons lichaam en kunnen we onszelf de volgende vraag stellen: waar wil ik op focussen? Is dit een begin of een einde? Welke betekenis geef ik aan deze situatie? 


De expert gaf de volgende verklaring op de vraag ‘waarom reageren mannen daar heftig op?’;  omdat zijn vrouwelijkheid de mannen hun mannelijkheid in twijfel trekt. Maar ik zou dieper durven graven, op persoonlijk niveau. Iemand die de moed heeft om zichzelf te laten zien en te laten zijn, dat is confronterend om te zien. Als jij een onduidelijke ‘ik’ hebt, maak je gebruik van die categorieën om je te gedragen en kleden. Een ander die zich buiten die hokjes kleedt, stelt de categorieën in vraag maar triggered ook de vraag ‘wie ben ik dan eigenlijk?’ Dus vandaar mijn suggestie wanneer er zich een duidelijke dualiteit aandient: adem in en adem uit. Vraag je vervolgens af: ‘wat laat ik van mezelf zien en wat laat ik mezelf zijn?’


Ik sta mezelf toe te voelen dat deze gehele vrouwzijn-verhalen iets in me triggeren. Ik neem de tijd om te voelen. Ik focus op mezelf laten zien en laten zijn. Dit is een einde in die man-vrouw tegenstelling. Voor mij heeft deze nooit echt bestaan. Ik merk nu door dit te schrijven dat het toch niet zo over die man-vrouw tegenstelling gaat. Ik aanvaard radicaal dat ik de ander zijn gevoel als waarheid ervaarde. Ik gebruik de expressie ‘radicaal aanvaarden’ altijd met de verleden tijd, omdat het iets is wat ik wil loslaten. Ik wil het idee wat vrouw en man zijn, en hoe het zou moeten voelen, loslaten.  


De zin ‘ik weet vooral hoe het zou moeten voelen’, die ik jaren geleden schreef. Dit vind ik zwaar om terug te vinden. Hoe hard ik vecht en reageer op hoe een ander zijn gevoel mijn realiteit was. Het vrouw zijn van shoppen, lippenstift, felle kleuren en veel details, dat kan voor anderen als zichzelf voelen. Maar dit is niet mijn realiteit, noch mijn gevoel. De andere kant van jezelf laten zijn en laten zien is de ander laten zijn en laten zien.  



Suitably yours,

Annelies



de prijs van een broek.

  • Ik kan deze broek laten maken voor € 45 in een Brussels atelier

  • Dus een rits inzetten en zakken maken? (in één uur denk ik) 

  • Ja

  • En knippen ze ook de stof?

  • Ja, er is wel een minimum order van 5 keer hetzelfde stuk. 


Ik zit hier nog steeds met verstomming geslagen. Hoe kan dit? De meeste ateliers rekenen deze prijs per uur; dat is exclusief btw. Dat wil zeggen dat ze in een uur tijd de stof knippen, alles in elkaar spelden, opstrijken en inpakken om te leveren. Dit is zot, dit kan niet. 

Of ben ik dan de idioot, die mateloos traag werkt? Nee, we gaan niet het pad op van vergelijking, maar het is wel de prijs die het aantoonde. Ik heb hem al veranderd van € 35 naar € 45, omdat ik nu begon te twijfelen of dit wel kon. 


Of rekenen die dan sowieso op de hoeveelheid? € 45 maal 5 is € 225 euro zonder btw. Of is het door deze corona tijd? Ik hoorde in een podcast van een inspirerende onderneemster dat als je mensen in dienst hebt, je niet zomaar je bedrijf kan stoppen. Soms moet je gewoon blijven doorgaan; zouden ze daarom dit maar vragen? Of kreeg hij een prijs? Hij benoemt de eigenaar van het atelier met de voornaam, dus misschien is het een kennis? 


Ik ben nu dit al schrijvende aan het uitpluizen, maar eigenlijk ligt er nog werk op me te wachten. Ik schreef je al eerder dat ik voor een ontwerper fouten in patronen aan het opsporen ben, zodat een atelier deze uiteindelijk kan gaan maken. De jas, waar ik het in de voorgaande blogpost over had, zijn we deze week gaan bespreken. Uiteindelijk was er niets onmogelijk aan die jas. Er waren enkele miscommunicaties voorgekomen, doordat er met verschillende mensen wordt gewerkt. En door te praten, lossen deze op.


