kleding op maat

laat jezelf zijn - zien.

Atelier Annelies Bruneel ontwerpt en maakt Belgische mode met de hand.  Laat kledij maken voor de mooiste dag van je leven, of gewoon voor elke dag. Haute couture past ook in jouw kledingkast. 

De mens en jouw beelden.

Ik luisterde net naar de uitleg die Wannes Cappelle gaf bij het nummer dat hij schreef voor ‘de week tegen pesten.’ De definitie die hij gebruikte van pesten opende mijn ogen: ‘Pesten is iemand blijven confronteren met een eenzijdig beeld.’ De grote, de lange, de dikke, de dunne, de brillie, enz. 

Mijn god, er wordt veel gepest in deze wereld. Hoeveel mensen me enkel als mijn atelier zien. Hoeveel mensen enkel mijn kracht zien, waardoor ik niet eens zwak mag zijn. Maar het is veel oppervlakkiger. We doen dit, ik doe dit. 

Zou pesten een gebrek aan vertrouwen op je eigen verbeelding zijn? Het is nu eenmaal zo dat onze hersenen in hokjes denken. Zonder dat opdelen is de wereld te groot om in ons hoofd te krijgen. Wat een idee ook om de wereld of een ander in je hoofd te willen. Ik zie dit nu als een beeld voor me. Om de ander in je hoofd te krijgen moet je die dus verkleinen tot een behapbaar concept.  

Uiteraard is het meest werkbare dat ik de bakker, waar ik deze ochtend koffiekoeken haalde, zie als de bakker. Het wordt pesten wanneer ik dit blijf herhalen. Ja, ik ga wel een paar keer per maand naar de bakker. Iedere keer is onze interactie één waarin ik hem zie als de bakker.  Eigenlijk is het feit dat ik hem betaal voor de koffiekoeken een vorm van confronteren. In de zin van iemand laten zien wat hij gedaan heeft. Ik koop geen gebakken lucht, ik koop zijn werk. 

Ik koop zijn werk omdat ik het goed vind en omdat hij dichtbij is. Daardoor kom ik er af en toe; dit maakt dat hij me ook herkent. Dit weet ik omdat hij me een keer een koffiekoek extra gaf, waarbij hij zij dat dit was omdat ik af en toe koop. In het licht van de definitie van pesten zie ik iets menselijks. Er ontstaat een ander beeld van de ander als je elkaar meerdere keren ziet. Doordat hij me af en toe zag was ik niet meer een onbekende klant en dat wou hij met die koffiekoek laten merken. 

Het is natuurlijk om een eerste indruk te hebben van een ander. Het is nodig voor je hersenen om onmiddellijk een beeld van de ander te maken, maar het is menselijk om bij herhaling of langere tijd samen beelden bij te maken. Wat gebeurd is, is gebeurd, maar het is aan iedereen voor zich om bij dat beeld te blijven of beelden bij te maken. 

Wat me helpt om beelden te blijven maken is hoe je over de ander praat. Ik heb daar al in een andere ‘kleermakerszit’ over geschreven. Het identificeren praten. Je ziet een gedrag en je benoemt die persoon naar zijn gedrag. De snelle wandelaar, de telaatkomer, de levensgenieter enz. Als dit op dat moment het enige beeld is dat ik heb, of kan hebben, van de ander dan is dit wat het is. Toch ga ik er op letten om eerder te zeggen: de persoon die snel wandelt, die man die net te laat binnen kwam of de vrouw die in de zon aan het genieten is. 

Het moment dat ik beslis dat de ander niet meer is dan het beeld dat ik heb, kies ik om de verbinding te breken. Dus om te verbinden kies ik ervoor om menselijk te zijn en dus iedere keer nieuwe beelden van anderen te laten zien en zijn.  

Ik geef al meer dan 16 jaar les in kleding ontwerpen, patroontekenen en maken aan alle mogelijke leeftijden en opleidingsniveaus. Wat ik na die jaren kan concluderen is dat je iets begrijpt omdat je je verbeelding vertrouwt. De studenten die ik zie beelden laat zien en zijn kunnen stapsgewijs de creativiteit vinden om dit effectief te maken.  

En hoe maken we een wereld waar je vertrouwen op verbeelding groeit? Door mensen niet in hokjes op te delen. Dit is een maat 38, die heeft een elegante stijl, dit is een winkel voor oudere dames. Door een mens te zien en het gedrag op dat moment te laten zijn.

 

Kijk om je heen en zie de mens en de oneindige beelden die je maakt. 

Suitably yours,

Annelies

Exclusiviteit en intimiteit zijn er niet meer.

AF Vandevorst stop ermee. In de lijn van andere modeontwerpers die stoppen zijn zij het enige merk dat ik graag droeg. In de tijd dat ik studeerde aan de Academie van Antwerpen spaarde ik om kleding van hen te kunnen kopen. En dan was dat nog in de stocksales. Een goede vriendin van me kocht met haar eerste loon hun iconische laarzen. Dit is een merk waar mijn hart lag, omdat de kleuren, stoffen, vorm en het verhaal me aansprak en bij me paste. 

Tussen het harde, vele schoolwerk door op de academie, werkte ik in goedkope modeketens. Ik deed enkel interims van enkele dagen; het werk was altijd hetzelfde, maar zo veranderde de omgeving toch. Daar kreeg ik een inkijk in hoe de snelle mode met mensen omgaat. Ik voelde me daar geen mens, maar een ding dat dingen moest doen. Met dat geld ging ik dan naar de stockverkopen. Veel van de items daar waren in de kleinste of de grootste maten, dus het was zoeken naar iets wat me aansprak en in mijn maat was. 

Ik kocht van hen een asymmetrische blouse in zachtroze en het kledingstuk dat op de openingspagina van mijn website staat. De jurk die ik draag is van mij, maar wat het model draagt is een stuk van AF Vandevorst. Het is nu pas dat ik door heb dat er Vorst in hun naam zit, waar ik woon en mijn atelier heb… 

Hetgeen dat ik nu wil schrijven vind ik niet eenvoudig. De kwaliteit van de blouse was niet wat ik verwachtte. Ik maakte toen ook al een groot deel van mijn kleding zelf en ik merkte na een tijdje dat ik die blouse niet vaak uit de kast haalde. De stof wolde op bij het wassen, dus meer dragen is meer wassen en zo ook meer opwollen en zo maak ik hun werk stuk. Een voor een kwamen de knopen los. Dat is geen moeite voor me om aan een werk van kunstenaar te werken waar ik naar opkijk, maar ik besef ook dat dit handelingen zijn die niet iedere klant wil of kan doen. 

Ik verwacht van kleding dat het mij ondersteunt in mijn menszijn. Ik wil dat het me warm houdt of net de warmte van me af houdt. Ik verwacht dat ik in mijn kleding de dagelijkse bewegingen, zoals wandelen, fietsen, voor een groep spreken, klanten opmeten, in mijn atelier werken, kan doen. Ik verwacht dat ik kleding vaak en lang kan dragen, minstens jaren. Ik verwacht dat kleding me past. Dit gaat over de vorm en snit, maar eveneens over de kleuren en de stoffen. Ik verwacht dat kleding me mezelf laat zijn en laat zien. Ik verwacht dat kleding gecreëerd wordt door mensen die allemaal menselijk behandeld worden. Ik verwacht dat kleding zo dicht mogelijk bij de drager gemaakt wordt.

Alle modeontwerpers die me van kinds af aan inspireerden om mijn eigen verbeelding naar buiten te brengen ben ik dankbaar. Door later enkele stukken van hen te kopen heb ik voor mezelf heel duidelijk leren zien wat ik van kleding verwacht. Ik zie hun werk nog altijd als inspiratie, maar een Picasso ga ik ook niet dragen, maar van genieten. Soms ontgroei je de mensen die je mee op weg hielpen. Dat is een gevolg van je eigen stappen zetten. 

Wat ik in een artikel in ‘De Tijd’ las is een argument dat AF vandevorst zelf aanhaalde: ‘exclusiviteit en intimiteit zijn er niet meer.’ Een quote is maar een druppel in de zee van een redenering. 

Vaak krijg ik te horen dat wat ik doe heel exclusief is. Exclusief heeft twee betekenissen: de ander of iets niet meerekenen of uniek en ongedeeld zijn. Maar ik ben net inclusief, want ik creëer samen met mijn klant en zijn unieke menszijn. Mijn doel is de klant zijn leven te ondersteunen met kleding. Dit is een lang gevecht geweest met dit exclusieve. Wat ik verwacht van kleding vind ik dat voor iedereen geldt. Daar hangt uiteraard een prijs aan, waarvan ik weet dat die niet voor iedereen haalbaar is, maar ik heb jullie nooit wijsgemaakt dat je kleding voor de prijs van een treinticket kan kopen. Ik heb je ook nooit verteld dat je om de zoveel tijd moet veranderen van stijl en persoonlijkheid. 

Wat als we eens exclusief onszelf zijn en zo de intieme relatie met onszelf laten ontstaan. Door voor jezelf als geheel te kiezen leer je de noden en verwachtingen, die jij hebt, kennen. Die behoeften zien en laten zijn maakt dat je deze ondersteunt. En dit levert een duurzame vertrouwensrelatie met jezelf op. Het in de intimiteit van jezelf zijn zorgt ervoor dat je de antwoorden vindt op jouw (kleding)behoeftes. Door exclusief daar naar op zoek te gaan zal je kleermakers vinden die aan jouw behoeften voldoen. 


Suitably yours,

Annelies

‘No comment’

Toen ik nog klein was, en dat is de tijd van de lagere school, zei ik dat mijn kledingmerk zo zou gaan noemen. ‘No comment.’ Dit komt uit een theaterstuk dat we met de familie zagen en daar was een heel grappige scène waar twee politieagenten een onderzoek deden. De ene gaf als enige antwoord ‘no comment’ op een droge toon. Ik vond dat zo’n grappig antwoord.

Later toen ik Engels leerde verstond ik het ook en toen vond ik het nog steeds een goed idee om mijn kleding zo te noemen. Ik heb namelijk een hekel aan commentaar. Ik zal even uit de doeken doen welk deel van commentaar het bloed onder mijn nagels haalt. Advies van iemand, waarvan ik weet dat hij weinig tot niets over de zaken weet en die wil dat ik zijn standpunt als geweldig inzicht beschouw. Het poneren als een mening over iets, waar je niets van weet, als een algemene waarheid. Gewoon dit schrijven laat me al voelen: hou dan gewoon je mond. 

Er is niets mis met een mening delen. Maar deel dit dan als jouw mening; ik denk, ik voel, ik ervaar, ik heb de indruk. Er is niets mis met ergens niets of weinig vanaf weten. Nieuwsgierigheid is wat je verder brengt in het leven. De meeste mensen praten graag over hun passie en zo leer jij bij. Nieuwsgierigheid laat je mens zijn en zien. Dit is mijn visie op een mening geven. Je bent trouwens in mijn kleermakerszit aan het lezen, wat geheel mijn standpunt is.

De reden dat ik het als kind daar zo moeilijk mee had is omdat het me blokkeerde. Iets wat ik leuk, interessant, mooi of tof vond werd door dit commentaar uit het moment gehaald. Als kind leef je heel erg in het moment. Dit gevoel kan ik nog steeds ervaren in mijn atelier als ik volledig opga in mijn werk, zoals nu. Het idee dat iets, of iemand, nu commentaar zou leveren... Het haalt me uit dat moment, uit de flow en neemt het plezier weg. Terwijl de persoon die commentaar geeft wellicht gewoon zijn ei kwijt wil, maar het breekt mijn energie. 

Zoals jullie misschien weten heb ik dyslexie. Ik schrijf letters niet in de maatschappelijk verwachte volgorde en ik heb daar zelf weinig last van omdat ik dat niet zie. Ik heb daar al veel in leren zien, maar geen enkel commentaar op een geschreven tekst heeft me dat geleerd. Nee, het is lezen, meer woorden visueel leren kennen en heel kritisch naar mijn eigen schrijfsel kijken dat maakte dat ik dit leerde. Uiteraard had ik daar professionele hulp bij, maar nog steeds blijven mensen het nodig vinden om het mij uit te leggen of hun mening over mijn teksten te geven. Op het gebied van letters werken mijn hersenen anders dan die van de uitlegger, dus kan ik weinig met die uitleg. 

No comment was voor mij een antwoord op zowel het schrijfadvies als het uit mijn-nu-moment-haal gebabbel. Mijn kleding als geen commentaar. 

Is de mode met haar trends en tendensen niet net zoiets als correct schrijven geworden? Dat om de zoveel tijd verandert? Alsof het in het ene seizoen correct is om bepaalde taalregels op te leggen en een volgend seizoen totaal het tegenovergestelde. Je hebt bepaalde taalregels onder de knie, je slaagt er zelf in om je creativiteit en plezier er in te vinden. En net op dat moment zijn er nieuwe trends en tendensen, die door de nieuwe taalregels, jou uit jouw flow halen. Met een verward hoofd probeer je daar kop of staart te krijgen, maar misschien moeten we gewoon ‘no comment’ zeggen tegen de continu veranderende mode. 