Het idee wordt uitgewerkt door iemand die het basispatroon maakt. Vervolgens wordt het patroon, door iemand anders, gedigitaliseerd en worden de verschillende maten gemaakt. Daarna is er weer een ander persoon die het patroon print en nog een andere die de stof knip. Tenslotte wordt het dan in het atelier in elkaar gezet. Doordat deze verschillende mensen niet met elkaar praten ontstaan er miscommunicaties, waardoor het atelier de jas na een eerste poging niet wilde maken. 


Dus werk ik nu aan die jas om de miscommunicaties eruit te krijgen. Geen grootse dingen, maar soms kan een lijntje, of een puntje dat ontbreekt, ervoor zorgen dat de volgende niet weet wat er moet gebeuren. Maar daar kruipt wel tijd en denkwerk in. Ik kan geen broek maken in een uur tijd. Ik voel me weer ik het putje van ik-ben-niet-goed-genoeg vallen. 


Stel dat ik vijf broeken tegelijk maak. Ik knip alle stukken eerst. Vervolgens zet ik bij alle tien de zakken er gegroepeerd in. Alle stappen die ik moet uitvoeren doe ik niet per broek maar per gelijkaardige handeling. Buiten het feit dat ik me een robot zou voelen, zou dit wel sneller zijn. Het instellen van de machine kan je verminderen en het strijken doe je ook allemaal na elkaar.


Nu begin ik te twijfelen of ik deze kleermakerszit wel moet schrijven. Wat maakt het uit dat ik die broeken kan laten produceren aan een stuksprijs die niet realistisch is? Je moet wel vijf broeken laten maken, stof aankopen en patronen maken voor kleding die nog niet verkocht is. 


Zolang ik reageer op het systeem, laat ik het bestaan. Het ‘systeem van meer’ maakt dat het goedkoper is. Het systeem van ‘we maken het ontwerp eenvoudig’, zodat het snel gemaakt kan worden. Dat is het probleem met de jassen: ze zijn te ingewikkeld voor het snelle-maak-systeem, dus daarom kunnen ateliers dit niet maken. 


Reageer ik of vertel ik mijn antwoord? Ik werk zelf vijf uur aan een broek, voor zowel het patroon als het maken. Vertel ik dit nu omdat ik geshockeerd ben van de andere Brusselse productieprijs? Ik zou je dingen kunnen schrijven over dat het patroon anders in elkaar zit, dat de afwerking anders is. Ik zou je ook kunnen vertellen dat ik zoek naar manieren, zodat de kleding jou ondersteund. Maar het voelt toch de gehele tijd of ik mezelf met de nieuwe informatie vergelijk. Mijn boekhouder raadde me aan om minstens 80 euro per uur te vragen. 


Hoe hou ik me staande? How am I able to sustain? Ik weet dat het antwoord is: door mezelf te laten zien en te laten zijn. Maar dat is moeilijk. Ik schrijf dit met de krop in de keel. Een broek heb je in mijn atelier vanaf € 475. Omdat ik een broek wil maken die jou staande houdt. Ik voel dat ik daar niet het systeem wil achter schrijven, maar dat is opnieuw een reactie. En zo ondersteun ik het systeem en niet de authenticiteit. Een systeem waar de uiteindelijke genieter centraal staat.


Suitably yours,

Annelies 



courage en controle

Een actrice waar ik vorig jaar mee werkte contacteerde me. We hadden tijdens de opnames fijne, diepgaande gesprekken. Ik ben dankbaar dat ze meer wilde weten over mijn visie en wat ik doe. 

Ze vroeg me hoe ik omga met mezelf (ook fysiek) naar buiten brengen en je onzekerheden. Ik herkende me in haar verhaal. Ze was op een set, haar rol werd besproken. Naast de reeks eigenschappen, die het personage heeft, moest ze ook mooi zijn. Ik breng ook mijn verhaal naar buiten: laat jezelf zijn en laat jezelf zien. En mooi zijn, of goed op de foto staan, is daar hoe dan ook altijd deel van. 

Er is ook het persoonlijke deel. Het grootste deel van de tijd ben ik dankbaar voor hoe ik eruitzie. Maar soms zijn er momenten dat dit gevoel van dankbaarheid in eens, floepie woepie, weg is. En dan soms ineens is het terug. Ik merkte in het gesprek met haar, dat ik blijkbaar niet meer op zoek ben naar waarom ik me, of wat maakte dat ik me, zo voelde. Ik deelde dit met haar. Hoe heb ik die vraag kwijtgespeeld? Ik weet dat ik me realiseerde dat het me weinig brengt in mijn leven om te focussen op wat een gevoel veroorzaakt en meer koos om te focussen op hoe ik het waarneem, deel en behandel. Ik denk dat ik bewust heb aanvaard dat we leven in een wereld, waarin het mensbeeld totaal niet meer menselijk is. Ik hoor me nog tegen mezelf praten/zeggen: ‘dat je lelijk bent, dat je er niet uitziet en dergelijke; geloof jij dat dit je iets brengt?’

Een oefening die ik ergens van heb onthouden was om een bodyscan te doen en bij elk lichaamsdeel te zeggen waarom je dankbaar bent. Ik ben dankbaar voor mijn voeten omdat ze me dragen. Ik ben dankbaar voor mijn handen omdat die maken. Zou het dan die oefening zijn die me tot dit berusten brengt? Ik ben bijna bang om dit te schrijven. Ik heb een angst dat als ik het schrijf dat ik dankbaar ben met mijn lijf, dat het gaat verdwijnen. Er is ook nog het deel van aanvaarden dat die dankbaarheid er niet altijd is, maar die oefening kan ik oproepen. 

Dan is er het feministische deel. Het deel dat revolteert tegen dat een vrouw of mens altijd mooi moet zijn. De nood om daar iets aan te doen, om je verantwoordelijkheid binnen dat moment te nemen. Zou ik hen daarop aanspreken? Moet ik hier een punt van maken? Ik denk dat ik haar iets antwoordde in de trend van: ‘ga nooit een gesprek aan met iemand als je healing van het antwoord afhankelijk is.’ Soms kan het zo zijn dat het moment voorbij is, voordat je de tijd hebt om er iets van te zeggen. (je komt niet na twee weken terug op een stom mopje).

Ik vraag me af hoeveel de relatie mij waard is; hoe hoger de waarde des te hoger de courage om het moeilijke gesprek in te gaan. Mensen met wie de relatie van waarde is, daarvan weet ik intuïtief dat ze me niet gaan afschieten voor mijn onzekerheid. De opmerking die daar gemaakt was, gaf me het gevoel dat ik lelijk en niet goed genoeg ben. Kan je me even helpen met dit stressmoment? Doordat de ander dit echt hoort, krijgt die onzekerheid lucht en waait ze weg. 

Uiteraard heb ik spijt van elke keer dat ik op straat werd nageroepen, dat ik ongepast opmerkingen kreeg omdat ik met dat lijf decors kan bouwen of omdat ik uit het niets complimenten over mijn lichaam krijg. Ik heb spijt dat ik het niet duidelijk maakte dat dit niet ok is. Ik heb spijt dat ik het gesprek niet aanging, omdat ik zo verbouwereerd of in de verschrikking zat. Ik heb spijt dat ik mijn talent om te verwoorden niet gebruikte op een moment dat ik me niet goed voelde. Ik heb spijt dat ik dit niet deed voor alle anderen die na mij gelijkaardige dingen gaan horen van die persoon. Ik heb spijt van de controle die ik de ander geef over mijn emotionele toestand. Volgens mijn feministische zelf is dat wat de ander test; heb ik controle over haar? Wat doet ze als ik een degelijke op-het-randje-opmerking geef?

Ik ben niet verantwoordelijk voor het gedrag, de gedachten en de gevoelens van anderen. Ik ben niet alleen de veranderaar van deze maatschappij. Het zit hem in de kleine momenten. De keren dat ik wél antwoordde. De ander wees op wat hij zei en dat het niet ok is. Dit waren geen fijne noch gemakkelijke gesprekken. Meestal kreeg ik nog meer verwijten naar mijn hoofd, zoals: ‘jij bent zo gevoelig, ik heb het niet zo bedoeld dus dan is het niet zo.’ Dit maakte dat ik de volgende keer meer courage nodig heb om het gesprek aan te gaan, maar dit bevestigt ook mijn idee van controle. De ander wil controle over hoe hij dat event bedoelde, zag en gebeurde. Ook al twijfel ik eraan, ik kan namelijk niet in een ander zijn hoofd kijken. 

Maar het controle-verhaal geeft mij wel een insteek. Als de ander vraagt of hij de controle geeft, dan is het aan mij om daarop te antwoorden. Wat wil ik met die ander? Hoeveel ruimte geef ik zijn beeld van mij? Annelies, in godsnaam wat voor vraag is dat? Een lukrake idioot die iets naar me roept op straat, geef ik bandwijdte. Iemand met wie ik samenwerk, die weinig sociale vaardigheden laat zien, geef ik ruimte in mijn hoofd. Iemand die zomaar uit het niets over mijn uiterlijk begint, herinner ik me nog na jaren. Dit dient me niet.