Misschien moeten we no comment zeggen tegen mode, die niet met jouw mens-zijn bezig is. Mode die niet nieuwsgierig is naar wie jij wil laten zien en zijn.

Suitably yours,

Annelies

Kleding is soms de enige veilige ruimte die je hebt, maar je kan ze maken.

‘Doe uw kap af’. Nee, dat zei ze niet op een vriendelijke- of effectieve manier. Het enige wat ik erbij voelde was dat ze macht over het meisje met de kap wou. Ik zag ook dat het meisje zich wilde inkapselen met haar kap. Dat ze een soort van cocon creëerde met die kap. Kleding is soms de enige veilige ruimte die je hebt, maar je kan ze maken.

Ik geef al de helft van mijn leven les, officieel gezien. Onofficieel gezien vanaf het moment dat ik kon praten; aan mijn knuffeldieren. In mijn geval waren dat een knuffel lieveheersbeest en andere dieren. Ik geef al die tijd dezelfde lessen: kleding maken en kleding denken. Mijn nood aan bijleren is zo groot dat ik mijn lessen en ateliers altijd zelf verander; ik wil nieuwe dingen proberen. Waar ik nu mee bezig ben is het verschil tussen beoordelen en veroordelen. De laatste jaren geef ik mijn kennen en kunnen in een context waar ook een diploma of getuigschrift wordt uitgereikt, dus moet ik punten geven. 

Ik doe dat niet graag, punten geven. Voor een persoon die vaak niet begrepen werd door leerkrachten, welke niet de moeite namen om naar de persoon achter de leerling te kijken, hebben rapporten en punten weinig waarde. Maar ik vind wel dat een diploma voor iets moet staan. Ik vroeg me af: waarom heb ik het daar zo lastig mee? Enerzijds mijn eigen verleden met punten en niet gezien worden. Anderzijds merkte ik dat het verschil tussen oordelen, beoordelen en veroordelen me duidelijkheid gaf. 

Oordelen is een mening hebben, dus wat je bij punten geven moet doen. Een mening over wat die persoon op dat moment in de lessen liet zien. Beoordelen is keuren naar bepaalde-, al dan niet duidelijke afgesproken, verwachtingen. Je bent op tijd of je bent te laat. Je maakte alle onderdelen van de taak of je deed maar een deel. Veroordelen is vanuit je eigen waarden, normen en verwachtingen een oordeel vellen over de ander. Ik geef geen wiskunde; ik geef mijn kennen en kunnen om de ander zijn creativiteit te laten zien en zijn. 

Hoe geef je daar punten op? Iedereen vertrekt van zijn eigen niveau. Dus wat voor de ene een grote stap is, is voor de andere al een dagelijkse gewoonte. Duidelijk zijn naar wat ik verwacht, wat mijn waarden en normen zijn en daar controleerbare doelen aan koppelen. Dat is wat ik nu probeer. Maar dit veroordelen mijn collega’s. Veroordelen is zeggen dat iets niet in lijn ligt met jouw verwachtingen en waarden. Niet al mijn collega’s hebben als doel hun kennen en kunnen geven, zodat de ander zijn of haar creativiteit handvatten kan geven. 

En dat merkte ik dus in de norse opmerking van de capuchon. Ik voelde deze als ‘jij moet doen wat ik zeg!’ Of dit de realiteit is ga ik hier niet verder uitspitten, maar het veroordelen van het gedrag van dat meisje, en het effect op haar, wel. Ik kan het idee volgen dat een kap dragen als niet professioneel en niet klantvriendelijk overkomt. Ik merk dat een groot deel van mijn lessen en ateliers bestaat uit het kaderen van wat de normen en verwachtingen zijn en waarom. Dit is in het creatieve veld schipperen tussen veroordelen en beoordelen. 

Als iemand een oordeel over je velt en dat raakt je want je bent een mens die gezien wil worden. Er zijn drie onbewust eerste reacties die optreden: we bewegen tegen, naar of weg van het oordeel. Tegen: Ik zal ze wel bewijzen dat dit niet waar is, wie zijn zij om dit over mij te denken. Naar: Ik zal alles doen, zodat de ander zich goed voelt en me niet meer gaat veroordelen. Weg: Het kan me geen moer schelen wat de ander van me denkt. 

Wat deze drie reacties willen doen is je beschermen van de pijn om er niet bij te horen. Maar wat ze je niet geven is de weg uit deze pijn. Door mezelf toe te laten om te voelen: ik wou graag door deze persoon gezien worden. Maar die zegt of doet iets wat me het gevoel geeft dat ik niet goed genoeg ben. De uitweg gaat via het voelen van de pijn. Ik ben nieuwsgierig naar de pijn en wat is er gebeurd (soms is dat niet altijd duidelijk). Wat heb ik nodig om hiervan te herstellen en gewoon zonder enige beweging tegenover die persoon te gaan staan. Door je bewust te worden van je eerste reactie kan je anders tegenover de commentator gaan staan. 

De drie reacties die ik daar net aanhaalde zie ik ook terug in de omgang met mode. Tegen: gij denkt toch niet dat ik die lelijke mode en domme ideeën van de ontwerper ga volgen? Gewoon omdat die dat zo maar even bedacht hebben… Meebewegen: zeg mij welke kleuren, vormen en stijl ik moet dragen. Wat past bij mij? Ik weet niets van mode, help me om hierin in mee te gaan. Weg: ik doe daar niet aan mee! Als een idioot zomaar alles volgen; mode dat interesseert me niet. Mode, trends en veranderende smaken balanceren ook op die grens van beoordelen en veroordelen. 

Oordelen, beoordelingen en veroordelingen krijg je hoe dan ook in het leven. Maar hoe jij daarmee aan de slag gaat, kun je maken. En zo kan je tot een reactie komen van laten zien en laten zijn. Dus laat je eerste onbewuste reactie zijn wat het is. Waarom krijg ik het gevoel dat ik achter de mode moet aan hollen? Waarom denk ik dat ik zoals de anderen gekleed moet zijn? Waarom heb ik de indruk dat ik niet goed genoeg ben? 

Dat is een veilige, vertrouwde ruimte creëren voor jezelf. Kleding is soms de enige veilige ruimte die je hebt, maar je kan het vormen.

Suitably yours,

Annelies

een kooi.

“In de 21ste eeuw bevrijdde de vrouw zich. Nu is het aan de mannen om dit te doen.” Een zin die is blijven hangen van in de nieuwjaarsperiode. Dank je voor het begrip dat ik niet meer weet van wie deze is. 

Ik besef maar al te goed dat het leven, wat ik nu leid als vrouw, 100 jaar geleden geen evidentie zou zijn. Ik ben dankbaar voor iedereen die daar voor streed. Ik ben dankbaar voor de kleine -  soms belachelijke - stapjes maar ook de grote stappen. Maatschappelijke verandering laat je zien in de komende 20 minuten in de 20 meter rondom je. Een van mijn aanmoedigingsideeën is van Alain de Botton: ‘We hebben niet meer mensen nodig, die boeken schrijven over ideeën.  We hebben mensen nodig, die ons helpen zoeken naar hoe we die ideeën concreet maken.’

Als je nu naar de mode kijkt van rond 1890 en 1900, toen ging de mode nog niet zo snel, dan zag je een vrouw die mooi moest zijn. Ze droeg een korset, een soort van kooi om mooi te zijn (voor anderen). Ik word even technisch: een korset vervormt je lichaam. Een bustier of aansluitend kledingstuk volgt je lichaam. Vrij onmogelijk om in zo een kooi even spontaan een dansje of eender wat te doen; zelfs kinderen opheffen is niet evident. De vrouw zat vast in de kooi, zodat ze mooi kon zijn. 

Uiteraard willen wij, of ik zal voor mezelf spreken, graag gezien worden. Ik heb het al eerder over mooi zijn en mooi gevonden worden gehad. In mijn atelier bespreken we kleuren en smaken. Wat dat is meestal de dooddoener die gebruikt wordt. Les goûts et les couleurs ne se discutent pas. Mooi gaat over wat je aanspreek en wat je bevalt is meestal iets wat je kent of herkent. Dit is de reden dat modestijlen geleidelijk aan veranderen. Kledinggeschiedenis kun je zien als een langzame verandering. Je kunt in de mode van de 21ste eeuw de verandering- en bevrijding van de vrouw zien. 

Ik durf zelf te stellen dat de twee elkaar beïnvloeden. Het korset kwam los, omdat we wilden bewegen of we konden bewegen omdat het korset uit de mode ging. Het korset ging uit de mode, omdat een vrouw mode ging ontwerpen en maken. Gabriëlle Chanel, dank u! Naar mijn gevoel is bij haar het idee ontstaan: hoe voelt de kleding voor de drager zelf (voor vrouwen dan). 

Voor mannen was die vraag er al wel. Zij hadden werk te doen en bijgevolg ook bewegingen. Dus al die decoratieve tralala en onaangename kleding werd niet gedragen en werd zo ook geen mode. Als je kijkt naar de mode van aan de hofhoudingen, in de tijd dat er geen oorlog was, zie je meer details en tralala opduiken bij mannenkleding. Dus het idee dat mode iets vrouwelijks is, is niet waar. Het is een gevolg van het feit dat vrouwen lang niet buitenshuis werkten. Naar een opera, of de mis gaan, in een ongemakkelijk korset gaat nog. 

Vrolijk verantwoordelijkheid voor een taak openen, mooie definitie voor werk, doe je niet in ongemakkelijke kleding. Maar waarom hijsen vrouwen zich vaak nog in strakke jurken en rokken. Balanceren ze op een klein deel van hun voet. Ik draag ook hakken, dat geeft me een fijn gevoel. Ik koop enkel schoenen waar ik mee kan wandelen. De restaurant schoen vind ik een onduurzame aankoop en terug naar de kooi van het mooi. Dit terzijde. Ik vraag me af waarom ik op businessmeetings zo vaak vrouw zie trekken en pulken aan kleding die niet gemakkelijk zit. 

De mannen zitten ook in een kooi. De kooi van het werk, de status die dat oplevert, de auto en het netwerk, het problemen willen oplossen, de held te moeten zijn. Je ziet de laatste jaren dat de mode ook impact heeft op de mannen. In een kleermakerzit van een tijd geleden schreef ik ook dat het kostuum van zijn sokkel aan het vallen is. Mannen, ik moedig jullie aan om jezelf de vraag te stellen. En vrouwen: wij gaan verder op de weg die voor ons is ingeslagen. Ik wil je graag verder helpen met eens in de spiegel kijken. Ik denk dat vrouwen zo ook van hun ‘ik moet toch mooi zijn en daarvoor afzien’ idee gaan afstappen. 

Wat als we een maatschappij maken waar menselijkheid centraal staat. Wat als je binnen de 20 minuten in de 20 meter rondom je menselijkheid brengt. Wat als kleding over menszijn gaat. Als je je eigen menszijn kan laten zien en laten zijn. Wat als wij nu de verandering zijn, die binnen jaren pas zichtbare effecten gaat hebben.

Weg met de kooi!

Suitably yours,

Annelies

De mode herhaalt zich toch!

‘De mode herhaalt zich toch’, zegt ze. De rest van de conversatie heb ik niet meer gehoord, want mijn gedachten gingen aan de slag…

Als de mode zich herhaalt, waarom draag jij dan geen kleding van jaren geleden. Niet iedereen kan zien dat iets oud is, maar ik heb daar toevallig wel een oog voor. Dit gaat om subtiele afwerkingstechnieken, de snit, stoffen, kleuren en combinaties wat maakt waardoor je kan zien dat iets toch van een vroegere mode is. Waarmee ik niet zeg dat je het niet aan mag doen. De kleding, die ik zelf niet maak, is tweedehands en dus van een vroegere mode. 

Hoe kan je dat zo stellig zeggen als je eigenlijk niet zoveel van mode weet. Het valt me op dat, als ik diepgaand in ga op het onderwerp mode, dat velen niet weten wat het is. Op zich geen probleem. Er zijn oneindig veel onderwerpen waar ik niets vanaf weet. Zien dat iets zich al dan niet herhaalt, daar moet je eerst mode voor zien. Mode is het spel met kleur, vorm, materiaal en verhaal op een menselijk lichaam. Kleur gaat om de kleuren op zichzelf, maar ook om de combinatie of het gebruik van prints (wat eigenlijk een combinatie van kleuren is). Vorm bepaalt welk volume maak het kledingstuk met, en rond, het lichaam. Waar sluit het aan, waar valt het los over het lichaam, waar legt het een accent en waar geeft het kledingstuk een volume. Materiaal zijn de gebruikte basisstoffen en technieken om deze te maken. Verhaal is wat vertelt het kledingstuk: dit kan gaan over de functionaliteit of gelegenheid; welk gevoel geeft een kledingstuk je. Zo heb ik even de poëzie van de mode weggewerkt. 

Mode bestaat dus maar uit vier onderdelen. Grofweg zijn er niet zoveel mogelijkheden. Maar het spel zit hem juist in details. Niet zomaar blauw, maar de juiste tint blauw maakt mijn kleding tot die van mij. Tot op vandaag ben ik enkel nog maar mezelf tegengekomen die zo gevoelig is voor het juiste Annelies Blauw. Ieder zijn interesse en passies. 