Wat dient me dan wel? Praten en delen met mensen die me zien als een geheel. Luisteren naar anderen om meer en meer van het geheel van de ander te zien. Delen wat op je hart ligt. Zowel de gevoelens van onzekerheid, de nood om de wereld te veranderen, de kleinheid dat we dat niet altijd kunnen of doen, het herkennen van de gevoelens in jezelf, het delen dat je in die situatie ook geweest bent, je eigen verhaal horen, de ander zijn verhaal beluisteren. Dit wakkert het ritme in je hart aan. 

Ik ben dankbaar dat ze me aansprak met deze vraag, want het maakt niet helemaal uit of ik daar nu een sluitend antwoord op heb. Het laten zien en laten zijn van elkaars verhaal, geeft ons beiden courage. 

Suitably yours,

Annelies 

koken met een recept.

Ik zit nu te midden in een maakproces van een kledingstuk dat ik niet heb ontworpen noch het patroon voor getekend heb. Dit is een uitdaging waar ik me klaar voor voelde. Ze, de vraag, kwam op een moment, waarop ik de juiste balans maakte tussen dit kan ik en ik kan vragen waar ik nood aan heb. De vrager heeft er niets aan als ik de vragensteller word. Ik zie een opdracht als: ik neem de verantwoordelijkheid om dit kledingstuk in elkaar te zetten binnen jouw verhaal, stijl en waarden. 

De vraag is eigenlijk al op een toevallige manier bij me terecht gekomen. Ik ondersteun mensen die een modemerk hebben, of willen starten, dat in lijn ligt met mijn waarden, waarheid en waarde. Tussen het bespreken door zei ze: ‘ik zoek eigenlijk iemand die dit voor me kan maken.’ Het leek me een eenvoudige opdracht en ik dacht terug aan een atelier dat ooit voorstelde om met me samen te werken. Als ik meer werk heb dan tijd dat ik er kan aan werken, raadpleeg ik mijn netwerk van assistenten. Deze mensen ken ik vrij goed. Ik weet wat ze goed kunnen, waar ze willen en naar toe kunnen groeien en wat ze aan ondersteuning nodig hebben. 

Dus zo gaf ik de naam door van een atelier. Een paar dagen geleden liet ze me weten dat het atelier gaat stoppen, omdat ze schrik hebben. We bekeken het half gemaakte kledingstuk. Deze manier van werken had zich al meerdere keren herhaald. Je weet ik houd van herhaling. Een atelier is bang om een kledingstuk te maken, dus kwam de vraag om het te maken naar mij.  Zoals ik al schreef gaf ik het in de eerst instantie door, omdat het vrij eenvoudig leek om te maken. 

Nu ateliers er angstig van worden, trok ik dit even in twijfel. Ik maak veel moeilijkere dingen en de stof was de meest dankbare om als kleermaker mee te werken. Dus ik ga aan de slag. 

Ik deed er een uur en een half over om het kledingstuk te begrijpen. Meestal heb ik het ontworpen, en het patroon gemaakt. Het moment dat die delen af zijn bestaat het kledingstuk al in mijn hoofd. Ik verdeelde alle delen over drie paspoppen: één met de geknipte stofdelen, één met de voering en één met de patronen in papier. Ok, begin bij het begin. Ik nam het voorpand, daarin zat een zak. Ik kon deze nergens op het patroon vinden, maar hoe weet ik dan waar ik die moet plaatsen? Na de patronen afspeuren kwam ik op het idee om dit te bepalen door eerst de zak samen te stellen. Met het andere deel wat er tegenkomt en zo via spiegelen en afmeten. 

Het was al middag en ik had nog niet veel gerealiseerd. Ik twijfelde of mijn techniek wel juist is, maar ik had geen andere info, dus deed ik het zo. Door het kledingstuk verder in elkaar te steken, zag ik dat het correct was wat ik deed. Er deden zich geen andere problemen voor die door een fout geplaatste zak zouden kunnen veroorzaakt zijn. De zak valt nu open; ik heb met speldjes vast gezet waar ik van plan ben om te stikken. Doordat het zichtbaar is aan de buitenkant, wil ik dat eerst met de bedenker bespreken.  

Bij de split aan de achterkant stikte ik ook op de buitenkant. Dit hadden we vooraf besproken; de draad gekozen en de steeklengte. Het moment dat ik aan de split kwam nam ik het patroon erbij en tot mijn verbazing stond daar geen indicatie voor waar ik moest stikken. We hadden het besproken en met een beetje logisch nadenken kom ik er wel. Enkel heb ik geen idee hoe je dat iedere keer hetzelfde doet op verschillende jassen. Herhaaldelijk hetzelfde maken is niet mijn specialisatie; wel die van de ateliers. 

Uiteraard vroeg ik me af waarom een atelier schrik heeft om iets te maken. Ik kan begrijpen dat je schrik hebt om te knippen. Iets wat je geknipt hebt en dat niet naar de wens van de klant is, kan je minder gemakkelijk oplossen. Maar een stiksel doe je los en je bekijkt de mogelijkheden met de klant. Dit is ook wat ik met de bedenker besprak. Ik maak het tot dit punt en dan bekijken we verder. De bedenker had er het bericht van het atelier bijgehaald  om me de juiste vertaling te geven. De baas van het atelier had angst. 

Je kent me al: nu ga ik opzoeken wat angst is. Een onaangename emotionele toestand die wordt veroorzaakt door dreiging of gevaar. Wat is de dreiging of gevaar dat het atelier zag? Ik kan niet in de ander zijn hoofd kijken. Het enige wat ik merkte door aan dit kledingstuk te werken, is dat ik wel moe was van het denk- en zoekwerk. De puzzel om het kledingstuk te begrijpen, de zoektocht naar de zak en het maken van keuzes waar ik niet zeker van ben of dit is wat de bedenker wil. 

Damiaan Denys stelt dat controleverlies de oorzaak is van angst. Het was inderdaad een zoektocht naar hoe zit die hier nu juist in elkaar? Waar kan ik de informatie halen die ik nodig heb? Op basis van wat neem ik een beslissing. Ik besprak op voorhand wat ik kon bespreken, ik nam daar de tijd voor. Ik weet dat dit niet wegneemt dat er nog onvoorziene zaken naar boven kunnen komen. Deze beschreef ik hierboven. 

Ik weet dat mijn welzijn, en bijgevolg ook het werk dat ik lever, beter is als ik focus op hoe ik met dingen omga, meer dat met de zaken die zich voor doen. Ik schreef dat ik voor de middag nog niet wist hoe ik het moest maken. Ik weet dit zo goed, omdat ik besliste om te koken. Ik weet dat eten creëren me een goed gevoel geeft en me ineens ook gezond laat eten. Ik koos er bewust voor om een middagpauze van een uur te nemen. 

Koken met Annelies gaat als volgt. Ik kijk wat er in huis is. Zijn er dingen die eerder op moeten dan andere? Dan begin ik daarmee. Ik sneed dus champignons en paprika in schijfjes. Ah, dat kan een spaghettisaus worden. Maar ik voelde dat niet zo en de kaas gaat te lang duren om te ontdooien. Ik heb eigenlijk nu al honger en ik heb die ajuin al gesneden. Ik maak rijst met een curry en gebakken ananas. Dat laatste is mijn lekkernij. Na het eten deed ik een meditatie en ik ging terug naar boven. 

Waar was ik nu weer mee bezig? Met nieuwe energie ging ik aan de slag. Na een paar minuten dacht ik: eigenlijk is dit als koken met iemand anders zijn recept. Het eten dat ik net maakte was supper lekker. Ik zou kunnen opschrijven hoe ik het maak, maar dat is een kunst op zich en sommige zaken moet je gewoon veel doen voor het vlot voelt om het te doen. Ik kook trouwens nooit met een recept. Ik kan niet lezen en iets doen tegelijk. Ik kijk in een kookboek en verzin mijn eigen recept. 

Suitably yours,

Annelies 

‘duurzame’ winkels.

Ik kan me steendood ergeren aan ‘duurzame’ winkels die Ikea-dingen gebruiken om hun waar aan te prijzen. Ik zie dat als een uiting van een waarde waar ik het erg lastig mee hebt: oppervlakkige- en tijdelijke duurzaamheid. Iets is duurzaam, omdat het lange tijd in je leven blijft en dat de manier van produceren ook op de lange termijn kan blijven bestaan. De meubelketen waar ik het net over had, schendt de mensen- en kinderrechten. 

Een manier van werken die de medemens schaadt, is niet iets wat op lange termijn zal blijven bestaan, dus is dit volgens mij niet duurzaam. Als je producten hebt die op zich duurzaam kunnen zijn, gepresenteerd op een ding wat het niet is, dan vind ik dit onsamenhangend. Ik kijk naar iemand zijn gedrag om zijn waarden te zien. Papier is gewillig. Hoe een ander je laat voelen toont de integriteit van de ander. Hoe je jezelf laat zien en zijn toont die van jezelf. 