Dus als we op een minder diepgaande manier naar mode kijken… herhaalt die zich dan?

Waarom kopen we dan sneller nieuwe kleding dan we die kunnen verslijten? Waarom doe je een uitspraak over iets, waar je maar oppervlakkig naar kijkt?  

Als ik de modegeschiedenis nu zo even voor me afspeel, zie ik geleidelijk verandering. Dit begint bij een klein detail en dat wordt groter en heeft dan logische gevolgen. Ik zie dan zo een getekend poppetje over de jaren heen (ik begin toen de nomaden zich gingen settelen in de gouden sikkel). Neem nu in de 19de eeuw, dan wordt een mouw geleidelijk aan breder. Als die vrij breed is, dan is dit niet meer in verhouding met de rok dus deze wordt ook breder. En zo gaat de verandering verder. Een detail maakt dat het geheel niet meer in verhouding is en zo verandert de rest mee. 

Uiteraard klaag ik soms, dat de mode van nu de kleding is die ik als kind al lelijk vond. Legging en korte aansluitende top; er is niets mis met een deel van je lichaam of de vorm ervan te laten zien. Maar te veel, of alles, laten zien geeft de mode geen verbeelding meer. Maar is dat een exacte herhaling van mijn kindertijd. Neen, de stoffen zijn anders. De afwerking is slordiger. De vorm is minimaal anders en uiteraard is het verhaal anders, want hoe maken ze ons anders wijs om dit te kopen. 

Maar waarom is het idee dat de mode zich herhaalt zo een vaststaand feit. Waarom verkondig je niets als een vaststaand feit, als je weinig van mode weet. Ik heb al eerder met haar gepraat en ze zegt dat ook eerlijk dat ze niets van mode weet.

Zou het kunnen dat we een beetje bang zijn van de snelle verandering van mode en in het algemeen deze wereld? Zou het kunnen dat we dingen tegen onszelf zeggen met zekerheid en stelligheid, zodat we een beetje zekerheid voelen? Zou het kunnen dat we antwoorden zoeken in ons denken voor dingen die we (on)bewust voelen? Zou het kunnen dat we ons denken en redeneren gebruiken om iets wat ongemakkelijk voelt weg te duwen? Of wellicht onszelf het gevoel te geven dat we het begrijpen.

Ik weet dat ik dit ook doe. Wat als mode ons net dáár iets kan leren? Wat als ik het nu wat laat zijn, zoals de mode. Iets verandert geleidelijk aan en dit maakt dat er een visueel onevenwicht ontstaat en dan zet ik mijn ontwerpers aan het denken om dit terug in balans te brengen. Eerst laten zijn en erop vertrouwen dat dit wel iets zal laten zien. Je hersens mogen ook even rusten of denken aan een aapje op een fiets en een paard met twee benen (dit zijn dingen waar ik mijn hersens mee bezighoud als ik in een onzin-meeting zit).



Suitably yours,

Annelies

Het laatste zwarte ding.

Gisteren wandelde ik van mijn voordeur naar de plaats waar mijn fiets normaal staat, maar die stond er niet meer. Het eerste wat ik me afvraag is: ben ik teruggekomen met openbaar vervoer als ik heenging met de fiets? Nee, ik heb mijn fiets niet naar de fietsenmaker gebracht. Niet van toepassing. Ja, hij is gestolen. Ik heb er altijd bij gezworen, dat het een dom idee is om mijn fiets te stelen. Die is namelijk gegraveerd met mijn rijksregisternummer. Ik herinner me nog, dat ik twijfelde om die daarmee te laten graveren, want dan kon ik mijn fiets ook nooit verkopen. Welke oen koopt nu een fiets die gegraveerd is met een nummer van een ander. Daar zou ik wel een document voor kunnen opstellen. 

Door het verlies merk ik op: ik ben eigenlijk ook wel gehecht aan mijn fietsie. Ik beeld me nu in dat hij ergens verloren ligt, zonder me, met veel theatraal drama. Eigenlijk kon ik ook wel op hem rekenen; in samenwerking met mijn geweldige fietsenmaker. Die laatste zijn doel is: mij zo weinig mogelijk zien, dus die was echt niet blij om me te zien. ‘Qu‘est-ce que c’est qui se passe, que ça ne roule pas?’ (Volgens Google Translate heb ik geen fouten in die zin geschreven, woehoew.) Als ik zei dat het voor een gewoon onderhoud was, dan was dat ok. Maar andere zaken daar wou hij een structurele- en duurzame oplossing voor. Had ik nu een fiets die me toen der tijd net iets meer dan honderd euro had gekost, met banden die elk meer kosten dan mijn fiets zelf. Dit maakte dat ik een fiets had waar ik altijd, buiten die paar dagen per jaar dat hij in onderhoud was, op kon vertrouwen. 

Hij was een van mijn eerste ‘grote’ aankopen. Ok, ik had al kleding gekocht die prijziger was. In mijn tweede jaar aan de Academie van Antwerpen kocht ik hem. Het was een Nederlands model met een terugtraprem. Ik kijk vaak naar spullen vanuit de dingen zelf. Ik hou van tweedehands, omdat die spullen dan al van alles hebben meegemaakt. Zo heb ik stoelen van rond 1880; kun je je voorstellen hoeveel menselijk verhalen die al gehoord hebben? Die stoelen zijn een erfstuk, dus het zijn dan nog eens mijn familieverhalen. Vandaar dat het me raakt dat iets stuk gaat of me ontnomen wordt. ‘Mijn fiets mijn vrijheid’, is een slogan die ik ooit op iemand anders zijn fiets zag staan. Dit voelde ook als mijn waarheid. 

Dus ja, wat nu? Een nieuwe fiets? Ja graag, maar het feit dat mijn ontnomen fiets een beetje roestig was een andere anti diefstal theorie. Mijn principe is: als ik iets koop is het van zo dicht mogelijk in de buurt en voor altijd (de altijd waar ik voor verantwoordelijk ben). Dus ik google Belgische fietsmerken. Ik snuister in een teveel aan kleuren, prijzen en opties. Ik wil niet dat mijn fiets weer gestolen wordt. Mijn fietsenmaker verkoopt ook fietsen, dus ik kan daar eens gaan horen. Een vriend van me kent ook een fietsenmaker. Ik ging net even langs in de Brusselse kringwinkel: de kleine nietsen (les petits-riens). Daar zag ik een model dat wel oké was. Vijfenzestig euro, geen lichten, geen remmen, niet de banden die ik wil. Dus snel gerekend was dit als de prijs van een nieuwe. En dan heb je ook nog een merk dat Union fietsen verhuurd. Union spreek me aan, want dat is de wijk waar ik woon. En zo draai ik rond en rond, als een leeuw in een kooi.

Ik kan me in deze winterdagen, dagen dat ik iets trager en intuïtiever leef, nog wel behelpen met openbaar vervoer en stukken te voet. Zo geef ik mezelf wat tijd om te laten bezinken hoe ik dit ga oplossen. Het smurfen op de sites van verschillende merken laat vooral zien wie in marketing investeert en wie niet. Uiteraard val ik voor een mooie site met een persoonlijk familieverhaal. Met zo een webshop waarbij je, stap voor stap, al de opties die je wilt kunt kiezen. En ja, ze hebben een Nederlandse fiets. Zij noemen dat een omafiets en die kunnen ze voor me maken in nachtblauw. Zelfs sommige onderdelen kan ik kiezen in andere kleuren. 

Een paar dagen geleden merkte ik op, dat ik er uitzag als mijn site. Ik droeg dezelfde kleuren. Wat ook logisch is: ik maak mijn site en mijn kleding zelf. Soms valt het me op hoe diepgaand ik mijn eigen wereld maak. En dan nu nog een fiets, die daar ook helemaal zou in passen. Als ik voor personages werk, dan probeer ik in hun stijl altijd iets te verwerken dat niet klopt. Anders is iets niet echt. Styling die té goed bij elkaar past is niet echt, is te perfect, en zo niet geloofwaardig. Dus daarom hield ik van mijn fiets, want dat was het enige zwarte ding wat ik had. 

Wat je neemt dat niet gegeven is uit liefde, is diefstal.

Het laatste zwarte ding is uit mijn leven gehaald. Vorig jaar schreef ik nog een kleermakerszit over hoe er zwart in mijn leven kwam, door een stof die ik kocht. En hoe ik de schoonheid van het zwart leerde kennen. Dit vind ik zo mooi; hoe dingen me de herhaling van iets laten zien.  

Ik merk nu dat ik meer kleur draag en het laatste zwart van mij is gestolen. Wat is me dan eigenlijk ontnomen? Een efficiënte manier van mij voortbewegen in een stad. 

Suitably yours,

Annelies

Authentiek besproken.

Het is al lang dat ik probeer te begrijpen waarom we dingen kopen waarvan we weten dat ze niet kwalitatief zijn, maar toch gefrustreerd zijn omdat ze stuk gaan of niet doen wat de reclame beloofde. 

Ik begrijp en voel dat we als hedendaagse maatschappij hunkeren naar controle en zekerheid. Zoals je weet ga ik elke situatie aan door mezelf te laten zien en te laten zijn. Op het idee op zich krijg ik al kritiek. Of krijg ik de schuld van het onzeker maken van anderen door mijn zelfverzekerdheid. Ja, ik kies ervoor om mezelf te laten zijn en zien, maar dat vrijwaard me niet van onzekerheid. Moest ik op de een of andere manier statistische gegevens hebben over mijn de woorden die ik uitbreng, (nood aan controle, haha) dan weet ik dat de zin “ik weet het niet” hoog scoort. Het kunnen zeggen dat je iets niet weet toont vertrouwen in jezelf. 

Soms heb ik van die dagen dat ik naar mijn gevoel niets meer weet. In de grote leegte zit, de woordeloze wereld of totaal verloren ben. Daar ben ik nu een beetje. Het is ook nooit duidelijk wanneer zo een dag gedaan is. Ajah, want het is allemaal onduidelijk, zelfs de onduidelijkheid. Ik ben daar ook niet echt goed in in zulke dagen. Ik hoop dat ik daar nooit echt goed in word. Er is weinig waarop ik vertrouw op dergelijke momenten buiten mijn visie op het leven: laat jezelf zien en laat jezelf zijn. Schrijven helpt me om te laten zien en zijn.  

Laten zien en laten zijn is een definitie van mindfulness of meditatie. Laatst hoorde ik een nieuwe boeiende omschrijving: meditatie is zodanig in A aanwezig zijn dat het B wordt. Vaak in het leven willen we iets anders dan wat we nu hebben. Dus we zijn in A, maar B lijkt ons beter. We zetten alles in het werk om naar B te gaan. Maar meditatie is dus zijn met dit, hier en nu in A dat het B is.

Mijn initialen zijn AB dat gaf me nog een extra dimensie aan deze definitie. AB staat ook voor authentiek besproken. Bespoke komt uit het engels, de verleden tijd van bespeak. Het is besproken geweest. Dit is ook een term voor kleding maken, waarbij je alles met de klant bespreekt. Dus authentic bespoke; We hebben je authenticiteit besproken. We zijn zo in A aanwezig geweest dat we bij B bleken te zijn. Dit is zo leuk. Toevalligheden die diepgaand kloppen. Nu zie ik ineens dat ik die slogan kan vertalen naar het Nederlands. Ik ga graag via het ommetje van een andere taal om iets uit te leggen, maar ik kies er bewust voor om in een meertalige stad, Brussel, en een vooral engelstalige modewereld, Nederlands te gebruiken.

Iemand zei me jij staat al verder op dit pad van bewustwording in het leven dan waar vele anderen ooit gaan komen. Los van het feit dat het in mijn wereld verboden is om te vergelijken, bleef deze zin hangen. Het idee van het pad, de weg die we moeten afleggen om ergens te geraken. Met zo hard mediteren dat ik in de trein zit, zit ik nog steeds in mijn living ;) Als je nu eens de wereld en de geschiedenis van heel ver helikopterperspectief bekijkt. We staan stil en zijn een mini seconde in de geschiedenis hier. Dit maakt dat dit geen pad of weg is, maar een stipje. 

Maar als het dan maar zo een stipje is, waarom willen we dan alles efficiënt en zeker mogelijk? Alle reclames beloven je zekerheid; je moet er eens op letten. Hilarisch hoe gelijk welk product je zekerheid kan geven. Reclames werken omdat ze door hun aanwezigheid meer verkoop genereren. Dus wij willen die reclames die ons zekerheid en antwoorden geven. Ook al weten we ook wel dat tandpasta je geen held op de dansvloer maakt. Doordat verhaal kopen we wel meer die tandpasta. 