Even een onderbreking voor de reclame. Wat als we een crowdfunding zouden organiseren voor creatievelingen die hun ziel hebben gegeven aan vergelijkingswerk? Met het geld kunnen we de creatieve workshops, sessies en coaching aanbieden om hun creativiteit terug te laten floreren. Deze zijn ze namelijk kwijtgeraakt in het werken voor bedrijven die ontwerpers naäpen, kopiëren en reproduceren. Vergelijken is wat die creatievelingen de gehele dag doen, maar dit is het tegenovergestelde van creativiteit, dus heel langzaam verdwijnt hun creativiteit. Dit is niet zonder gevaar, want creativiteit is de deur van de ziel om naar buiten te treden. 

Iedere keer dat je een probleem of lastigheid, vanuit je eigen authenticiteit benadert, floreert je creatieve ziel naar buiten. Maar iedere keer dat je het pad volgt ‘zoals het hoort’, sluit je een deur (al dan niet tijdelijk). Doordat creativiteit en emoties in de hersenen zo dichtbij elkaar zitten, voel je je daardoor somber. In de somberheid ga je je vergelijken met anderen en zo sluit je weer een deur naar jouw creativiteit en jezelf. Dus stort op dit rekeningnummer en help creatievelingen, beter bekend als iedereen, deuren te openen naar zichzelf. Met deze gift creëert u een mooiere wereld voor jouzelf als voor de creatieveling. Ik maak het zo snel mogelijk in orde dat giften boven de 50 euro fiscaal aftrekbaar zijn. Laat deze wereld tot zijn volle potentieel komen; laat jezelf zien en zijn. Einde van de reclame. 

Zo stond ik laatst te praten met een ontwerpster, die geprezen wordt om haar duurzame werk, toen toevallig mijn oog op haar new look schoenen viel. Ik weet niet waar ze haar schoenen kocht of kreeg of wat dan ook, maar de oorspronkelijke winkel valt in de categorie van de eerder genoemde winkel. Ik weet dat de kwaliteit zo minimaal is dat de kans klein is dat deze tweedehands verkocht kunnen worden. Mij gaat het om het principe en het feit dat ik daar veel boosheid onder voel. 

Ik kan anderen niet veranderen. Is het teveel gevraagd dat iemand die geprezen wordt om zijn duurzame werk, zelf duurzaam leeft? Of is het regelrechte jaloezie van mijn kant? De hoeveelheid lof die zij krijgt om haar duurzame werk, krijg ik niet. En ja daar zitten we dan, ikzelf zit in de val van het vergelijken. Het is niet de eerste keer dat ik hier ben, maar om de een of andere reden vergeet ik zelf de gehele tijd de weg naar buiten. Ik ben hier, in de vergelijkingsval, als zo vaak geweest dat ik blindelings de weg eruit zou moeten kennen. 

Ik geloof dat je in het leven dingen blijft tegenkomen tot je de les hebt geleerd. Misschien stel ik de verkeerde vraag. Wat als ik op een andere manier naar de val kijk? Wat als ik aanvaard dat mensen onzin verkopen en dat anderen dat graag horen? Wat als dit niets met mij te maken heeft? Wat als zoeken naar de integriteit van anderen in denken en vragen mij niet dient? Wat als onsamenhangend nu eenmaal de aard van de mens is? ‘De paradox is de meest accurate manier om de mens te beschrijven’, aldus Jung. 

Wat als dit het gewoon is. De frustratie van het ontdekken van de onsamenhangendheid; het is wat het is. De jaloezie van het zogezegde succes tegenover het dagelijkse gedrag van die persoon; het is wat het is. Mijn neiging om in de vergelijkingsval te rollen; het is wat het is. 

Het analyseren van anderen tot ik iets vind wat niet geheel strookt met wat ze vertellen; het is wat het is. Het tijd en aandacht geven aan iets wat me niet dient; het is wat het is. De neiging om alles zo hard uit te pluizen dat het zeker weten duurzaam is; het is wat het is. De neiging om iedereen te willen forceren om zichzelf te laten zien en laten zijn; het is wat het is. Ik aanvaard mijn paradoxale menselijke manier van zijn. 

Weet je, ik heb net samen met twee anderen ontwerpers - MONA WIE en Ataman - in de Darwinstraat 37 te Elsene, een slow fashion galerie geopend. Het internet en andere installaties konden we niet verplaatsen. Ik had nog ergens een ikea doos staan, die past in het interieur. Het is wat het is.  

De rest van de slow fashion galerie wil ik je graag zelf laten ontdekken.  

Suitably yours,

Annelies 




Verwringing

Iets waar ik tijdens het winkelen en shoppen altijd op let is hoe de verkoper omgaat met de klant. Waarom vind ik dit zo belangrijk? Omdat verwringing begint op het moment dat de ander zich niet laat zien en zijn, zoals die is. Het is die verwringing die je spullen en kleding rondom je laat hebben die je niet ondersteunen. En het is mijn doel je te inspireren om kleding in je kast te hebben, die je ondersteunt om jezelf te laten zien en jezelf te laten zijn. 