Zou het kunnen dat we zo hard verlangen naar antwoorden omdat ‘ ik weet het niet’ te veel van jezelf laat zien. Zou het kunnen dat we gezien willen worden, zonder dat we onszelf laten zien. Zou het kunnen dat we kleding kopen die ons niet goed pas omdat we ons niet willen laten zien in kleding. Ik kan bibliotheken vullen met lijstjes met wat er allemaal niet goed genoeg aan me is, maar het is dat kleine papiertje met een paar woorden erop, wat mijn waarden zijn, dat telt. Dat kleine lijstje bespreken is bij je authenticiteit aanwezig zijn en zo kom je waar je dacht te willen zijn. 

Ik wens je een besproken authenticiteit.

Suitably yours,

Annelies

Is dit echt een groot verborgen camera programma?

Laat nooit aan je waarde, waarden en waarheid komen. In die drie woorden zit namelijk herhaaldelijk ‘waar.’ Ik ben aan het oefenen voor een afscheidsrede. Als kleding bedenker geef ik freelance les. Momenteel werk ik op een plaats waar onzin vertellen norm en wet is. Over onzin is er veel zinnigs geschreven. Een samenwerking kan gebruik maken van liegen, de waarheid onder ogen zien of onzin verkopen om als groep met waarheid om te gaan. 

Liegen is ‘weten dat de waarheid er is, maar er voor kiezen om die een beetje of geheel te verdraaien.’ Voor de waarheid gaan is kiezen om in de ruwe-, rauwe- en pure harde waarheid te gaan staan. Onzin is een andere wereld creëren om zo niet met de waarheid aan de slag te moeten. Toen ik 2,5 was sprak ik met mezelf af; ik kies voor wat er echt is. Dus mijn gehele leven slorp ik al als een spons informatie op om de waarheid te laten zien en zijn. Hoe vertel je op een fatsoenlijke manier dat iemand liegt? Daar was ik als kind al mee bezig. Ik kan mij de ruzies en discussies met mijn broer en zus nog zo herinneren. Leren is doorgroeien uit falen.

Kiezen voor de waarheid is niet kiezen voor DE waarheid. Iedereen heeft zijn eigen waarheid. Meestal alle betrokken partijen, en anderen, ook. Het is kiezen om te zien wat er echt is met alle verschillende insteken, wetende dat je dit nooit allemaal kan zien. Dat is een intens pad, maar het mooiste en dapperste geschenk dat je jezelf kan geven. Het was net sinterklaas en kerst komt eraan. Een tip: het is de balans tussen openstaan voor de waarheid van de ander, maar laat niet aan je waarheid, waarde en waarden komen. 

Iemand die tegen me liegt erkent mijn waarheid. Herkent ze weliswaar niet, maar geeft wel aan dat deze bestaat. Maar in de context van onzin, waar ik nu af en toe zit, is voor mijn waarde geen plaats. Die bestaat gewoon niet volgens mijn collega’s. Dit zijn de regels in de onzin-samenwerking. Ik creëer onzin en jij laat die bestaan. En jij creëert onzin en ik laat die bestaan. Het gaat hem om onzin, of iets zinnig van toepassing, iets bijdraagt of wat dan voor waarde ook is niet het doel. En daar zit ik. Die kiest voor waarde, waarheid en de wereld mijn waarde (kennen en kunnen) te geven. 

Ik denk echt dat ik in een tv reality show zit, waar alles bedacht is, maar dat ik niet weet dat dit een verborgen camera-programma is. Dus vandaar bereid ik me voor met een afscheidsrede. Dat ik nu al die onzin kan laten zijn. Maar dat ik - als de aap uit de mouw komt - dan toch een stukje van de waarheid kan laten zien en zijn. Ik betrap me op de als-dan redenering, waar ik bijna een jaar geleden een kleermakerszit over schreef. Een als-dan redenering pas ik toe als ik ergens heel erg nood aan heb, maar ik besef dat het binnen deze waarheid onmogelijk is om deze nood te vervullen. Het is dus een kwestie van mijn waarheid aan andere waarheden toetsen. Daar zijn mensen voor die om je geven. 

Mijn waarheid over die samenwerking delen met anderen, die daar geen deel vanuit maken, deed me deugd. Uiteraard krijg ik dan ook de vraag: ‘waarom blijf je daar dan?’ Omdat ik voel dat ik daar nog niet klaar ben; omdat mijn intuïtie dat zegt. Maar als op de school waar ik nu werk, alleen mensen zijn die de onzin-manier gebruiken. Ik ga ervan uit dat mijn vrienden allemaal waarheid kiezers zijn. Ik kies mensen die zeggen wat ik wil horen en dan lees ik dit:

‘Openstaan voor de kwetsbaarheid van de medemens en het engagement dat daaruit volgt, keert dit ongeluk tot een zingevende act die op zijn beurt tot een fundamentele vorm van geluk leidt. Het is een van die vele merkwaardige paradoxen van het menselijke bestaan: alleen door gevoelig te zijn voor onrecht en ongeluk vinden we een duurzame vorm van geluk, in de vorm van betekenis en zorg.’ - Dirk De Wachter in ‘de kunst van het ongelukkig zijn.’

Wat als hoe er wordt omgegaan met de waarheid op die school hetzelfde is als hoe in de kledingwereld wordt omgegaan met jouw waarheid. Wat zou jij doen als je in een omgeving zit, die jouw waarheid niet laat bestaan. Denk aan jouw maten, wat jij belangrijk vindt aan kleding, wat voor jou als mooi en waar voelt. Zelfliefde kom je tegen als je faalt.


Suitably yours,

Annelies

alleen.

De conclusie van mijn bachelorscriptie kwam nog eens ter sprake. In de workshop belandde het gesprek bij de kunst van alleen zijn en staan. ‘Mode is de enige kunstvorm, volgens mij, waar jezelf zijn en laten zien essentieel is.’ Ik herhaal dit nu tegen mezelf. Alsof ik verschiet dat die scriptie van tien jaar geleden nu terug in mijn hoofd floept. Ik merk op, dat ik nog steeds hetzelfde zeg en geloof en er enkel nog meer diepgang in vind. Zoals je weet hou ik van de kracht en de duurzaamheid van terugkomen en herhalen. 

In de meeste kunstvormen is de verhouding tot de ander een van inspiratie. In het modernisme hadden we een reeks ismen. Denk aan fauvisme, surrealisme, impressionisme, dadaïsme. Dit zijn kunststromingen waarin meerdere kunstenaars werk maken met een aantal overeenkomende stijlkenmerken. Ze inspireren elkaar in een bepaalde visie, insteek, werkwijze enzo verder. Ze maken geen gelijkwaardig werk, maar ze hebben een aantal dezelfde stijlkenmerken. In theater is het heel normaal om stukken van jaren geleden te spelen; stukken die andere gezelschappen ook speelden. Uiteraard hier ook geen kopieer- en plakwerk, maar de basis waarvan je vertrekt kan geheel dezelfde zijn als 100 jaar geleden. Een thema kan zich herhalen. Zoveel thema’s heeft het leven nu ook niet. Volgens mij is er alleen maar liefde.

In mode is de verhouding tot de ander inspiratie om je authenticiteit te laten zien. In deze kunstvorm ben je ‘in de mode’ als je er buiten gaat staan. Ik kan perfect nu met een stuk van Shakespeare of Hugo Claus aan de slag gaan, maar een collectie of kledingstuk maken zoals die van Dries van Noten, is niet ok. Dat is wat hij doet, ik ben anders, ik kopieer dan zijn stijl. Je bent voor mij pas kleding-kunstenaar als je authentiek jouw verhaal laat zien. Commerciële mode doet soms interessant knip- en plakwerk. Waarom is dit zo? In de modepers kom je enkel als je vernieuwend, anders ben en alleen gaat staan. Authentiek zijn en je authenticiteit laten zien is mode. Mode is beeldhouwen met een mens en stoffen. Stenen hebben zo hun eigenschappen, net als mensen. Bij mensen is het zo dat we elk uniek zijn. Dat is waarom we met anderen in contact gaan om gezien te worden om wie we zijn en om erbij te horen om wie we zijn. 

Mijn kleding voor alledaagse klanten komt niet in de media. Ik schreef (net als hier) er een scriptie over en via filosofie, psychologie en sociologie mode benaderde om tot die conclusie te komen. Authentiek laten zien en zijn hoe jij de wereld ziet, als kledingontwerper is de kunstvorm. Om in de mode te zijn moet je echt een volledig eigen stijl ontwikkelen. Een eigen taal die nog niet door iemand anders is gesproken en daarin blijf je jezelf alleen verdiepen. 

Gelukkig ben ik graag alleen. Mijn authentieke taal blijven ontwikkelen in stoffen, vormen, kleuren en sferen is iets waar ik dagelijks mee bezig ben. Mijn slogan is kleding op maat: laat jezelf zien en zijn. Ik geloof dat zelfliefde alle problemen in de wereld kan oplossen. Zo eenvoudig als het hier staat is het natuurlijk niet in de realiteit, maar dat idee bepaalt wel de meeste keuzes die ik maak. 

 

En dit heeft tot gevolg dat ik vaak alleen sta. Ik heb er geen probleem mee om in een fatsoenlijke discussie als enige niet in de leie te springen of net wel. Dit is waarvoor ik ben opgeleid; om alleen te staan. ‘Maar kan je dat nog wel aan?’, vroeg een vriendin met wie ik me verbonden voel. Het deed deugd haar bezorgdheid om mijn zijn te voelen. Natuurlijk wil ik ook ergens bij horen. Onder andere bij een aantal mensen die om mijn menszijn geven. Ik herhaal. De mens heeft twee verlangens van/met/voor anderen: gezien worden om wie hij als uniek wezen is en erbij horen om wie hij als uniek wezen is. 

Het unieke zijn herhaalt zich, vandaar dat mode zo gecommercialiseerd is. Trends, stijlen en vormen worden ingezet om snelle veranderingen die je doen kopen. Of om je het gevoel te geven dat je er niet bij hoort als je niet meedoet? Of om te zorgen dat de winkels en de molen blijft draaien? Het uniek zijn is nu te voor iedereen koop, want mode is betaalbaar (uiteraard omdat we er anderen voor uitbuiten). Het echt jezelf laten zien koop je daar niet. Het alleen zijn dat de andere kant van de medaille van uniek zijn is, dat heb je dan ook niet. Dus je koopt iets dat uniek is, totdat iedereen het heeft en zo koop je weer iets nieuws. Geweldig goed gevonden hoe winstbejag van confectiebedrijven samen gaat met de diepe menselijke verlangen. Is het de kip of het ei?

Als mode alleen zou gaan over alleen staan en zijn, dan zou ik toch geen atelier moeten beginnen? Dan maak ik mijn stijl en kleding voor mezelf en vul ik mijn dagen met schrijven ofzo ;). Maar ik maak en bedenk kleding op maat met, en voor, anderen. Ok, in co-creation waarbij de ander zijn zijn centraal staat. Maar hoe dan ook maak ik het en is het mijn stijl, die inspireert. Als een isme. Laten we er een stroming van maken. Laten we onszelf zijn en zien om te verbinden. Ik laat mezelf zien en zijn om connecties aan te gaan, juist om wie we zijn. Een stroming in de mode waarin we gelijkaardige kenmerken hebben in ons alleen zijn. 


Suitably yours,

Annelies

Ik ben kunstenaar.

Ik ben kunstenaar. Ik hoor me dit zeggen en voel me er ok bij. In de lessen en workshop die ik geef ben ik extreem gevoelig op het verschil tussen ‘ik ben’ en ‘ik doe’. Brené Brown wees me erop met haar onderzoek: ‘Ik ben’ is verbonden met identificatie. ‘Ik doe’ is verbonden met gedrag. De identificatie van een bepaald gedrag maakt dat je zegt: ‘ik ben goed in dit en slecht in dat.’ Dus als zeg ik iets te zijn, en ik blijk dat niet te laten zien, is er een groot identiteitsprobleem. Dit is een denkwijze, die rechtstreeks leidt tot verslaving, stagnatie, ongepast gedrag, depressie en zelfmoord. ‘Ik doe’ heeft de omgekeerde reactie, want ik doe laat je groeien, verantwoordelijkheid nemen, voorbeeldgedrag stellen en geeft je een hoopvolle en positieve kijk op het leven.

Vandaar dus dat ik eerst voor mezelf, en later voor mijn deelnemers en leerlingen, daar radicaal in ben. (wat een dubbele laag:) Hoe snel zeg je niet als je iets ‘ fout’ deed; ‘wat ben ik een domkop.’ Ik deed iets dom, maar ik ben geen domkop. Lesgeven en leren stopt op het moment dat ik, net als iedereen, concludeer dat ik een domkop ben en niet meer zeg dat ik herhaaldelijk heel veel domme dingen deed.

Dus ik zeg: ‘ik ben kunstenaar.’

Op papier en qua diploma’s ben ik dit al lang en herhaaldelijk, maar het was alsof ik dat niet nodig vond om te zeggen. Ik vind het ook niet zo een duidelijk woord. Ja en nee, ik schilder om mijn ontwerpen te laten zien, maar ik ben geen schilder. Ik beeldhouw met stoffen en mensen, maar niet met steen. Elke kunstdiscipline heeft zijn eigen materiaal, maar vaak heb ik andere materialen nodig om mijn werk te maken. In mijn opleiding kreeg ik dus ook lessen van andere disciplines. Zo had ik heel veel uren tekenen en schilderen, fotografie, grafische vormgeving, beeldhouwen, multimedia, enz. Dit gebruik ik allemaal, omdat ik iets laat zien wat nog niet bestaat of bestond. Ik kan voldoende tekenen om mijn ontwerp duidelijk te maken, maar ik ben geen tekenaar.

Ik luisterde tweemaal naar de podcast van ‘Zwijgen is geen optie’ met Stefan Hermans. (Je moet die luisteren.) Punt. Van alle geweldige dingen die bleven hangen: je wordt pas met identiteit geconfronteerd als je in een andere wereld bent. Het is zo dat ik ontdekte dat het ‘kunstenaar zijn’ me een aantal tools heeft gegeven, die ik als totaal normaal ben gaan beschouwen.

Alleen staan.

Geloven in mijn waarheid, de ander zijn waarheid laten zijn ook al staat die daar haaks op.

Op een fatsoenlijke manier emoties, gedachten en gedrag uiten.

Kritisch vanuit mezelf naar de wereld kijken.

In het individuele ligt het universele.

Moeilijke vragen stellen.

Nieuwsgierig blijven ook al voel ik dat iedereen ervan weg wil.

De blik op afstand gebruiken om het binnenin beter te maken.

Iedereen zijn blik is juist, niemand zijn blik is juist.

Een probleem aankaarten, uitpluizen en dan pas een oplossing kiezen.

Weten en voelen dat iedereen gezien en gehoord wil worden en daar recht op heeft.

Iedereen is creatief, de tool om dit te uiten kan je met veel geduld en liefde leren.

Tijd en nadenken maakt dingen vaak op lange termijn beter.

Spreken, praten en discussiëren is een manier van zoeken.

Iedereen heeft een verhaal; het is mijn eigen verantwoordelijkheid hoe ik het vertel.

Er zijn geen keuzes, die iedereen gaan plezieren.

Het gaat niet om mooi; het gaat hem om hoe je iets vertelt.

Hoe dan ook: laat je jezelf zien aan anderen, ook al kies je ervoor om je niet te laten zien.

Er is geen goed of fout. Er is enkel hoe jij dit naar buiten brengt en hoe anderen dit opvangen.

Samen leven in meningsverschil.

Falen is iets dat anders uitpakte dan ik het voorzien had en vaak leerrijk.

Boosheid toont waar je passie zit. Niemand wordt boos om iets dat hem niets kan schelen.

‘Ik voel’ is evenwaardig aan ‘ik denk.’

Zijn dit geen eigenschappen die onze maatschappij keihard nodig heeft? Net nu wordt er keihard gesnoeid in de projectsubsidies van cultuur. Ik ben afgestudeerd net na de eerste grote vermindering in de subsidies. Een scenograaf? Daar is geen geld meer voor. Kostuums, decor, licht en rekwisieten? Dat kunnen we wel zelf bedenken. Ja, de andere kunstenaars hebben ook van mijn vak geleerd tijdens hun opleiding. Zo is mijn atelier ontstaan. Een klant is iemand die je werk betaalt. Af en toe heb ik nog een project in theater en tv. Voor mij is er geen verschil om voor een mens te werken die een rol speelt of een mens te werken die probeert zichzelf te zijn. Qua kleding maken en denken is dit hetzelfde.

De reden dat ik me nu identificeer met kunstenaar zijn, is omdat ik zie dat ik me herhaaldelijk zo gedraag in contact met anderen. De confrontatie met anderen is soms hard. Het is volgens velen fout om alleen te staan en al de rest van die lijst.

Wat als de kunstenaars die nu geen projectsubsidies meer hebben zich in de wereld van alledag gaan mengen. Trouw blijvend aan hun zijn. Niet slaaf om hun boterham te verdienen, maar lesgeven als kunstvorm. Anderen helpen als kunstvorm. Meedraaien in een bedrijf als kunst. Om de principes waarom ik me als kunstenaar identificeer elke dag te doen. Lees de lijst met tool nu eens na, want dit is net wat ik nodig heb om te kunnen blijven staan in deze wereld.

Duurzaamheid, sustainability, the ability to sustain, de kunst van het blijven staan.

Suitably yours,

Annelies

dagen van gras, dagen van stro.

Ik kreeg gisteren een berichtje van een vriendin. ‘Dag Annelies, hoe gaat het met je?’ Punt. 

Ik weet nog niet goed wat ik ga antwoorden. Het laatste bericht, wat ik haar stuurde was in februari. Als ik nu schrijf in deze kleermakerszit, dan is dat dit moment. Uiteraard post ik dit niet onmiddellijk, maar dus nu ongeveer. 


Wat kunnen vriendschappen mij leren over stijl en kleding? Dit vind ik leuke oefeningen om te doen, dus ik neem je mee in mijn redenering. 


Van alle relaties zijn vriendschappen de meest vrijblijvende en zo ook diegene waar je het meeste van jezelf laat zien. De relatie met je baas of collega’s staat op papier vast; je weet wat er van je verwacht wordt. Een relatie met de klant is niet altijd met een contract, maar duidelijk afspraken maken is daar wel onderdeel van. Een liefdesrelatie wordt vaak in een huwelijkscontract, of andere vorm, gegoten en in alle gevallen zijn afspraken een onderwerp van gesprek. Vrienden zijn er omdat ze er elke keer opnieuw voor kiezen om er te zijn.  


Mag ik dan de conclusie trekken, dat die vriendin iets minder dan een jaar er niet voor koos? Nu moet ik denken aan mensen, die er elke dag totaal anders uit zien. Die elke dag een totaal andere stijl hebben. Meestal stel ik me dan de vraag: hoeveel kleding heb jij? De ene dag geheel aangekleed met accessoires en make-up. De andere dag kiezen voor gemak met sportieve schoen. En weer een volgende dag de nette kantoorlook met bijpassende aktetas. De energie en tijd, die gaat naar het verzamelen en kiezen van die kleding. Elke dag kiezen hoe je er wil uit zien.  


Mijn antwoord hierop schreef ik al eerder, maar ik ben eigenlijk niet zo bezig met wat ik van mezelf laat zien op het moment dat ik de outfit kies. ‘S morgens denk ik wat is de focus vandaag en wat zijn de praktische gevolgen? Ben ik in mijn atelier bezig vandaag? Ga ik met de fiets weg? Welk weer is het het en welk effect heeft dat op mij en mijn activiteiten voor die dag? Ik denk ‘s morgens niet ‘hoe wil ik dat anderen me zien?’ Ik vraag me af ‘hoe kan mijn kleding mij steunen vandaag, zonder daar veel tijd aan te besteden?’ Op het moment dat ik de kleding creëer, dan stel ik wel al die vragen. Waardoor ik goed weet welke kleding me bij welke nood ondersteunt. Ik weet waarom ik die jurk in mijn kast heb hangen en waarom de mouwen van die jas extra lang zijn. Ik ken mijn garderobe en mijn noden. Dus is het ‘s morgens deze twee met elkaar verbinden. 


Net zoals je intuïtief weet wie je moet bellen als je het lastig hebt op het werk of als je zin hebt om keihard te gaan dansen. Ik merk dat mijn dichtste relatie iemand is met wie ik beide kan. We zeggen ook vaak dat we dit te weinig doen. Ik communiceer duidelijk dat ze altijd bij me mag aankloppen en omgekeerd geldt dit ook. Elk voorstel is het waard om voor te stellen. Beide geven we eerlijk aan als we op een vraag niet kunnen antwoorden. Ik hoor je vraag, maar ik kan er nu even niet zijn. Ik heb nog nooit zo een mode-ding gedaan, maar ik wil wel met je mee gaan. Ik ken jouw wereld niet, maar ik wil wel gaan. Ik ga je nog eens herhalen wat ik al zei: het is ok om op dit punt te staan; misschien moet je hier even zijn. 


Is stijl dan intuïtief weten welk kledingstuk je uit je kast moet halen? Is stijl dan voelen waar je nu behoefte aan hebt? Weten welk stuk uit je garderobe je daarbij kan helpen. Een vriendschap lost de lastige relatie met je baas niet op, maar laat deze zijn op een manier dat jij in je waardigheid blijft. Dat jij weer in je kracht staat, na het gesprek met de vriend, om met goede moed de situatie aan te gaan. Soms komen daar heldenverhalen uit, soms kan je enkel samen concluderen dat je moedig was. In alle geval kun je er samen om lachen. Is stijl dan kiezen waar de focus op ligt vandaag? Is stijl dan een relatie met kleding opbouwen, vanuit die focus en noden? En lachen naar jezelf.


Ik maak nieuwe kleding, omdat er een nood is waar ik geen oplossing voor heb. Ik zoek nieuwe mensen op als ik een nood heb waar binnen mijn vrienden op dit moment geen antwoord te vinden is. De nood om mijn kennen en kunnen over mode en kleding door te geven aan de medemens, kan ik niet voldoende uiten bij mijn vrienden. Dus koos ik er al lang geleden voor om les te geven. Die focus creëert dan weer nieuwe noden, want hoe ga je om met onmenselijke collega’s? Hoe fiets ik naar school in de gietende regen? Heb ik niet te veel een grote Annelies show gedaan? En hoe behoud ik mijn levensplezier in deze grijze wereld? En dan zijn daar vrienden, die vragen hoe het met je gaat. 


Er zijn dagen van gras en er zijn dagen van stro. Soms kan ik daar mee om. Soms ben ik de grond onder mijn voeten kwijt. Soms vraag ik me af waar de verborgen camera hangt. Ik weet, en voel, dat er onder het gras of stro een grond is. Die grond of funderingen vind ik in stijl en vriendschappen. Door me af te vragen: ‘wat is de focus en waar heb ik nu nood aan?’  Mijn garderobe en mijn vriendschappen nemen de nood niet weg, maar geven me de moed en kracht om te kiezen waar ik voor wil staan. 


Onderschat nooit de kracht van iets vrijblijvends als vriendschappen en kleding. Het is net alsof ik door die vrijheid de echte meerwaarde ervaar. In een wereld waar we verslaafd zijn aan zekerheid en zo ook aan contracten en regels. Zijn de vrijheid van kleding en vriendschappen een menselijke verademing?


Ik ga die vriendin antwoorden, dat er dagen van gras en dagen van stro zijn en dat ik daar net een kleermakerszit over schreef en haar bedanken voor de vraag. 



Suitably yours,

Annelies



Oe oe oe oe

Oe oe oe oe! En ik beweeg met mijn armen naar mijn oksel als een aap. Ik heb roots in West-Vlaanderen en als ik emotioneel ben schakel ik onbewust over op die taal. Dus eigenlijk vraag ik me hoe hoe hoe hoe af. Dit is voor mij een alarmbel, vandaar dat ik er de grappige aap erbij doe om met mezelf te lachen. Zo kan ik na dat lachen kijken naar waar zat ik te veel aan vast en hoe….? Waar zocht ik naar controle door wat van mijn systemen te verlangen?


Atelier Annelies Bruneel laat jezelf zien en zijn. En dat is als een boot die de gehele tijd wiegt tussen laten zien en laten zijn. Het rijmt mooi maar het zijn twee nogal verschillende concepten. Als de aap in me naar boven komt, die vraagt hoe kan ik dit gedaan krijgen? Hoe kan ik deze kleermakerszit beter maken? Hoe kan ik dit sneller doen? Ligt mijn boot geheel op zijn zij naar de laten zien kant. Ik wil heel duidelijk iets laten zien. Ik wil als een bepaald beeld gezien worden. Ik wil gewoon gezien worden. Ik wil dat ik kan bepalen hoe anderen mij zien. Ik ben enkel verantwoordelijk voor wat ik laat zien, maar hoe anderen dat zien is niet mijn zaak. 


Dus als mijn boot geheel op zijn zijkant ligt is het nogal een woeste zee. En om een woeste zee te bevaren heb je een goede kapitein nodig. Een goede kapitein vind de balans terug tussen laten zien en laten zijn. Dat we in een wereld leven waar laten zien prominent aanwezig is, is nogal een understatement. Bij laten zien valt ook het meeste aandacht te rapen. Wat je niet laat zien heeft zeker geen aandacht. Wat je verkeerd of ongewild laat zien krijgt ook de aandacht. 


Als ik de focus geheel op laten zien leg dan gaat dit over de buitenkant. Is dit de juiste omschrijving voor wat ik bedoel? Is laten zijn dan de binnenkant? Of probeer ik nu iets te eenvoudig voor te stellen. Ja, dit is niet de verfijndheid die ik bedoel met laten zien en laten zijn. Laten zien gaan over het naar buiten brengen. De handeling of beweging van iets naar buiten brengen. Laten zijn gaan over aanvaarden. Laten zien en laten zijn is mijn definitie van mindfulness. 


Maar hoe zit het financieel plan van een bedrijf in elkaar, dat veel dingen verkoopt met een lage winstmarge? Die hebben personeel in dienst? Hoe werkt dat dan? Hoe betaal je lonen in België als je winstmarge heel laag is. Is het mogelijk om voldoende winstgevend te blijven in de niet duurzame mode? 