We kennen allemaal een gelijkaardige scène, waarin we met een kledingstuk van de winkel thuiskomen, waarvan we ergens al voelen dat we het niet gaan dragen. Soms hou je het jaren bij je om de juiste gelegenheid te vinden. Soms probeer je het aan een ander te geven, dan heeft het nog een tweede leven. Ik weet niet of jullie dit ook doen, maar ergens ga ik dan uitpluizen. Hoe komt het dat ik dit kocht?

De vraag ‘hoe komt het dat ik dit niet draag?’ is ook een interessante. Meestal is het antwoord dat het je kleur, vorm, materiaal of verhaal niet is. Deze vraag leert je bij over volgende aankopen: ‘Ga ik deze kleur, vorm, dit materiaal of dit verhaal voldoende dragen?’

Als ik eerlijk antwoord op de eerste vraag, ‘hoe komt het dat ik dit kocht?’, is het omdat ik me ergens in wrong. 

Ik wou het gevoel van ‘er niet bij horen’ wegkopen. Ik hoor de verkoper nog zeggen: ‘ja, dat is iets wat je gemakkelijk met alles kunt combineren, dat past overal bij.’ Ik wou het gevoel van ik-ben-toch-iemand-die-veel-te-hoge-eisen-stelt van me afschudden. Ik denk nu aan een marine blouse die ik net naar de kringloop bracht. Deze had een boothals en ik heb liever een ronde hals. Haha, een boothals is toch logischer bij deze stijl. En als je van veraf kijkt maakt dit niet eens een groot verschil. 

Dit deed me dan twijfelen. Allez, dat denken en twijfelen is toch niet nodig. Volg je gevoel. Toen had ik ook al de regel; als je twijfelt is het een nee. Maar ik kocht het dus toch, omdat ik van mijn te hoge standaarden gevoel af wou. Nu leg ik de verantwoordelijkheid bij mij; ik kocht de blouse. Maar er is ook een deel van de verkoper. 

Ik probeer woorden te vinden om het deel van de verkoper duidelijk aan je te maken. Het gaat me niet om het toeschrijven van de verantwoordelijkheid, maar we zijn sociale wezens en we zijn verantwoordelijk voor hoe we de ander zijn leven aanraken. Het is alsof bij de moeilijke momenten de ander (ik) in de relatie genegeerd wordt, maar alle voordelen van de verbinding die neemt de een (de verkoper) graag. En omdat dit voor de een werkt, doet ‘ie er alles aan om de relatie te behouden. 

Uiteraard wil diegene verkopen. Zijn doel is duidelijk niet hetzelfde als het mijne: authenticiteit in de wereld brengen door mezelf en anderen te inspireren zichzelf te laten zien en zijn. Ik merk dat als je met kledingverkopers praat ze allemaal jaknikken bij deze visie. Maar dat is op het moment dat het moeilijk wordt. De klant vraagt iets wat ze niet hebben, wat niet mogelijk is. Dan wordt de vraag genegeerd en zo ook de authenticiteit van de klant. En dit koppelde ik aan mijn nood om mijn gevoel van ik-stel-te-hoge-eisen van me af te leggen. 

Het stemmetje in mijn hoofd zegt nu: ‘ben je nu niet aan het muggenziften?’ Nee, ik wil je de wringing leren kennen. Door te herkennen dat je in een wringing zit, kan je er anders mee omgaan. De basis van de wringing is dat de voordelen van de verbinding gebruikt worden, maar dat de lastigheden eigen aan diezelfde verbinding verwrongen worden. 

Waar werd er gewrongen in mijn verhaal? Het eerste kledingstuk waar ik het over had, dat kocht ik omdat ik erbij wou horen. Ik kocht het erbij horen met een kledingstuk. We weten allebei dat dit niet werkt. Als je je aanpast aan de wringing, wordt je geaccepteerd omdat je op de anderen lijkt. Maar erbij horen, kan enkel wanneer je gezien wordt om wie je bent. En dit ging in de kleine opmerking van de verkoper verloren; het potentieel om gezien te worden.

Het tweede verhaal laat ook een deel van verwringing zien. De grappige opmerking van de verkoper, lacht letterlijk mijn nood weg. Deze opmerking had het effect op me dat ik ging twijfelen. De verkoper neemt geen verantwoordelijkheid over hoe hij mijn leven aanraakte en gooit de twijfel terug naar me alsof hij er niets mee te maken heeft. 