Wat laten deze vragen me zien? Wat laat ik naar buiten komen door me dit af te vragen? Een nieuwsgierigheid naar de werking van hun businessmodel. Een tijd geleden kwam er een nieuwe koffiebar bij mijn om de hoek. Jaja, dit wordt een hippe buurt. Ik weet dat het pand 3000 per maand kost, qua huur. Een koffie kost 3 euro dus per maand moet je 1000 koffies verkopen, dat is 41 koffies per dag. En zo gaat mijn hoofd verder tot oe oe oe oe. 


Ik vind het een heldendaad dat mensen een eigen zaak beginnen, dus probeer ik zoveel mogelijk andere ondernemers te steunen door hun dingen te kopen, maar ik drink geen koffie. Alles wat er in onze wereld is, is er omdat iemand de moed had om daarmee door te gaan. Ik zou me als een aap in een kooi voelen als ik een eigen winkel had. Het is het laten zijn dat me tot het atelier bracht. Het laten zijn van als deze hoe-vragen. Het laten zijn van al de bezorgdheden, die bij me naar boven komen als ik aan een winkel denk. Het aanvaarden dat ik bepaalde zaken nodig heb en dat is ok. Mijn creativiteit, kennen en kunnen hebben een werkplaats nodig geen winkel. Mijn geest heeft de vrijheid nodig van mijn eigen ding doen. Het is wat het is, dus maak en denk ik over kleding in mijn atelier. 


Maar er is ook de kant die dit wil laten zien. Die gezien wil worden. Die kant die hoe-vragen stelt als er zaken gezien worden, die hij niet begrijpt. Die kant heeft me veel leren begrijpen door te denken, kritisch te zijn en te zien wat de gevolgen zijn van mijn acties. Het laten zien, zijn de plannen die ik bedissel, de ideeën die ik eruit gooi, de resultaten die ik boek. 


Maar zonder de laten zijn kant word ik een aap, die als een gekke opzoek is naar resultaten. Hoe kleed ik me volgens de trends van deze zomer? Hoe doe ik dat mindful leven? Hoe leef ik vanuit mijn gevoel? Hoe schrijf ik hier zoveel mogelijk vragen die dagelijks in onze maatschappij gesteld worden? Door te aanvaarden dat ik soms een aap ben. Door mijn apen-kant te laten zijn als die zich laat zien.



Suitably yours,

Annelies



Ontwerpen is grenzen stellen.

Ontwerpen is grenzen stellen. Of omgekeerd. 


In een van de voorgaande kleermakerszit (so far so good) vroeg ik je wat ik moet doen met iemand die ineens het vertrouwen breekt. En het gevaar van me zomaar neerleggen bij de situatie. Dat was een duidelijk verhaal omdat het zich in mijn bewustzijn afspeelde. Nu wil ik je een andere versie van vertrouwensbreuk geven, maar dan de onbewust versie.


Vaak krijg ik de vraag in de trend van ‘waar vind ik kleding voor mijn moeilijke lichaam?’ Meestal moet ik bekennen, dat ik niet alle merken ken en dat ik zelden ga winkelen. Ajah, ik ontwerp en creëer kleding. Ik deed net een groot project waar ik in een paar weken tijd dertig mensen moest aankleden. Ik ontwierp en maakte enkel de kleding voor het hoofdpersonage en de anderen ontwierp ik en kocht ik (uiteraard zonder over mijn duurzame grens te gaan). 


De acteurs vroegen waar en hoe ik dat deed: hen beter kleden dan het ze zelf lukt. En daar ook de redenering: ik vind het niet gemakkelijk om kleding te zoeken met mijn moeilijke lichaam. Aan de ene kant is dit mijn kennen en kunnen. Ik scan direct een lichaam en kan met een aantal maten een lichaam verbeelden. Ik wandel in een kledingwinkel ook gewoon met mijn lintmeter rond, maar aan de andere kant ontwerp ik eerst en dan ga ik aankopen. Ontwerpen is iets laten ontstaan, wat ervoor nog niet bestond via een idee/concept. Ik heb een duidelijk beeld van wat ik nodig heb en vervolgens vraag ik me af ‘waar ik dat kan vinden?’ en dan haal ik dat in de maten van de klant.  


Ontwerpen is een vorm van zoeken naar grenzen. Wat is essentieel aan een goed kledingstuk voor dit personage? Ik heb een duidelijk beeld over kleur, materiaal, vorm en het verhaal met concrete maten van de klant. Soms zijn deze niet allemaal aan de orde. Ik zoek bijvoorbeeld een kwalitatief goed wit hemd, dat aan deze maten voldoet. Punt. Dit is de grens; dit is de lijn. Voldoet het er niet aan dan is het niet dat wat ik zoek. Dit zijn ook de criteria die ik in de winkel gebruik. Wat ik merk bij de opmerking ‘ik vind geen kleding voor mijn lichaam’ is dat er geen vertrouwen is in zichzelf. Dat we niet gaan kleding kopen als een ontwerper. Logisch, niet iedereen is ontwerper. 


Maar wat als ontwerpen een vorm van grenzen stellen is? ‘Wat als’ is een vraag die je creativiteit in beweging zet. Ik betrapte me deze week erop dat ik zei: ‘maar die respecteert mijn grenzen niet’. Uiteraard ging dit gepaard met de nodig frustatie en boosheid. Allez, waarom respecteert die mijn grens niet. Ik gaf die duidelijk aan: dit is niet ok, ik wil niet dat je dit nog doet. Agrrrrrrrr! Maar in mijn boosheid ligt mijn passie en waar ik grenzen moet stellen. Zolang ik me vereenzelvigde met de boosheid en de frustratie kon ik niet zien waar ik de baas ben over mijn grens. 


Dus ik voelde me boos en gefrustreerd. Ik dacht eerst boze- en frustrerende gedachten. Door te beseffen dat ik dit voelde en dacht, maakte dat ik me er niet meer mee vereenzelvigde. Ik kan haar geen grenzen aangeven tegenover ik voel me boos en denk frustrerende dingen. Ik benoemde het gedrag dat in me afspeelde: het voelen en denken van boosheid en frustratie. 


En zo kon ik de vraag stellen: ‘waarom gedraag ik me zo en is dit dienend en ondersteunend voor mij?’ Niet echt. Waarom houd ik me bezig met niet duurzaam gedrag? Wat is er juist dat me niet de kracht geeft om te blijven staan? (sustainability: to be able to sustain: de kunst van het blijven staan). Ik neem er even mijn dagboek bij om te bekijken welke vragen ik mezelf stelde om te verduidelijken. Waar is het juist dat ik me nog laat intimideren? Waar ben ik bang voor? Ben ik bang dat ik de ander zijn liefde/respect/ruimhartigheid verlies als ik een grens stel? Durf ik in mijn gezonde autoriteit en kracht te staan? Heb ik eigenlijk wel geleerd hoe ik mezelf neerzet? Waar laat ik me nog manipuleren? Hou ik genoeg van mezelf om nee te zeggen tegen destructief gedrag/gedachten/gevoelens? 


Ik denk dat het niet vinden van kleding die je niet past gelijkwaardig is aan geen grenzen stellen of jezelf niet genoeg vinden waardoor je over je grenzen gaat. Stel je eens bovenstaande vragen over modetrends en kledingwinkels. Ik kan boos zijn op de bakker, omdat hij enkel bloem kan verkopen als ik bloemen nodig heb, maar ik respecteer mezelf als ik me afvraag ‘waar kan ik bloemen vinden?’ De boosheid en de frustratie hebben weinig met de bakker te maken. 


Suitably yours,

Annelies



mooi.

Ik was gisteren 24u op, waarvan het grootste deel om te werken. Ik wil mezelf de rust wel geven die ik nodig heb, maar wat ik je graag wil laten zien is een gevoel wat ik gisteren had. Een gevoel wat nog buiten de verwoorde wereld ligt. Het is zo een fijn gevoel, zo mooi om te voelen dat ik je het graag zou willen geven. Het dichtste dat daarbij komt is het met je delen. Maar ik besef ook dat verwoorden en vermoorden maar een gespiegelde letter van elkaar verschillen. Hmm, wat houd ik van de schoonheid in de voorgaande zin.


Nu heb ik even een pauze genomen, waarin ik vier keer naar ‘In the air tonight’ van Phil Collins luisterde en de tekst ook op zocht. Ik las in een interview naast de tekst dat hij geen specifieke betekenis heeft voor het nummer. Er zijn wel zaken uit zijn leven, die op dat moment meespeelden, maar het was eerder iets dat er gewoon uit vloeide in de creatie. Voor mij gaat dat nummer over iets wat ineens heel anders is zonder dat er iets veranderd lijkt te zijn. Daarom link ik het ook met dit gevoel dat ik voor je wil verwoorden. Niets is veranderd en alles is anders.


Het gevoel dat ik gisteren had was contentement met wie ik ben, wat ik doe en hoe ik me nu voel. Mezelf aanvaard voelen. Daardoor word je ook door anderen zo aanvaard en dat gaf me het contentement. Voelen dat ik even wil gaan zitten en niets doen (ook al was ik aan het werk; als je bijna 24u aan het werk bent is dat normaal). Voelen dat ik zin heb om mee te gaan op café ook al ben ik kei moe. 

Voelen dat ik de verantwoordelijkheid voor die opdracht nam en dat kan laten zien; ook al vinden veel mensen dat arrogant. Voelen dat oordelen, en veroordelen, geen enkel nut heeft ook al helpt het me om in het hier en nu te kunnen blijven.  Alhoewel ik daar nu aan twijfel. Voelen dat ik het fijn vind om gezien te worden. Zonder ook al.


‘Jij bent mooi’, zegt iemand tegen me.

‘Dit vind ik mooi’, over iets wat ik creëerde.

‘Het is mooi om te zien hoeveel passie en wat een groot hart jij hebt.’

‘Ik word vrolijk van jouw mooie aanwezigheid.’

‘Jij bent dit waard.’

‘Jij bent van een andere orde.’

‘Ik kijk graag naar jou.’


Nu ik deze zinnen neerschrijf en herlees voel ik niet wat ik ermee bedoel en wat ik voelde. Ik merkt dat het puur is. Rauw en nog niet door gedachten verwoord. Wat ik voel is voor een groot stuk afhankelijk van de context waarin die zin wordt uitgesproken of van de energie die tussen mij en de spreker bestaat. Jaren heb ik me afgevraagd wat het nut is van mooi zijn. Ik voelde nooit veel bij die complimenten, zowel niet over mij of over mijn werk. Maar ik studeerde wel aan verschillende academies voor Schone kunsten en kunst en vrouw zijn hebben beiden iets met mooi zijn. Het gaat me niet om het maatschappelijke deel. En ook niet wat rebelleren tegen die verwachtingen. Ik wist simpelweg niet wat daar de betekenis van mooi was. 


Gisteren voelde ik iets. Het liet me een andere kant ervaren. Mijn denken ondersteunt dat gevoel met Annelieses. Ik merkte dat ik door alle drukte heen mezelf bleef voelen. Los van alle druk van anderen voelde ik eerst ‘wat voel ik?’, ‘wat is mijn intentie?’, ‘hoe gaat het met mij?’ Soms nam dat de druk van anderen niet weg, soms werd die zelfs sterker. Dit is niet wat ik voelde. Dit is niet wat ik met je wil delen. Dit is de denk-versie van mijn gevoel. 


Ik voelde dat ik mezelf als geheel graag zag, aanvaarde, zorgde voor mezelf, genoot van mezelf en het toeliet om anderen daar toegang tot te geven. En door dat laatste: ‘laten zien’, werd ik gezien. Gezien worden is wat iedereen wil. En wat misloopt in onze wereld komt doordat we ons niet gezien voelen. Ik weet al lang dat de weg daar naartoe enkel via zelfliefde loopt. Maar nu voelde ik het effect van zelfliefde voor de Annelies, die ik nu ken en kan laten zien en zijn. Door dat op de tafel te leggen, of in de arena te zetten, werd ik door een ander gezien. 


Ik voelde dat ik mooi ben voor iemand.

Ik voelde dat ik iets moois creëerde en dat een ander dat zag.

Ik voelde dat mijn passie en goede hart gezien werden.

Ik voelde het genieten van de ander door mijn aanwezigheid.

Ik voelde dat ik het waard ben.

Ik voelde me van een andere orde.

Ik voelde dat het fijn is dat de ander me zag.


Ik voel nu dat ik het veroordelende ‘dit is echt arrogant’-stemmetje tegenwicht wil bieden. Wat ik ook leerde op de academie is dat schoonheid een beetje lelijkheid nodig heeft om mooi te kunnen zijn. 


Suitably yours,

Annelies



so far so good.

Stel ik vraag je om advies voor de volgende situatie waar ik in zit:


Er is iemand in mijn leven die, wanneer we elkaar zien, zegt dat hij me steunt en meepraat met mijn visies. Meestal zijn dat fijne gesprekken waar ik met een voldaan gevoel uit vertrek. We praten over wat ik doe, we bespreken hoe ik dingen aanpak en hoe ik ze zou moeten aanpakken. Voor zover de ander de situatie vanuit dit gesprek kan beoordelen geeft diegene mij waardevol advies. Soms heb ik iemand nodig die mijn eigen woorden herhaald voor ik er de waarde van hoor. 


So far so good. 


Ik weet ook wel dat dit maar gesprekken en gebabbel zijn. ‘Gewoon doen’ is waar ik voor ga. Maar ik heb toch iets aan deze gesprekken, omdat het me even wat duidelijkheid in al mijn denken schenkt. Ik probeer mijn eigen buffet als geheel te zien, en te laten zijn, voor mezelf. Ik gebruik graag het beeld van een buffet. Je kent dat gevoel wel: van ver zie je het buffet staan en je ziet anderen passeren met een bord en denkt: ‘hmmm, dit wil ik ook’ of ‘nee, dat ga ik niet nemen.’ Ik denk over mensen, en dus ook over mijzelf, als een buffet. We hebben allerlei gerechten staan. Voor mezelf wil ik zoveel mogelijk alle gerechten laten zien en zijn. Het is gemakkelijk te houden van de smaakvolle gerechten. Maar ik probeer ook om de mindere, de ronduit smakeloze, de niet lekkere en zelfs de verjaarde gerechten te laten zien en zijn. Ik kies zelf hoe groot ik het buffet maak. 


Dus in deze context koos ik voor het Atelier-buffet. Ik laat de smaakvolle gerechten van mijn kennen en kunnen zien. Ik neem de bijgerechten en ondersteuning van mijn mens voelen en rechtvaardigheidsgevoel mee. Op een grote schotel van mijn pioniers zijn aka ik kan alleen staan met een mening door deze in praktijk te brengen. Kort samengevat: ik laat mezelf zijn en zien. Ik weet dat er meer in de keuken staat, wat ik niet in dit buffet plaats. Persoonlijke gerechten die ik vooral aan mezelf wil laten zien en zijn. Ik zie het atelier-buffet en het waar ik op dit moment sta met het gehele buffet. Dit is trouwens een werk wat nooit af is, maar iemand krijgt enkel het atelier buffet.


Nu zat ik twee weken geleden in een gesprek waar ook anderen, buiten die persoon om, bij waren. Er werd van mij van alles verwacht; voornamelijk dat ik de verwachtingen kan zien en inlossen zonder dat ze met me gecommuniceerd worden. Mijn pionier zijn geeft me het vertrouwen dat gewoon iets doen me ergens zal brengen. Ik deed uiteraard mijn eigen ding met de onuitgesproken verwachtingen. Ik kreeg daar geen reactie op. Wat ik wel kreeg was een sneer. Een zin van diegene; een zin waar ik na twee weken geen andere betekenis aan kan geven dan ‘ik gebruik jouw mindere gerecht om de anderen aan het lachen te brengen’. Hahaha, zo geschiedde. 


Uiteraard kon ik daar niet om lachen. Met tranen over mijn wangen zei ik dat dit niet ok was. Nu mijn vraag: ‘hoe zou jij met deze situatie omgaan?’ 


Schrijf je antwoord op, gewoon voor jezelf. Stel dat iemand een kledingstuk was. Het begint met een kledingstuk wat me steunt en mijn visie duidelijk versterkt. Dit is misschien nogal abstract, maar denk aan je eerste duurdere aankoop of de eerste keer dat je die winkel binnengaat waar je al vaak over las. Of dat duurzame kledingstuk dat je koopt wat echt bij je past. Je voelt je gesterkt in jouw zijn en je laat zien wie je bent en waar je voor staat. 


So far so good. 


En dan ineens krijgt dat kledingstuk een ander betekenis. De context verandert en er komen andere mensen bij. Dit klinkt misschien complex, maar dit kledingstuk is ineens uit de mode.  Geen uitleg, geen aankondiging. Gewoon omdat mode verandert. Iedereen weet toch dat dit zo is en smaken en kleuren bespreken we toch niet. 


Ik bespreek wel smaken en kleuren, dat is namelijk je buffet leren kennen en bewust kiezen wat je waar aanbiedt. Ik geraak met die iemand momenteel niet verder dan dit : ’je kan toch niet de visie en het gewoon doen deel van het buffet nemen en het andere gebruiken als misplaatste humor’. Dit is in elk geval niet hoe ik met anderen wil omgaan. Ik maak geen kleding die je maar voor een deel past en lach met misplaatste humor het andere deel van je weg.  


So far so good. 


Zou dit het probleem zijn met deze (kleding)wereld; het aanvaarden van so far so good?


Suitably yours,

Annelies



blazen.

Durf ik niet? Of, wie zet ik boven aan mijn waarden of mijn gevoel? Pff ik weet het niet en dat laat ik zijn en zien.


Ik neem je even mee: een heel fijn koppel trouwt deze avond. En ja, ik maakte beiden hun kleding, waardoor ik ze echt heb leren kennen. Meestal als ze langs kwamen om de kleding te bespreken en passen, dan babbelden we meer dan de helft van de tijd over jezelf zijn in deze wereld. 


Ik keek uit naar hun trouwfeest. Ik hou van dansen en taart eten. Het is het eerste weekend in weken, dat ik geen werkdingen in mijn agenda heb staan. Ja, het is even druk en ik werk nogal hard, want soms komen projecten nu eenmaal gelijktijdig. Ik heb ook rustige periodes. Ik koos bewust om de verantwoordelijkheid van die projecten op me te nemen. 


Ik sprak ook af met mezelf om een aantal dingen voor mij te blijven doen. Ademen, tijd nemen, wandelen, met de fiets overal naar toe gaan, toch een keer per week te zwemmen en nog een aantal dingen waar ik nu niet op kom (onder andere in het hier en nu zijn:)). Dingen die mij het gevoel geven dat ik leef ook al is het even vooral werk.


In het begin van deze week werd mijn fiets gevandaliseerd, waardoor ik nu alles met openbaar vervoer moet doen. Ja, de fietsenmaker heeft het druk. Dus mijn tijd alleen en mijn bewegingstijd gingen deze week aan de kant, maar op de set moet ik zo hard rondrennen dat ik wel aan voldoende km kom. Momenteel zitten beide projecten in de sociale fase. Dit is de fase dat ik met anderen samen werk. Ik ben een introvert iemand, dus ik werk bij voorkeur alleen en met anderen heb ik graag duidelijkheid over wat mijn rol daar is. 


Donderdag gaf mijn lichaam me iets aan. Pas op: “Ik geef je even het begin van een blaasontsteking. Ik weet dat jij dit met heel veel drinken en veenbessensap opgelost krijgt. Maar doordat heel veel drinken dwing ik je ook rekening te blijven houden en me iets meer aandacht te geven.“ Ik deed het iets rustiger aan en luisterde een dag naar mijn lichaam. Vrijdag kwam ik op een ander project waar bleek dat een zware ruzie uitmondde in fysiek geweld. Doordat er een verschil in machtsverhouding was vond ik het essentieel om mijn energie te stoppen in het vertrouwen laten zien en zijn. Uiteraard was dit een oproep op mij energie. 


Dus nu is het zaterdagavond en zou ik dus naar de trouw gaan, waar ik met veel enthousiasme naar uit heb gekeken, maar mijn lichaam zegt: stop. Jij moet nu slapen en tijd alleen doorbrengen. Ik heb het daar moeilijk mee. Ik vind dat hele fijne mensen en wou graag naar hun trouw gaan, maar de relatie met mezelf staat op de eerste plaats. Als ik nu even in de namiddag rust, dan komt het straks wel goed. 


Dat deed ik daar net. Pff. ik vind het nog erger dat ik niet kan gaan. Ik veroordeel mezelf dat ik altijd voor werk kies. Ik merk dat op. Ik probeer mild te zijn voor de kanten van mezelf, die ik minder graag zie. Ik kan me toch opladen en gewoon gaan. Spring erin en je zal ervan genieten. Ik voel dat dit een masker opzetten is. En dat is iets wat ik probeer om niet te doen, want dan blaas ik de relatie met mezelf op. Adem in, adem uit. Ga even wandelen, dat verzet je gedachten. 


Ben ik bang om alleen te gaan? Nee. Ik weet het niet. Het vraagt toch veel energie om alleen in een groep te gaan. Ik kan dit, maar energie is er niet te over. Ben ik bang om hen teleur te stellen? Ik kan me heel goed inleven in hoe het voelt als iemand last minute afbelt. Maar ik weet dat zij mensen zijn en echt, uiteindelijk vind ik de relatie met die persoon in de spiegel het allerbelangrijkste. Het is eigenlijk al beslist, wat maakt dat je het daar zo moeilijk mee hebt. 


Ik denk dat ik het lastig heb om in te zien en te laten zijn dat ik wel energie heb voor mijn werk. Ik voel dat dit waar is en dat ik mezelf daar hard voor veroordeel. Ik probeer hier naar te ademen, maar dit lijkt meer op blazen. Ik laat dat ook zijn. Ik ben niet het perfecte plaatje. Ik ben wat ik kan doen, wat ik kan zijn en wat ik kan zien. Ik voel dat het niet gemakkelijk is om een keuze te maken waar mijn gedachten en gevoelens iets anders zeggen. En ik kies om mijn eigen kleur als geheel te laten zien en zijn. Het is niet zwart-wit of altijd blauw; het is alle kleuren tegelijk.


Suitably yours,


Annelies



De nieuwe man

Voor me in de rij aan de bankautomaat stond een man. Hij droeg dé casual chique look. Deze outfit is één van de eersten, die een grote verandering in de mannenmode teweegbracht. Eeuwenlang was het kostuum, algemeen genomen, de basis chique outfit voor een man. Uiteraard zijn er verschillen tussen kostuums van 1740, 1890, 1990, nu en alles daar tussenin en vooraf. Maar de verschillen zijn, of waren, minimaal. Dit maakte dat kleding ontwerpen voor mannen zo fijn, omdat het over de kunst en kunde van subtiele details gaat. De lengte van de jas, de breedte van de broekspijpen en de tactiliteit van de stof. 


Om even de vergelijking met vrouwen mode te maken: daar is het speelveld veel groter. In onze maatschappij wordt het toegestaan dat vrouwen kleuren, prints, brede rokken, broeken en nauw aansluitende kleding dragen. Dus in de variaties bij damesmode zit een visueel duidelijker- en groter niveau. Wat ik als ontwerper van subtiele kleding minder boeiend vind. Een vrouw draagt een mooie rode jurk. Een man draagt een goed zittend, bij zijn lichaam passend, kostuum. Bij de vrouw gaat de aandacht minder naar hoe het haar laat zien en zijn. Bij de man en zijn kostuum is dit meer aan de orde. Maar bij een vrouw kan ik mijn liefde voor kleuren en stoffen meer tot uiting laten komen.   


Dus de man voor me droeg de look die hét basis mannenkostuum van de troon stootte. Hoe zag hij er dan uit? Jeans, sneakers (sportschoenen in leder) en een kostuumvest (sportief gesneden). Eigenlijk nog steeds een look die hetzelfde met een mannen lichaam doet als een kostuum: op de juiste manier zijn waarde benadrukken. Accent op de schouders, subtiel in de taille en focus op de totale lengte. Bij een vrouw zie je veel meer van haar lichaam dan van een man met kleding aan. Het is net daar waar elegantie en charme zit. Alles zomaar ineens laten zien geeft me weinig kans om iets te verbeelden. Die outfit maakte die man elegant en trok mijn aandacht. Een look zoals veel mannen deze dragen. En dat is net het frappante aan deze look. Meer dan honderden jaren is hét kostuum blijven staan in de veranderende wereld. In 1830 bestond België net, maar het kostuum allang. Maak even snel de film van alle uitvindingen, veranderingen, lastigheden, verworvenheden en nieuwe gewoontes die er zijn gekomen door alle jaren heen. En daarin is hét kostuum blijven staan. 


Duurzame mode is mode die jou kan laten zien en zijn. Even in het engels. Dan volg je me beter. Sustainable fashion is fashion that makes it able to sustain. Kleding die jou laat zien en zijn, door de verandering van de tijd en context. Daarom focus ik op dingen die in de mode blijven. En valt het me sterk op als er ineens toch niets verandert. Mode voor vrouwen wordt al lang door winstbejag en blijven-veranderen-om-de-onzekerheid-maar-niet-te-moeten-zien gedomineerd. Rond 1750 heeft een grote industriële textiel revolutie de, vooral damesmode, totaal veranderd. De handgemaakte arbeidsintensieve stoffen werden ineens met machines snel gemaakt, dus die stoffen moesten ook even snel verkocht worden.  


De nummer één van vrouwelijke onzekerheid is hun lichaamsbeeld. Dus verander de mode en maak hen elke keer wijs dat ze door het volgen van de mode er modern, jong en mooi uit zien. We weten allemaal dat dit een belachelijke redenering is, maar we zijn allemaal emotionele wezens die af en toe denken. We denken andersom te zijn maar ons lichaam is veel sneller dan ons hoofd. Een gevoel is dat wat we als eerste voelen in ons lichaam, dus kopen we kleding omdat het ons goed doet voelen. Daarna snel weer nieuwe kleding, omdat die ons opnieuw dat gevoel geeft.