Jezelf laten zien en laten zijn is geen modegril, maar de weg naar een verbinding van mens tot mens ook in een verkoopcontext. 


Suitably yours,

Annelies

Ik conformeer, ik accepteer.

Wanneer het me voor het eerst opviel weet ik niet meer precies, maar het werd me heel duidelijk toen ik in het park wandelde. Om de één of andere reden is er veel minder volk in de stad en het park dan anders. En toen viel het me op hoe ik meer het park kan zien. Ik zag de ruime ruimte; het groene groen. Op een manier waarop ik het nog nooit eerder zag. 

De verwondering in het moment is altijd de meest intense. Het voelde alsof ik voor het eerst het park echt kon zien. Zonder anderen. Als ik naar een stuk keek waar mensen waren, dan ging mijn focus naar de mensen. Vandaar ook dat ik bijvoorbeeld graag door een winkelbuurt wandel, wanneer deze gesloten is. Omdat ik me dan kan focussen op de winkels. 

Het was de eerste keer dat die focus op de medemens me zo helder werd. Terwijl dit me duidelijk werd, vroeg ik me af waar ik naar kijk als er anderen zijn. Hoe anderen zich gedragen, hoe de groep zich gedraagt, wat de grote lijnen zijn. Ik zoek naar patronen in een groep. Hier in dit park zit je met vrienden iets te drinken of lees je alleen een boek. In dit deel wandelen de mensen meer. 

Waarom deed ik dat, wat levert me dit op? Waarom stel ik me die vragen, waarom focus ik me zo op anderen, waarom zoek ik naar die grote lijnen? Omdat ik me dan kan laten inpassen in het geheel, zodat ik me zo kan gedragen dat ik geen problemen creëer. Zodat ik me kan aanpassen aan de opvattingen binnen de groep. 

Ik schrijf dit hier nu even snel op, maar dit is confronterend. Dit deel van mezelf was me nog niet zo duidelijk. Ik heb al even door dat ik focus op anderen, en dat ik daar veel uit leerde, maar dat ik dit zo deed als ik nu ontdekte, pffff. De verwondering in het moment is altijd de meest intense. 

Het is wat het is. Het is niet goed of slecht. Het is dienend of niet dienend en niet dienende dingen kunnen indirect dienend zijn. Het laat mezelf een deel zien en zo ook zijn. Dit mantra herhaal ik op het moment dat ik erken dat ik zo in een moment zit. 

Wat is zo een moment eigenlijk? Door in het lege park te zijn, zag ik glashelder dat mijn focus naar totaal andere gaat dan in een vol park. Daardoor ontstond de vraag: ‘waar gaat mijn focus dan daartoe in een wereld met mensen?’ Het antwoord daarop is: ‘naar het zoeken van grote lijnen in het gedrag, met als doel geen problemen te veroorzaken.’ Dit is een moment waarop ik glashelder mijn eigen masker zie. 

Een masker dat ik gebruik om in sociale omstandigheden te functioneren. Ik kan nu een uiteenzetting geven over wat ik denk waarom dit zo is, maar eigenlijk neemt dit de confrontatie met dit masker niet weg. Nu begrijp ik ook waarom sociale dingen zo vermoeiend voor me zijn; ik conformeer. 

Ik schreef al eerder over dat we als mens twee paradoxale behoeften hebben. Ten eerste de behoefte om gezien te worden, om de unieke persoon die we zijn, en ten tweede het verlangen om deel uit te maken van het grote geheel.  

Een kinderlijk antwoord hierop is: ik deel de delen van mezelf die passen in het geheel en ik hou de andere voor mezelf en mijn intieme kring. Wat is daar kinderlijk aan? Dit is een gedrag dat ik mezelf eigen gemaakt heb toen ik kind was, omdat ik geen problemen wou laten ontstaan. Zo ontstond mijn masker. Een masker van analyseren van gedrag, gedachten en gevoelens. Wat me in mijn werk ook goed van pas komt. 

Maar wat een korset is geworden als ik wil gezien worden om de unieke persoon die ik ben. Die unieke delen hou ik voor mezelf en voor mijn intieme kring, maar vooral voor mezelf. Door geen problemen te willen veroorzaken, wacht ik tot het moment dat ik mezelf kan laten zien. Ik kijk of er in de context ruimte is voor mijn uniek-zijn. In deze wereld is niemand op je aan het wachten. 

Hoewel ik me soms conformerend en probleemvermijdend vind, accepteer ik mezelf volledig. 

Suitably yours,

Annelies

tailormade by hand.png