Door die man voor me zag ik ineens dat de mode-industrie iets heeft gevonden wat dé man heeft doen veranderen of dat er een onzekerheid is bij mannen die er vroeger niet was. Elke man droeg, zeker op zondag, een kostuum. Dit was gewoon een feit. In klassieke bedrijven en op een bruiloft dragen de mannen nog een kostuum. Het gaat me niet om de concrete verandering; het gaat me om het feit dat dit veranderd is. Moet alles dan blijven zoals het is? De wereld verander sowieso, dat is haar natuur. Maar ik vraag me af waarom deze verandering er juist nu is. 


Ik trek me niets aan van wat anderen van mij vinden, is een eigen innerlijk gevecht en je verliest hierdoor de capaciteit om te verbinden met anderen. Ik laat me volledig bepalen door wat anderen van me denken (ik volg de mode), dan verlies je jezelf en de capaciteit om je kwetsbaar op te stellen


De waarheid ligt in het midden. Voor mij doet de mening van sommigen ertoe en anderen hun idee mag er zijn omdat ieder zijn idee belangrijk is in deze wereld, maar niet in mijn leven. Wat bepaalt, voor mij, waar je zit: je kennen en kunnen om jezelf te laten zijn en zien in deze veranderende wereld. Nu weet ik waarom ik zijn antwoord leuk vond: ja, ik draag wel graag een kostuum. 


Suitably yours,

Annelies



De Rode Schoenen

“De Rode Schoentjes”, is dat geen sprookje? Of is dat “Het Meisje met de Rode Schoentjes”? Aangezien ik kleine voeten heb, is dit misschien het sprookje van het meisje met de rode schoentjes. Nu moet je weten dat ik zonet “schoontjes” schreef in plaats van schoentjes. :-)


Ik neem je graag mee terug in de tijd, toen ik nog bij een maatpakken bedrijf werkte. 

Ik woonde destijds in een ander deel van Brussel, een hoger gelegen deel, waardoor ik minder met de fiets deed. Ik wilde niet bezweet op het werk aankomen, of mijn conditie was in die tijd minder, ik ging in elk geval met de metro of de tram werken. Zoals de “echte” werkende mens, inclusief leren tas met daarin mijn lunch. De leren tas gaf de indruk dat ik een belangrijke job had. Kleding op mensenmaat is de allerbelangrijkste job in mijn wereld ;-) 


Ik wandelde uit de metro. Ik vertrok namelijk graag mooi op tijd, zodat ik rustig naar mijn werk kon wandelen. Dan kwam ik niet bezweet en als een wervelwind aan. De jobinhoud en de werkcontext waren al meer dan voldoende wervelwind. Ik nam de tijd om de etalages van de andere winkels te bekijken. Het was zo een dag tussen zomer en winter. Ja, daar zitten twee seizoenen tussen, dus het was wellicht een van die twee. Maar het was een frisse ochtend met de kans dat het lekker warm ging worden of dat het weer net helemaal ging omslaan. Ik vond het fijn om dat gevoel te voelen en de tijd te nemen om dat te laten doordringen. 


Mijn oog viel op een paar rode schoenen. Amai, dat was echt een mooi rood. Rood is een lastige kleur om mee te werken. Alle verschillende nuances en tinten in rood kunnen de kleur ofwel oppervlakkig of net diepgaander maken. Dit was diepgaand rood. Ik wandelde verder. Het was nu eenmaal niet zo vroeg meer dat ik hier uren voor een gesloten winkel zou kunnen staan. De schoenen bleven op mijn netvlies plakken. Ze zaten in mijn gedachten dat ik ze bijna kon voelen en ruiken. Dat is de chemie van een kledingstuk. Ik zag de schoenen maar even. Ik heb ze zelfs niet gepast en toch blijven ze hangen. Vind je dat ik ze best zou gaan passen, aangezien ik er helemaal zot van werd? Ik denk dat ik die dag net iets vrolijker en speelser door de wervelwind van het werk heen flaneerde. Ik denk dat dat de manier was waarop ik reageerde op die schoenen. Een soort chemische reactie en ik vond die chemische reactie leuk. Vandaar dat ik de hele dag het beeld van de schoenen bleef herhalen, om steeds weer die reactie te voelen en te voeden. 


Later die week legde ik de verse strijk in mijn kledingkast. Voor mij is dit, steeds bewuster, een moment om te kijken wat ik heb. Vandaag zie ik dit als shoppen in mijn eigen garderobe. Toen was het me eerder te doen om op te ruimen, en me zo te herinneren wat ik allemaal heb. Nu draag ik bijna enkel mijn eigen kleding. Ik werkte toen voltijds, toch maakte ik tijd om kleding te maken. Maar doordat ik elke dag met dezelfde collega’s werkte en ik die job niet graag deed, kocht ik veel tweedehands stuks ter compensatie. Ondertussen werk ik al jaren voltijds voor mezelf en koop ik bijna niets. Ik kan mijn geluksniveau zien aan waar ik mijn geld aan geef. Als ik mijn waardevolle geld geef aan mensen die mijn waarden laten gelden, dan weet ik dat ik in mijn waarde en waarheid sta. Maar toen was dat dus minder het geval. 


Ik was dus aan het rommelen in mijn kledingkast. Oh, die blauwe broek, dat is echte een toffe broek, die heb ik al even niet meer gedragen. Met die top of met die blouse is dat keitof. En dat voelt ook goed aan als ik die aan heb. En opeens, zaten de rode schoenen weer in mijn hoofd. Die zouden deze outfit helemaal af maken. Ik verbond de rode schoenen in mijn verbeelding met verschillende kledingstukken in mijn garderobe. Vind jij dat ik nu terug naar die winkel zou moeten gaan en ze passen? En als ze goed zitten, en ik het budget heb om ze te betalen, de rode schoenen zou moeten kopen? 


Ik passeerde opnieuw bij de winkel van de rode schoenen. Ze stonden nog steeds in de etalage te blinken. Van de meeste tweedehands stuks is er maar één. En ze waren zo mooi, dus het kon best zijn dat iemand anders ze ook al had gezien.  Ja, het was echt een mooi rood en de vorm was echt doordacht. Ik kan ervan genieten om als ontwerper de tijd nemen om na te denken over een vorm. Een goede vorm is abstract en je voelt het in je tenen als die juist zit. Ik ging binnen. Ze waren mijn maat. De prijs was het bedrag dat ik in mijn portefeuille had. Ik stond voor de spiegel. Ik dacht aan alle outfits waarbij is ze had ingebeeld. De vrouw van de winkel zag mijn enthousiasme. Toen ik ze kocht, zei ze dat ze had getwijfeld om deze in haar winkel aan te nemen, ze dacht dat niemand ze zou dragen. Zij vond ze duidelijk maar niks. Maar niet iedereen heeft oog voor dezelfde schoonheid. Iedereen heeft zijn eigen smaak en ja, het is belangrijk om dit te durven bespreken (al is dat voor een anderen kleermakerszit). Ik zag en voelde me al in die outfit rond flaneren als een prinses. Het is toch een sprookje, he? Wat denk je? Vind je het goed dat ik deze aankocht? 


Ik heb die outfits enkele keren gedragen. Ik heb die schoenen een aantal keer gedragen. Voldoende om de prijs die ik ervoor betaalde, te rechtvaardigen. En ja, ze zaten goed. En ja, als je rode schoenen draagt, krijg je complimenten. Maar hier eindigt het sprookje, we leefden niet lang en gelukkig samen. Het geluk en de vreugde waren maar van korte duur en niet diepgaand genoeg voor me. Ik heb de schoenen aan een vriendin gegeven. Wellicht droeg ik de outfits af en toe om dat ik het engagement met hen was aangegaan bij en door de aankoop. Wat denk jij dat de reden was dat ik de schoenen niet bleef dragen? Wat was de reden dat ik geen duurzame relatie kon opbouwen met die prachtige, rode schoenen?


Nu weet ik dat je sprookjes van je kleerkast maakt door aankopen af te wegen op hun bijdrage aan mijn kasteel. Mijn kasteel is mijn leven. Mijn pad, mijn weg, mijn waarde en mijn waarheid, mijn belangrijke zaken in het het leven: datgene waar ik voor leef. In mijn kasteel staat een schatkist. Toen ik mijn brandverzekering ging afsluiten, heb ik daar extra aandacht op gevestigd. Mijn schatkist is mijn garderobe. Dit zijn de kledingstukken die mijn leven dienen. Nu stel ik me de vraag als ik, vooral door te maken, iets binnen laat: draagt het bij aan mij? Does it suit me? 


Suitably yours,

Annelies



Zijn.

Brené Brown schrijft, ik denk vanuit de kracht van kwetsbaarheid. Zij vraagt om te laten zien.  Dirk De Wachter schrijft, in een artikel voor Human, dat we het kwijt zijn om te zijn. 


‘Zijn’, het eerste werkwoord dat je op school leert in het Frans. Être. Ik vond het toen al raar dat we niet met lopen, spelen, praten of lachen begonnen als eerste vervoegingen. Dat zijn regelmatige werkwoorden. Laat ons met het moeilijkste beginnen. Laat ik zijn. 


Ik laat het deel van mezelf zijn dat moe is 

en ik laat het zijn dat ik daardoor niet alles op mijn te doen lijstje doe. 

Ik laat mijn te doen lijstje zijn. 

Ik laat mijn drang om mijn te doen lijstje te willen afwerken zijn. 

Ik laat de dromen die nieuwe te doen lijstjes maken zijn. 

Ik laat de envie furieuse, om aan dat nieuwe te doen lijstje te beginnen, zijn. 

Ik laat mijn goesting om totaal iets anders te doen zijn.

Laat ik dit zijn of laat ik dit nu zien door dit te benoemen. 

Laat ik mezelf zijn door al deze kleuren en nuances te zien. 

Of laat ik deze eerder zien om vervolgens te kiezen wat ik ga doen 

en die keuze laat ik dan zijn.


Eigenlijk wou ik gisteren deze kleermakerszit schrijven. 

Het is nu iets rustiger in het atelier en er komt volgende maand een drukkere periode aan, dus wil ik op voorhand een aantal kleermakerszit geschreven hebben. 

Om die drukke periode te kunnen laten zijn.

Ik liet mezelf zien wat in de agenda voor de komende periode staat. 

Ik liet het zijn dat dit druk is

en ik liet het zijn dat dit genoeg energie van me vraagt. 

Of heeft het verleden, met andere drukke periodes, me geleerd dat dit energie van me vraagt.

En dat liet me zien, wat druk en rustiger is. 

Waardoor ik het nu kan laten zijn.

En waarom ik deze rustigere periode beslis om de kleermakerszit op voorhand te schrijven. 


Ik had dit dus beslist maar gisteren heb ik deze niet uitgeschreven; dit doe ik vandaag.

Ik liet het gisteren zijn dat ik wat moe was.

Ik liet het zijn dat mijn hoofd van de hak op de tak springt.

Of ik liet het zien door te voelen en hoe ik me gedroeg toen ik moe was. 

En ik liet het zien door op te merken dat mijn hoofd topsport in gekke dingen verbinden deed. 

De olympische discipline verbanden leggen, daar zou ik wel een poging in durven wagen. 

Ik voel en weet uit de voorgaande pogingen dat op een degelijk moment dit schrijven een minder idee is. 

Dit laten me dan kleermakerszit schrijven die ik uiteindelijk niet op de site plaats.

Dit laat me achter met een gevoel van ja, je hebt gedaan wat op je te doen lijst staat, maar van afvinken word ik niet gelukkig. 


Ik koos er gisteren voor om te gaan wandelen. 

En ik koos ervoor om niet met deze inhoud bezig te zijn. 

Soms ga ik wandelen om duidelijk te krijgen wat en hoe ik dingen verbind 

En hoe ik dat kan laten zien en zijn in kleermakerszit.

Deze ochtend koos ik ervoor om me wel achter mijn laptop te zetten.

Eerlijk; ik moest me een beetje dwingen. 

Je had dit gisteren al willen doen. 

Maar ik had geen zin.

Misschien moet ik gaan wandelen om mijn ideeën duidelijker te krijgen.

Nee, schrijf het maar, want je weet genoeg. Wat je doet is genoeg.

Zou ik niet beter eens even die tekst van Dirk De Wachter na lezen of uitzoeken in welk boek van Brené Brown deze zin staat.

Nee, eens je aan het schrijven bent zal het wel komen. Het is trouwens geen boekbespreking van hun werk wat je maakt. 

Dus begon ik met het opschrijven wat ik nog wist van Brené en Dirk. 

En zie je wel dat de inspiratie dan komt. Vertrouw maar op jezelf. Je hebt alles in je. Je bent genoeg. Je bent liefde waardig. Je draagt bij.

Ja, maar….

Laat jezelf zien en laat jezelf zijn: dat is genoeg. 

Ik vind het fijn om met jou te zijn, doordat je jezelf laat zien.



Suitably yours,

Annelies



tailormade by hand.png